Israël ziet af van grondoffensief
JERUZALEM/NEW YORK (ANP) – Israël ziet vooralsnog af van een grootschalig grondoffensief tegen de radicaalislamitische Hezbollah–militie in het buurland Libanon. Wel gaat de joodse staat zijn luchtoffensief tegen Hezbollah–stellingen in Libanon verder opvoeren.
Dat heeft het Israëlische veiligheidskabinet donderdag besloten. De strijdkrachten zouden alleen ’beperkt’ via de grond in Zuid–Libanon willen oprukken.Mogelijk wil Jeruzalem met deze strategie grote verliezen vermijden. Tijdens hevige grondgevechten bij het Zuid–Libanese dorp Bint Jbeil verloor Israël midden deze week nog negen militairen.
Israël voelt zich niet onder internationale druk gezet om zijn aanval tegen Hezbollah in Libanon te beëindigen. Israël zou op de speciale Libanon–crisistop woensdag in Rome zelfs het groene licht hebben gekregen voor het voortzetten van het offensief, stelde de Israëlische minister van Justitie, Haim Ramon. Volgens Ramon kreeg Israël feitelijk toestemming om Hezbollah uit te schakelen, zodat de militante beweging Israël niet meer met raketten kan bedreigen.
De deelnemers aan de internationale conferentie in Rome kwamen niet met concrete maatregelen om het bloedvergieten in Libanon te beëindigen. Zij deden ook geen oproep tot een onmiddellijk staakt–het–vuren.
Volgens de Franse minister van Buitenlandse Zaken, Philippe Douste–Blazy, werkt Parijs aan een plan om tot een beëindiging van het geweld in Libanon te komen. Een Franse resolutie voor de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties voorziet onder meer in de ontwapening van Hezbollah en de vrijlating van de twee Israëlische militairen die door Hezbollah zijn ontvoerd. Parijs wil dat de ministers van Buitenlandse Zaken van de landen die de Veiligheidsraad vormen, volgende week bijeen komen om over de resolutie te praten.
Israëlische aanvallen op Libanon hebben donderdag aan zeker tien mensen het leven gekost. Onder de doden zijn een Nigeriaan en een politieman. Volgens een telling van het Franse persbureau AFP heeft het al ruim twee weken durende Israëlische offensief in totaal 414 personen in Libanon het leven gekost, onder wie 347 burgers. Libanon zelf meldde donderdagavond mogelijk al zeshonderd doden.
Hezbollah–strijders vuurden vanaf Zuid–Libanon weer tientallen raketten af op Israël. Voor zover bekend vielen er alleen gewonden. Een raket raakte een opslagplaats in Kiryat Shmona. Tot dusver zouden Hezbollah–strijders al zeker 1400 raketten hebben afgevuurd op Israëlische doelen.
De Verenigde Naties eisten donderdag betere toegang tot de ontheemden in Libanon om broodnodige humanitaire hulp te kunnen bieden. Door het Israëlische oorlogsgeweld zijn al zo’n 750.000 Libanezen van huis en haard verdreven. De VN hebben momenteel slechts „zeer beperkte toegang" tot hen, aldus de Hoge Commissaris voor de vluchtelingen van de VN, de Portugees António Guterres.
Van de honderdduizenden ontheemden zijn 45 procent kinderen. Van de doden en gewonden is meer dan een derde kind.
De VN–Veiligheidsraad is er niet toe gekomen de Israëlische aanval te veroordelen waardoor dinsdag in Zuid–Libanon vier ongewapende VN–waarnemers omkwamen. Zoals gebruikelijk namen de Verenigde Staten hun bondgenoot Israël in bescherming. China had een verklaring geëist waarin de aanval werd veroordeeld. Een van de slachtoffers van de aanval was een Chinese waarnemer, naast een Oostenrijker, een Canadees en een Fin. De VS weigerden echter elke kritiek op hun bondgenoot Israël, aldus diplomaten.