Vrede voor Jeruzalem
Ofschoon er in juridisch opzicht vragen bij zijn te stellen, kan er feitelijk gesteld worden dat Israël op dit moment in oorlog verkeert. Al bijna twee weken zijn er heftige vijandelijkheden tussen de Israëli’s en de Hezbollah in Zuid-Libanon. In de schaduw van dit conflict is er ook een gespannen situatie in de Palestijnse gebieden, waar Israël met behulp van militair materieel de leiders onder druk zet.
Inzet van de strijd is de gijzeling van Israëlische soldaten, een door Hamas en twee door Hezbollah. Zolang deze militairen niet vrij zijn, zwicht premier Olmert niet voor de druk vanuit de wereld om de vijandelijkheden te staken. Dat dit Israël in toenemende mate kwalijk wordt genomen, laat de bevolking niet onberoerd maar doet de vastberadenheid niet wankelen.Het is opvallend dat het collectieve geheugen van de wereld kennelijk heel kort is. Gemakkelijk wordt vergeten wie de aanstichters zijn van de huidige escalatie van geweld: niet Israël, maar strijders van Hamas en van Hezbollah. Politici en verslaggevers besteden nauwelijks meer aandacht aan het begin van de crisis.
Zij meten daarentegen de verwoestende gevolgen van de Israëlische aanvallen breed uit. Waarbij het beeld steeds nadrukkelijker wordt neergezet dat de Joden agressieve, niet ontziende strijders zijn die hun gelijk willen halen ten koste van duizenden onschuldige burgers.
Zeker mag niet onderschat worden dat er momenteel in Zuid-Libanon zwaar geleden wordt. Een groot deel van de bevolking heeft part noch deel aan de gewapende strijd van Hezbollah, maar lijdt nu wel onder de gevolgen daarvan. Deernis en meeleven met deze mensen is gepast.
Bewogenheid met de getroffen Libanese bevolking mag er echter niet toe leiden dat Israël de zwartepiet wordt toegespeeld. Dat gebeurt nu.
En dat geschiedt niet voor het eerst. De media beschuldigden Israël er vaker van buitenproportioneel geweld te gebruiken en dus van agressief gedrag. Terwijl het land vaak niet anders kan dan gewelddadig op te treden. Eenvoudig omdat het gevaar reëel is om anders onder voet te worden gelopen. Immers, nog zijn vrijwel alle omringende, Arabische volken uit op vernietiging van de staat Israël.
De situatie in het Midden-Oosten is kritiek. Niemand kan zeggen waar dit conflict eindigt. Zeker is echter dat Israël geen andere keus heeft dan zich met hand en tand te verdedigen.
In de huidige situatie verdient het land de steun en de solidariteit van democratische volken. En zeker van christenen die geloven in de God van Abraham, Izak en Jakob. Ook al loopt er een diepe scheidslijn tussen Joden en christenen, dat doet niets af aan de bijzondere plaats die het volk Israël inneemt. De Joden zijn de beminden om der vaderen.
Die unieke positie betekent niet dat elke daad van Israël bij voorbaat goedgekeurd moet worden. Dat land wordt net zoals alle andere bevolkt door zondige mensen die verkeerd kunnen handelen. Net zoals vooringenomenheid in negatieve zin valt af te keuren, kan er geen sprake zijn van positieve vooringenomenheid. Dan wordt elke Israëlische daad verdedigd omdat het om Joden gaat. Dat gaat te ver.
Cruciaal is niet dat Israël om zichzelf zo’n bijzonder volk is, maar omdat de God der vaderen het volk heeft uitverkoren. Dat verklaart ook de afkeer van het volk. Antisemitisme is ten diepste niet een afkeer van de Joden maar van de God Die dit volk Zijn bijzondere gunst toezegde.
Die uitverkiezing is ook de reden waarom gebeden mag worden om de vrede voor het volk Israël. Die vrede komt ook. Vast en zeker. Hij is immers beloofd.
Het gebed mag daarom zijn of de vredesbelofte snel vervuld wordt. Bid om de vrede voor Jeruzalem. Daar zullen de volken baat bij hebben.