Verwaarlozing
Het komt in Nederland regelmatig voor dat zelfstandig wonende ouderen zichzelf verwaarlozen. In de regio Midden-Kennemerland is daar recent onderzoek naar gedaan en daaruit bleek dat het meer is dan een incidenteel verschijnsel. Weliswaar is het maar een klein percentage, maar gelet op de grote omvang van de groep 65-plussers gaat het toch om behoorlijke aantallen.
Bejaarden laten hun huis vervuilen, eten slecht, verzorgen zichzelf slecht en leven in een sociaal isolement. In bijna de helft van de gevallen is er sprake van dementie. Hier ligt een probleem dat de komende jaren niet minder zal worden. Het overheidsbeleid is erop gericht ouderen zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen, maar ze moeten dat dan ook nog wel kunnen.
Weliswaar zijn er allerlei vormen van ondersteuning beschikbaar, maar het probleem van deze zichzelf verwaarlozende ouderen is vaak dat zij daar onvoldoende van op de hoogte zijn, niet weten hoe zij die moeten aanvragen of zelfs alle vormen van hulp buiten de deur willen houden.
Vroeger bereikten veel minder mensen een hoge leeftijd. Bovendien was er meer sociale cohesie. Vrijwel iedereen, ook in de stedelijke volksbuurten, had wel een netwerk waarop hij terug kon vallen. Dat is nu stukken minder geworden. Mensen zijn erg op hun vrijheid en zelfstandigheid gesteld, maar dat heeft wel zijn keerzijde.
Familiebanden steIlen ook veel minder voor dan vroeger. Zelfs bejaarden zonder kinderen konden voorheen terugvallen op de hulp en steun van neven en nichten of van jongere broers en zusters. Familieleden woonden dichter bij elkaar, zodat het ook makkelijker was om elkaar bij te staan.
Nu zijn tal van families over half Nederland of soms over de halve wereld uitgezwermd. Ook echtscheidingen dragen bij aan het uiteenvallen van gezins- en familiebanden. De gezinnen zijn tegenwoordig veel kleiner dan vroeger, maar dat betekent wel dat er minder kinderen zijn om op terug te vallen wanneer men oud geworden is.
Daarbij komt dat de toename van het aantal gehuwde vrouwen met een baan het moeilijker maakt om hulp te verlenen aan bejaarde ouders of zich in te zetten voor bepaalde vormen van vrijwilligerswerk in de ouderenzorg. Mensen verdienen liever geld dan dat ze zich beschikbaar stellen voor hun hulpbehoevende ouders of anderen.
In een aantal gevallen willen mensen echter niet geholpen worden. De vraag is altijd hoe je daarmee om moet gaan. Is met die weigering het laatste woord gezegd, ook wanneer je ziet dat mensen steeds minder in staat zijn hun eigen situatie te overzien?
Dat probleem speelt niet alleen bij zichzelf verwaarlozende ouderen, maar ook bij psychisch gestoorden die een zwerversleven leiden. De Senaat blokkeerde onlangs een door de Tweede Kamer aangenomen wetswijziging op grond waarvan gestoorde zwervers tegen hun wil zouden kunnen worden opgenomen.
Een meerderheid van de senatoren vond dit voorlopig te ver gaan. Het gaat hier om mensen die voor anderen geen gevaar zijn, maar van wie wel duidelijk is dat zij zichzelf verwaarlozen. Moet je die echter aan hun lot overlaten? Dat is wel de goedkoopste oplossing, maar is het ook de beste?