Slecht uitgeslapen achter het stuur
LELYSTAD - ’s Winters is het gevaarlijk op de weg, ’s zomers zo mogelijk nog gevaarlijker. Veel automobilisten stappen slecht voorbereid en onvoldoende uitgeslapen achter het stuur voor een monsterrit van meer dan 1000 kilometer naar hun vakantieadres in de Alpen of Zuid-Frankrijk. „Levensgevaarlijk.”
In de zinderende hitte tolt een uit de kluiten gewassen zwarte Alfa Romeo om z’n as op het rijvaardigheidscentrum Prodrive, achter vliegveld Lelystad. De forse Italiaan probeert wanhopig op het natgespoten wegdek uit de slip te komen. Tevergeefs. De oranje pionnen op de weg vliegen in het rond.Voor de tweede keer volgt Van Vugt uit Oosterhout de rijvaardigheidstraining. Nu samen met zijn dochter, die net twee jaar haar rijbewijs op zak heeft. „Ongemerkt sluipen er verkeerde gewoonten in je rijgedrag”, weet Van Vugt. „Het is goed om die eruit te halen.” Onderuitgezakt hangt hij achter het stuur. „Rechtop zitten”, doceert instructeur Pascal van Keken.
De thermometer wijst dik 30 graden. „De kans op een ongeval is in de zomermaanden groter dan in de winter”, stelt verkeersveiligheidsdeskundige Paul Maaskant van Prodrive. Circa 95 procent van de verkeersongevallen wordt veroorzaakt door menselijk falen. „Elke dag vertrekken er drie mensen ’s ochtends van huis die ’s avonds niet meer thuiskomen.”
De omstandigheden zijn zomers ongunstig: verblindende zon, vermoeiende warmte en afwijkend verkeersgedrag van vakantiegangers op de weg. „Nederland is niet gewend aan zomerse hitte.” In de winter zijn bestuurders veel alerter op mogelijk gevaarlijke situaties en passen ze hun snelheid eerder aan.
Bij warm weer zitten automobilist minder geconcentreerd achter het stuur en reageren ze minder alert, legt Maaskant uit. „Heb je er zelf geen last van, dan een ander wel.” Reactiesnelheid is van groot belang. „Reageer je met 120 kilometer per uur een seconde trager, dan ben je alweer 30 meter verder.” Met alle mogelijke gevolgen van dien.
Snelwegen kunnen in de zomer in enkele minuten spiegelglad worden, waarschuwt Maaskant. „In de eerste regenbui na een droge periode ontstaat er schuim op het wegdek door olie, stof, zand en water.” Ook het wegdek van rotondes kan glad worden. Prodrive traint automobilisten op dergelijke situaties. „Niet om uit de slip te raken, maar om te voorkómen dat je in een slip raakt.”
Vakantieverkeer vormt in de zomermaanden een extra risico op de weg. De verkeersveiligheidsdeskundige verbaast zich erover dat mensen die het hele jaar door alleen korte ritjes woon-werkverkeer maken, in de vakantie in één ruk 1000 kilometer afleggen. „Dat is vragen om moeilijkheden”, verzekert Maaskant. „Beroepschauffeurs moeten zich houden aan de rijtijdenwet, automobilisten gek genoeg niet.”
Veel vakantiegangers gaan, met slechts enkele uren nachtrust, heel vroeg op pad. „Onverstandig.” Vooral in de stress direct na het vertrek -„zijn we niets vergeten?”- gebeuren veel ongelukken. Vakantiegangers doen er volgens Maaskant goed aan geen wedstrijd van hun reis te maken. „Laat je vakantie beginnen met de rit. Geniet ervan. Waarom moeten we in een keer naar de Côte d’Azur rijden? Neem een overnachting onderweg.”
Met enkele eenvoudige tips zijn grote moeilijkheden te voorkomen. „Leg geen losse voorwerpen in de auto. Een appel op de hoedenplank wordt bij een aanrijding een projectiel dat extra letsel kan veroorzaken. Breng de bandenspanning van een zwaar beladen auto op de hoogst aangegeven waarde. Maak de ruiten schoon en vul de ruitensproeier bij. Wees je ervan bewust dat een volgepakte auto anders reageert doordat het zwaartepunt ergens anders ligt.”
Afstand houden blijft heel belangrijk. „Afstand kan je redden. Een handige stelregel is dat je de helft van je snelheid in meters afstand moet houden. Bij 100 kilometer per uur houd je 50 meter afstand, bij 120 dus 60 meter.” Afstand schatten moeilijk? Niet met behulp van de reflectoren die om de 50 meter op de vangrail staan. Goede afstand in de file? „Je moet de achterwielen van je voorganger kunnen zien. Neem altijd de rechterrijstrook. In noodsituaties kun je zo nodig ontsnappen via de vluchtstrook.”
Een rijvaardigheidtraining is volgens Maaskant geen overbodige luxe. „Gewone rijopleidingen besteden geen aandacht aan het maken van een noodstop. Dat is even onbegrijpelijk als waar. Auto’s worden steeds knapper, maar de rijopleiding is al twintig, dertig jaar hetzelfde.”