Cultuur & boeken

Italië is een gemaskerd bal

Titel: ”Een verleidelijk theater. Cultuurwijzer voor het Italiaanse leven”
Auteur: Maarten Veeger; Uitgeverij Bert Bakker, tweede herziene druk 2006
ISBN 90 351 3069 3
Pagina’s: € 15,-.

Jan Legemate
9 August 2006 08:16Gewijzigd op 14 November 2020 03:59

Denkend aan Italië ziet men donkerbebrilde macho’s in straten vol scheurende scooters en schreeuwerige mensen geleid door een parlement vol toneelspelers. Van Italië krijgt de gemiddelde Nederlander alleen warme gevoelens als het over vakantie of eten gaat. Als er iets is wat de schrijver Maarten Veeger niet wil, is het wel met zo’n „zure Hollandse blik” over Italië schrijven. Voor alles stelt Veeger dat „Italië je grijpt; je wilt meedoen en meeleven in dit verleidelijk theater.” Toch slaagt hij er niet altijd even goed in zijn fascinatie voor dit wonderlijke land naar de lezer over te brengen.

Misschien pleit dat echter juist voor dit boek. Veeger, correspondent in Italië voor diverse media, vertelt met luchtige pen over allerhande thema’s van dit land, gelardeerd met prachtige anekdotes. Echt blij word je er echter niet altijd van. Dat Italië een theater is, is wel duidelijk. Verleidelijk is het ook, maar meer omdat het leuker is de klucht te bekijken dan er middenin te leven.

Om maar te beginnen: wat te denken van de premier van dit land, Silvio Berlusconi? Veegers verhalen over deze flamboyante don doen je mondhoeken regelmatig krullen, maar onderwijl kom je als Nederlander wel tot de slotsom dat een stugge Zeeuwse polderjongen in alles te verkiezen is boven ”Il Cavaliere”, de Ridder, zoals Berlusconi in de volksmond heet. „Rechters zijn geestelijk gestoord. Ze zijn een kanker die moet worden behandeld. Het fascisme was een stuk minder vijandig dan zij”, vertelt Berlusconi schaamteloos met een gelifte glimlach over de rechterlijke macht die al jaren achter hem aan zit vanwege smeergeldzaken en vermeende banden met de maffia.

Corruptie en andere onfrisse praktijken keren regelmatig terug in Veegers cultuurwijzer. Veeger tracht vooroordelen en fabels te ontkrachten, maar als het bijvoorbeeld over een uitgesproken typisch Italiaans fenomeen als de maffia gaat -het ultieme voorbeeld van corruptie- kan hij niets anders doen dan verzuchten: „De maffia lijkt geaccepteerd, men heeft de ogen gesloten.” Belastingontduiking, steekpenningen, grootschalige illegale huizenbouw, de noodzaak van informele contacten bij officiële instanties, de recalcitrante omgang met Italiës 90.000 (!) wetten - Veeger biedt pagina’s vol aardigheidjes. Je vraagt je serieus af hoe je als christen met een rein geweten kunt leven in dit land waar zelfs de premier verklaart dat „het moreel acceptabel is belasting te ontduiken omdat een tarief van 50 procent daar nu eenmaal toe uitnodigt.”

Kennelijk werkt de aanwezigheid van het Vaticaan weinig uit. Ondanks dat de paus dagelijks op tv verschijnt en niet één partij de nauwe banden tussen kerk en staat betwist, signaleert Veeger dat het snel gedaan is met de vroomheid als het om geld gaat.

Andere vooroordelen weet Veeger wel overtuigend te ontkrachten: het klassieke Italiaanse familieleven van een kinderrijk gezin waarvoor mama tijdens de lunch een dampende pasta opschept, bestaat alleen nog maar in Bertollireclames. Ook Italiaanse vrouwen zijn geëmancipeerd. Door carrièrezucht trouwt de Italiaan laat en kinderen ’nemen’ kost zo veel, dat vrouwen gemiddeld 1,6 kinderen krijgen. Alleen de aan mama verknochte Italiaanse man past nog niet helemaal in dit moderne beeld. Maar dat is weer geen vooroordeel: de helft van de mannen woont op 28-jarige leeftijd nog thuis.

Veeger biedt een ander inkijkje in dit theatrale Italië dan een vakantiefolder. Ondanks dat de nuchtere en wellicht zure Hollandse blik soms overheerst, blijft Italië aantrekkelijk voor wie daarvoor openstaat. In verwaarloosde trams zitten heren in nette pakken met glanzende schoenen. In oerlelijke restaurants wordt onder felle TL-buizen overheerlijk gegeten. Omringd door foeilelijke wijken van illegaal gebouwde huizen vindt men wonderschone stadspleinen waar straatzangers begeleid door een cassetterecorder stukken opera’s van Verdi zingen.

Wie dit werk uit heeft, weet waarom je eerst een eigen voetbalclub dient te hebben om een zakenimperium op te bouwen, snapt eindelijk waarom Italianen dagelijks vier uur tv-kijken en krijgt enig idee hoe Italianen het voor elkaar krijgen om met een rijbewijs een blindenpensioen aan te vragen.

Deze ”cursus Italië” is een perfect begin om meer te weten van het „gemaskerd bal dat Italië is.” Het boek leest snel, is met humor geschreven en overzichtelijk ingedeeld en vormt daarmee een must-have voor iedereen die wat met Italië te maken heeft - zowel voor iemand die er op vakantie wil gaan als voor degene die er zaken wil doen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer