Late zwangerschap
Nederland is vol. Dat geluid kwam de afgelopen jaren vooral vanuit de hoek die zich verzette tegen de stroom aan asielzoekers en andere gezinsherenigende kleurlingen. Als deze bewering ooit waar is geweest, dan is het nu tijd om ’m te corrigeren. Het CBS meldde vanmorgen dat de groei eruit is. In de achterliggende maanden is de bevolking zelfs met 400 inwoners gekrompen. Als de trend doorzet, wordt Nederland dus juist steeds leger.
Trouwens, niet alleen leger, maar ook grijzer. De belangrijkste reden voor de bevolkingsafname is de toenemende emigratie, maar ook het dalende geboortecijfer speelt een rol. Nu vertoont dat cijfer in de loop van de jaren wel meer schommelingen, meestal onder invloed van de economische groeicijfers. Als echtparen zich zorgen maken over de toekomst, heeft dat vaak invloed op de gezinsgrootte. Daarnaast spelen andere factoren een rol: welke mogelijkheden zijn er voor ouderschapsverlof, hoe hoog is de kinderbijslag, hoe zit het met de kosten voor kinderopvang en is er voldoende woonruimte beschikbaar?Ook het antwoord op deze vragen wordt deels bepaald door de financiële barometer. Maar er is meer aan de hand. In het blad Medisch Contact legde een Delftse gynaecologe de vinger bij de trend om de eerste zwangerschap steeds langer uit te stellen. Vrouwen wachten te lang met kinderen krijgen, stelt ze. In 1970 was de gemiddelde leeftijd van de moeder bij het eerste kind 24,8 jaar, inmiddels is dat opgelopen tot 29,5 jaar. De gynaecologe wijst vooral op de risico’s die dat met zich mee brengt. Op hogere leeftijd neemt de vruchtbaarheid af: de helft van alle vrouwen tussen de 30 en de 40 jaar heeft milde tot ernstige vruchtbaarheidsproblemen. Tegelijkertijd is het risico op een miskraam vier keer zo hoog, is de kans op een tweeling gestegen en zijn er meer complicaties. Daarnaast neemt de kans op borstkanker bij de late moeder aanzienlijk toe en worden kinderen vaker te vroeg geboren, met alle gevolgen van dien. „Het is tijd voor een radicale herbezinning.”
Onderzoeken geven aan dat vrouwen eigenlijk meer kinderen zouden willen dan ze in werkelijkheid hebben. Hoe komt het toch dat het kindertal afneemt en moeders steeds later zwanger worden? Hier spelen andere economische motieven een rol dan de eerdergenoemde. Vrouwen volgen steeds vaker een hogere opleiding en nemen op grote schaal deel aan het arbeidsproces. Moederschap laat zich slecht combineren met een baan. Kennelijk tel je als vrouw meer mee als je een leuke baan hebt, dan wanneer je vroeg moeder wordt en een wat groter gezin hebt. Van die verschuiving krijgt Nederland nu de rekening gepresenteerd, niet alleen letterlijk maar ook wat medische, psychische en sociale gevolgen betreft. De gedachte dat het menselijk leven maakbaar is, eist zijn tol.
De oplossing hiervoor zit niet in meer voorzieningen waardoor jonge vrouwen hun werk met het moederschap kunnen combineren, zoals het kabinet probeert door extra geld voor kinderopvang uit te trekken. Moederschap is een baan op zich en moederzorg laat zich niet uitbesteden. Herwaardering voor gezin en moederschap kan bijvoorbeeld blijken door ook fulltimemoeders mee te laten profiteren van die koek.