Landschapsles
Wie verre reizen maakt of via internet satellietbeelden bekijkt, kan wereldwijd grote verschillen zien in de ontwikkeling van het landschap. Sommige gebieden zijn al eeuwenlang ongerept, terwijl andere voortdurend veranderen. Bij nadere bestudering blijkt er wel een patroon in te herkennen.
Wie bijvoorbeeld vanuit een vliegtuig op terugreis vanuit Zuid- of Midden-Europa naar Nederland de diverse landschapstypen in vogelvlucht observeert, kan een aantal kenmerkende zaken waarnemen.Zo zijn in de bergachtige gebieden de sporen van menselijk ingrijpen schaars. Alleen in de groenbeboste dalen komen hier en daar wegen en gebouwen voor, en als snippers verspreide akkers en weiden. Naarmate de bergen meer heuvelachtig worden nemen de agrarische percelen in grootte en aantal toe en zijn er ook meer bebouwingskernen te zien. Navenant neemt de hoeveelheid natuurlijk groen af.
Wanneer er in de nog lager gelegen gebieden rivieren een bevaarbare breedte krijgen, zijn op knooppunten met verkeerswegen de eerste steden te zien, compleet met bedrijfsterreinen, sportvelden, en een enkel regionaal vliegveld. Cultuur- en natuurlandschap zijn hier nog aardig in evenwicht.
Dat verandert naarmate de kustgebieden naderen. Dan worden steeds meer rechte lijnen zichtbaar. De menselijke activiteiten schikken zich niet langer in de natuurlijke contouren, maar volgen de logica van de lineaal. Het landschap wordt doorsneden met weg- en spoorverbindingen, rivieren zijn gekanaliseerd en woonwijken en industrieterreinen mozaïeksgewijs volgebouwd.
Zelfs parken en landbouwpercelen blijken rechthoekig verkaveld. Grootschalige gebouwencomplexen met veel hoogbouw, en uitgestrekte zee- en luchthavens domineren het beeld. Van het oorspronkelijke landschap is weinig meer over.
Onevenwichtig
Wij Nederlanders zijn niet de enigen die zo leven. Inmiddels woont en werkt circa 80 procent van de wereldbevolking in dergelijke dichtbevolkte en economisch sterke kustdelta’s. Dit wordt bevorderd door technologische en economische ontwikkelingen, zoals verregaande specialisatie en schaalvergroting, verbeterde transportmogelijkheden en vrijere wereldhandel.
De goed bereikbare kustregio’s hebben zo het beste aanbod van goederen en diensten. Dat lokt mensen uit meer geïsoleerde en in ontwikkeling achterblijvende gebieden.
Daartoe behoren bergachtige en sterk heuvelachtige landschappen: agrarische productiviteit kan daar niet door perceelvergroting toenemen en aan- en afvoer van goederen is er lastig. Doordat mensen kiezen voor gemak en welvaart ontstaat er wereldwijd een zeer onevenwichtige bevolkingsverdeling met grote nadelige gevolgen voor de schepping.
Vanuit Bijbels oogpunt is dit ongewenst: de mens heeft de opdracht gekregen om de gehele aarde te vervullen (Genesis 9). Het zich omwille van eigen macht en voordeel concentreren wordt in het verhaal van de torenbouw van Babel duidelijk afgekeurd.
Opvallend is de voorzegging dat er in de laatste tijden een nieuw Babylon zal zijn in de vorm van een commercieel zeer succesvolle kuststad (Openbaring 18). Het blijkt nu een logisch gevolg van het eveneens voorzegde materialisme.
Nog een praktische gewetensvraag: moeten we ons in Nederland bij investeringen meer richten op de Randstad of op de randgebieden?
De auteur is adviserend ingenieur.