Buitenland

Jordanië niet blij met gevluchte Irakezen

AMMAN - Nu de meeste buurlanden van Irak de grens dicht houden, vluchten honderdduizenden Irakezen naar Jordanië. Hun enige uitzicht is de illegaliteit. Maar de autochtone bevolking roert zich. Voor vluchtelingen uit Libanon hebben ze meer sympathie.

Remco Bouma
11 August 2006 10:12Gewijzigd op 14 November 2020 04:00

Margit Shlimon zit tussen twee vuren. In haar moederland Irak wordt ze vervolgd, maar in Jordanië verblijft ze illegaal. Zicht op verbetering heeft ze niet. „Ik zou niet weten waar ik heen moet.”Vijftig jaar woonde de Iraakse christen zonder problemen in haar thuisland, tot er na de val van Saddam Hussein spanningen tussen de bevolkingsgroepen ontstonden.

Radicale sjiieten konden het niet verkroppen dat landgenoten voor de Amerikaanse bezetters werkten. Shlimon maakte hun gebouwen schoon. „Ik moest wel. Er was nergens werk en mijn man kan niet werken omdat hij aan één oog blind is. De sjiieten bliezen de bus schoonmakers op. Ik was een van de weinige overlevenden.”

Maar ook daarna gunden ze haar geen rust. In brieven en videobanden dreigden ze haar alsnog te vermoorden. Ook haar dochter vond dreigementen in de brievenbus. De afzenders zetten de doodsbedreigingen kracht bij met Koranteksten.

Zwerven
Shlimon ontvluchtte haar woonplaats Habadja en liet al haar vrienden achter. „Maandenlang zwierf ik met mijn man en een dochter door het land. Zodra bekend was waar we waren, moesten we weer vluchten. Zo konden we niet leven. Op een ochtend pakten we met een klein koffertje de bus, alsof we op familiebezoek gingen. We mochten niet opvallen, anders zouden ze ons volgen. Maar we vertrokken naar Jordanië. Eén dochter is met me mee, de -gehuwde- dochter die dreigbrieven kreeg, is achtergebleven. Veilig is het niet, maar ze wil niet weg.”

Verhalen als die van Shlimon zijn in de Jordaanse hoofdstad Amman in duizendtallen op te tekenen. Sinds de val van Saddam arriveren er dagelijks tientallen nieuwe vluchtelingen. Sommigen behoren tot een etnische of religieuze minderheid en worden persoonlijk bedreigd. Anderen vluchtten uit angst een van de tientallen slachtoffers te worden die dagelijks bij bomaanslagen vallen. Precieze aantallen zijn niet te geven. De schattingen variëren van 300.000 tot 800.000. De vluchtelingen staan nergens geregistreerd.

Grens dicht
„De meeste buurlanden van Irak houden de grens dicht”, zegt Jan de Bruin. De Nederlander is al een aantal jaren in Jordanië om Arabisch te leren en raakte als vanzelf betrokken bij de hulp voor Iraakse vluchtelingen. „Saudi-Arabië heeft problemen gehad met radicale sjiieten en neemt het zekere voor het onzekere. Iran en Syrië laten vluchtelingen maar beperkt toe. Alleen Jordanië verstrekt Irakezen nog toeristenvisums. Na een halfjaar verlopen die, dan zijn de Irakezen illegaal.”

Een andere keuze hebben de Irakezen echter niet. Bovendien is Jordanië geen slechte optie voor een vluchteling. Het land is veilig en goed bereikbaar. Koning Abdullah heeft de macht van een autocraat, maar hij heeft hart voor zijn volk en zijn politiek is doordacht. Door de stabiliteit zetelen er veel buitenlandse ambassades in het land. Dat maakt emigreren naar een ander land makkelijker.

Toeristenvisum
Maar met een toeristenvisum hebben de vluchtelingen geen enkel recht. Een woning kopen mogen ze niet, een arbeidscontract krijgen ze evenmin. Alleen wie juiste connecties heeft, kan aan papieren komen. De rest overleeft in het zwarte circuit. Alles wordt geregeld via connecties. Shlimon had geluk dat haar broer al in Amman woonde en een appartement voor haar kon vinden. Maar werk heeft ze niet. Wel houdt ze in haar wijk een kerkgebouw schoon. De beheerders geven haar zo veel als ze kunnen missen, maar ze kan er met haar gezin amper van rondkomen.

„Zonder netwerk overleef je bijna niet”, zegt Samir Yagho. Net als Shlimon verzint hij ter plekke een schuilnaam. Het noemen van zijn echte naam kan hem in de problemen brengen, net als het vermelden van te veel details. Yagho vluchtte in 1994 naar Jordanië omdat hij met een universitair diploma op zak al jaren als ober werkte. In de dictatuur was geen plaats voor hoog opgeleiden.

„Dat zet vluchtelingen voor het blok. Omdat ze illegaal zijn, kunnen ze moeilijk mensen aanspreken. Op straat lopen politieagenten in burger. Als ze aan je uitspraak van het Arabisch horen dat je Irakees bent en constateren dat je visum is verlopen, zit je vast. De volgende dag sta je aan de grens, met wat pech zonder koffer of een laatste ontmoeting met je familie. Elke Jordaniër kan je aangeven bij de politie. Eén keer ruzie en je positie is onzeker. Zelfs als ze je vrouw lastigvallen, mag je niets doen.”

Beroofd
De Bruin weet van een Iraakse jongen die brood ging kopen voor zijn moeder en onderweg door buurtgenoten werd bedreigd en beroofd. Bij verzet zouden zijn belagers de politie halen. De jongen was negen jaar oud.

De spanning tussen Jordaniërs en Irakezen is verklaarbaar. De faciliteiten van Jordanië, een land met een kleine 6 miljoen inwoners, zijn nauwelijks toereikend voor de enorme vluchtelingenstroom. Het land bezit zowel amper kustgebied als olie en heeft daardoor economisch weinig speelruimte. Water- en werkvoorziening staan onder druk. Ten slotte wil de ironie dat twee derde van de Jordaanse bevolking uit gevluchte Palestijnen bestaat, die echter wel het staatsburgerschap bezitten.

„Jordaniërs klagen dat Irakezen de goedkope baantjes inpikken”, zegt Yagho. „Ze werken immers voor de helft van de prijs. Maar we betalen wel dezelfde huur. Bovendien halen veel Jordaniërs hun neus op voor vieze klusjes. Ze klagen wel, maar buiten ons net zo hard uit.”

Verschrikkingen
Veel Irakezen werken zwart in de bouw, een sector die door hun aanwezigheid ironisch genoeg een impuls krijgt. Toch stijgen de prijzen van huurhuizen en levensmiddelen gestaag. „Wij Irakezen proberen elkaar te helpen”, zegt Yagho. „Dat zit in onze Arabische aard. Maar we zijn nu gewoon met te veel.” Nu er de laatste weken veel Libanezen naar Jordanië vluchten, komen de Irakezen in een nog lastiger parket. De bevolking is eerder geneigd de Libanezen te helpen. Hun verschrikkingen zijn immers nog recent.

Anderzijds verdwijnen er ook Irakezen. Dagelijks worden er illegalen opgepakt en uitgezet, weet Yagho. Zelf stond hij al eens bijna aan de grens, maar omwille van zijn veiligheid kan hij de details niet geven. „We leven onder een constante druk, maar ook dat went. Ik ben al blij dat ik geen trauma’s heb te verwerken. In de wijk woont een jongen van zes wiens vader voor zijn ogen vermoord is. Wie zorgt voor hem?”

Slechte dingen
De Bruin probeert verhalen van vluchtelingen zo goed mogelijk aan te horen. Helpen kan hij vooral praktisch. Omdat hij wel legaal is, kan hij eenvoudiger contacten leggen en netwerken aan elkaar koppelen. Zo werken er nu Iraakse vrouwen voor een handelaar in authentiek Iraaks rietwerk. Thuis kunnen ze producten voor de winkel vlechten.

„Saddam heeft veel slechte dingen gedaan”, zegt Yagho, „maar hij had het land tenminste op orde. Een lange baard was verboden. Saddam bestreed religieus fanatisme. En het werkte. Als christen deelde ik mijn brood met moslims. Nu zonderen ze zich af, extremisten manipuleren de gewone gelovigen. Niemand is sterk genoeg om op te treden.”

Shlimon rekent ook niet op een toekomst in Irak en evenmin op een leven in Jordanië. Ze hoopt door te migreren naar Australië, ongeveer het enige land dat nog vluchtelingen uit Irak toelaat, maar de procedure is lang en zwaar. Yagho: „Veel Irakezen zien Jordanië als een overstappunt naar bestemmingen elders in de wereld. Maar in de praktijk gaat die tweede vlucht eigenlijk nooit.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer