„De DAF was een zenuwachtige bak”
ROTTERDAM - Modern, gestroomlijnd en trendsettend. Dat waren de DAF-, Volvo- en Mercedes Benzstadsbussen die de RET begin jaren negentig liet ontwerpen. Na vijftien jaar trouwe dienst rijden enkele voertuigen zaterdag een afscheidsrit door Rotterdam. „Met de Volvo liepen alle chauffeurs weg.”
Carel Scholte (54) werkt zijn halve leven al als chauffeur bij de RET, de Rotterdamse stadsvervoerder. Een echte busfreak, die alle modellen, serievoertuigen en technische details uit zijn mouw schudt. „De Volvo 500- en 600-serie, waarvan er 58 stuks verdwijnen, dat waren de lekkerste bussen om mee te rijden. Daar liepen alle chauffeurs mee weg. De bestuurdersruimte was ergonomisch gezien perfect. Als je vermoeid achter het stuur kroop, kwam je er na je dienst uitgerust achter vandaan.”Scholte kruipt achter het stuur van een Volvo, waarvan enkele geparkeerd staan in de RET-remise aan de Sluisjesdijk. „Kijk, het stuur is verstelbaar, alle knopjes zitten binnen handbereik en de gas- en rempedalen hebben de juiste gradenhoek. Of dat belangrijk is? Nou en of. Als pedalen niet in de juiste gradenhoek staan, krijg je als chauffeur overal kramp.”
De rapportcijfers van beide DAF-modellen, de Berkhof en de Den Oudsten -vernoemd naar de carrosseriebouwers- vallen beduidend lager uit. Vierendertig stuks verdwijnen voorgoed uit het stadsbeeld. „De DAF’s zijn zenuwachtige bakken. Door het veergedrag en wegligging deint de bus constant heen en weer. Je moet het voertuig telkens corrigeren.”
Ook voor de passagiers waren de DAF’s niet altijd een pretje, meent Scholte. „Bij een bushalte zakte het voertuig naar links, waardoor deze rechts omhoog kwam. Lastig voor de oudjes, zo’n hoge instap. Bovendien waren de elektrische deuren, in tegenstelling tot pneumatische, storingsgevoelig. Als de bus op een helling stond, bleven de deuren pendelen.”
Nee, dan de Mercedes Benz 400-serie. Daarvan verdwijnen er veertien stuks uit de boeken. „De meest betrouwbare bus”, reageert Scholte stellig. „Alle kinderziekten zijn overwonnen. Het voertuig heeft een breed panorama, dus een goed overzicht op de weg. Het was de eerste bus met een lage stoelstand voor de chauffeur. Je keek als het ware tegen de passagiers op.”
Ondanks alle plussen en minnen, waren de DAF’s, Volvo’s en Mercedes Benzen bij aanschaf, vijftien jaar geleden, een revolutie in vergelijking met de overbekende rode standaard stadsbussen die het straatbeeld van elke grote stad jarenlang bepaalden.
Volgens Scholte was de Rotterdamse stadsvervoerder de eerste in Nederland die zijn busarsenaal in moderne RET-kleuren schilderde; wit, met groene en rode biezen. „Ze waren modern, gestroomlijnd en trendsettend. De voertuigen pasten bij de ambities van Rotterdam, waar steeds meer hoge gebouwen verrezen. Andere grote busmaatschappijen imiteerden ons met dat model.”
De 109 voertuigen die verdwijnen zijn economisch afgeschreven. Ze worden particulier verhandeld naar derdewereldlanden. Enkele exemplaren zijn geschonken aan stichting ReMeO, die zich inzet voor het behoud van historisch mobiel erfgoed.
Inmiddels staan negentig gloednieuwe modellen klaar, de Mercedes Citaro. „Het voertuig is schoner, comfortabeler en geschikt voor rolstoelers. Opnieuw een kleine revolutie op busgebied”, meent Scholte.
Dat maakt het afscheid van de oude bakken een stuk draaglijker. „De Citaro is alsof je in een luxe personenauto rijdt. De airco werkt in dit voertuig achter in de bus perfect. Met hoge temperaturen heel belangrijk voor de passagiers.”