Verdronken dorpen voor honderdduizenden
VLISSINGEN - Een nieuw themapark over verdronken dorpen in Zeeland moet, als het aan de initiatiefnemer ligt, tot een miljoen bezoekers per jaar gaan trekken. Luchtfietserij of een gewaagd ondernemingsplan? Peter van Haperen: „Binnen twee jaar staat dit park er, in welke vorm dan ook.” De gemeente Noord-Beveland, waarop Van Haperen zijn oog heeft laten vallen, is minder happig.
Aan de zelfverzekerdheid van ondernemer P. van Haperen zal het niet liggen. De Vlissingse zakenman, die een eigen juridisch adviesbureautje runt, ziet brood in een nieuw megapark voor Zeeland. Geen ordinair pretpark, maar een historisch themapark met een specifieke invulling: verdronken dorpen. „Dat thema leeft enorm.” Zeeuwen zullen zo’n park best interessant vinden. Maar waarom zou een Duitser die hier op vakantie is uw park gaan bezoeken?
„Eigenlijk heeft iedere bevolkingsgroep te maken of ooit te maken gehad met overstromingen, ook Duitsers. Je merkt dat de belangstelling bij toeristen voor de kleinschalige, plaatselijke geschiedenis juist heel groot is. We hebben het bovendien over een slikkengebied dat in heel Europa verder niet te vinden is.”
Neeltje Jans, toch hét park op het gebied van stormvloeden, trekt zo’n 400.000 bezoekers per jaar. Het gaat u lukken om er 750.000 te trekken?
„Inderdaad, mijn streven ligt op een bezoekersaantal tussen de 500.000 en 1 miljoen per jaar. Het park combineert dan ook drie parken ineen: er komt een compleet nagebouwd middeleeuws dorp, een soort Archeon zogezegd, een gedeelte dat je zou kunnen vergelijken met Madurodam en een uniek slikkengebied waar je ook op mag lopen. Als je Neeltje Jans een keer gezien hebt, heb je het ook echt gezien. Mijn park breidt iedere keer verder uit, zo is de bedoeling. Het concept is uniek.”
Uniek of niet, de gemeente Noord-Beveland, waar Van Haperen zijn park graag gevestigd ziet, reageert terughoudend. Van een hoorzitting voor de gemeenteraad in juni keerde Van Haperen teleurgesteld terug. Hij gaf Noord-Beveland zo’n zes weken om met een positieve reactie te komen. Die termijn is dezer dagen verstreken.
De gemeente stuurde de ondernemer onlangs een brief met daarin het verzoek eerst een uitgewerkt ondernemingsplan en verdere onderbouwing in te dienen. Van Haperen: „Daar heb ik helemaal niet om gevraagd. Mijn enige vraag is of het sowieso mogelijk is om op Noord-Beveland een dergelijk park te realiseren. Dat weet ik nog steeds niet. Het exclusieve recht voor Noord-Beveland is wat mij betreft vervallen. Ik kijk nu ook verder. Knokke in Vlaanderen is bijvoorbeeld een heel goede optie. Ik heb daar met archeologen gepraat, die waren er wildenthousiast over. Bovendien is er een veel betere subsidiemogelijkheid. Maar ik zou het toch zonde vinden als zo’n prachtig project als dit voor Zeeland verloren gaat.”
De gemeente Noord-Beveland is er intussen niet van onder de indruk dat het „exclusieve recht” op het park is verspeeld, zegt raadsgriffier J. van de Velde. „Ik begrijp meneer Van Haperen wel, maar de raad heeft aangegeven in dit stadium geen principieel ja of nee te kunnen laten horen. Daarvoor is er gewoon te weinig informatie.”
Van de Velde sluit niet uit „dat zo’n plan ergens levensvatbaar is, zeker in Zeeland. Maar daarvoor moet je wel eerst meer gegevens hebben.”
En dan is er nog het geld. Het themapark van Van Haperen moet zo’n 15 miljoen euro kosten. „Geen probleem”, zegt Van Haperen zelf. „De gemeente Noord-Beveland kijkt alleen naar wat het gaat kosten. Zo’n bedrag kan in hun belevingswereld niet eens. Via een investeringsgroep is echter al 10 miljoen beschikbaar. Daar kunnen we zo mee aan de slag.”
Als u heel diep in uw hart kijkt, gelooft u dan dat het park er echt komt?
„Ik ben er 100 procent van overtuigd dat het park er komt, ik weet alleen niet waar. Tussen nu en twee jaar staat het park er, in wat voor vorm dan ook.”