De kunst van het leidinggeven
Titel:
”De 21 geboden van modern leiderschap”
Auteur: Harry G. Starren en Twan van de Kerkhof
Uitgeverij: Business Contact
Amsterdam/Antwerpen, 2001;ISBN 90 254 9578 8; 199 blz.; € 21,97 (ƒ 49,-).”Vaardigheden voor nieuwe managers”, door Morey Stettner; uitg. Academic Service, Schoonhoven, 2001
ISBN 90 5261 381 8
Pagina’s: 175
Prijs: € 17,71 (ƒ 39,50).
Laat kritiek niet volgen op een compliment. Stel vragen in plaats van iemand tegen te spreken. Vermijd de woorden ”altijd”, ”nooit” en ”ergst”. Voor iedereen die zijn vaardigheden als manager wil vergroten of nieuwe inspiratie op dit vlak wil opdoen, zijn recent twee nieuwe boeken verschenen.
Het eerste boek, ”De 21 geboden van modern leiderschap”, is vooral inspirerend van aard. In de vorm van 21 geboden laten Harry G. Starren en Twan van de Kerkhof zien wat in hun ogen belangrijk is voor modern leiderschap. Van de Kerkhof, hoofdredacteur van het maandblad Management Scope heeft diverse publicaties en boeken op dit vlak op zijn naam staan.
In hun inleiding maken de auteurs duidelijk wat ze bedoelen met de kwalificatie ”modern”. De ondergang van het RSV-concern in 1983 zou de grens markeren tussen de eeuw van de industrie en de eeuw van de kennisintensieve dienstverlening. Met deze overgang is ook een nieuw soort leiderschap belangrijk geworden. Ging het vroeger vooral om beheersing van productieprocessen en daarmee ook om controle over het personeel, nu gaat het om dienstbaar leiderschap. De medewerkers bepalen zelf hun doelen en de baas gaat hen helpen die doelen te bereiken.
De organisatie is niet langer een machineachtig raderwerk, maar veel meer een levend organisme. Levende organismen verlangen geen beheersing, maar de vrijheid om hun eigen orde te scheppen. Positief te waarderen is daarbij het gesignaleerde feit dat werknemers niet zozeer meer te lokken zijn met financiële prikkels, maar vooral gaan voor het gevoel zinvol bezig te zijn.
Bezielende visie
Het eerste gebod luidt: „Gij zult een bezielende visie hebben.” Ten minste zo belangrijk als de inhoud van de visie is de communicatie erover. Goede leiders zijn verhalenvertellers. Meer nog dan praatjesmakers zijn het plaatjesmakers. Wanneer je een steenhouwer vraagt wat hij aan het doen is, getuigt het van weinig fantasie wanneer hij zegt dat hij geld aan het verdienen is. Van visie getuigt het wanneer zijn antwoord luidt: „Ik bouw kathedralen.”
Het tweede gebod luidt: „Gij zult daden bij uw dromen voegen.” De auteurs lijken in tegenspraak met zichzelf te komen als ze hier de term ”managen” herleiden tot de Latijnse oorsprong ”manus agere”, wat dan wordt omschreven als ”de boel naar je hand zetten”. Bedoeld wordt echter vooral dat nadenken en uitvoeren in de kenniseconomie hand in hand gaan. Alleen vertrouwen uitstralen schiet tekort. Bij die daden gaat het meer om snelheid dan om perfectie. De kosten van uitstel liggen namelijk veel hoger dan die van een eventuele fout. Bovendien kan er van een mislukking veel worden geleerd.
Op soortgelijke wijze wordt de leider geboden de medewerkers te dienen, te luisteren, te vertrouwen, de eenzaamheid te verdragen, integer te zijn, zichzelf te kennen, enzovoorts. En voor wie zich dan misschien afvraagt of hij al deze leidraden wel zal kunnen vasthouden, volgt er een laatste hoofdstuk: ”Gij zult geen geboden gehoorzamen”.
De wat simplistische opzet van het boek in de vorm van 21 geboden, staat haaks op de inhoud, die beslist van niveau is. De vele citaten van topmanagers en managementgoeroes maken het boek tot boeiend leesvoer voor de gevorderde manager die zichzelf nog wat beter wil afstemmen op de ”nieuwe economie”. Een index en een literatuuropgave van twintig pagina’s completeren het geheel. Een pluspunt is dat van ieder vermeld boek een korte samenvatting wordt gegeven.
Vaardigheden
Voor wie nog aan het begin staat van het leerproces als leidinggevende, is het boek ”Vaardigheden voor nieuwe managers” van Morey Stettner meer geschikt. Het richt zich expliciet op leidinggevenden die nog in de startblokken staan. In ”Vaardigheden voor nieuwe managers” worden op overzichtelijke wijze veel tips en technieken aan de hand gedaan. Wie in zijn oude functie kon uitblinken door kundig te zijn op één bepaald gebied, kan nu alleen goed presteren als zijn mensen het werk goed doen. Als zij falen, is de manager de klos.
Zes mythes over management worden ontzenuwd, zoals de mythe dat je alles zelf zou moeten beslissen, dat je altijd objectief zou moeten zijn en dat je nooit zou mogen opgeven. „De meeste nieuwe chefs willen alles tegelijk. Ze willen hun mensen als vriend behandelen, maar tegelijkertijd nooit zwak zijn of fouten toegeven. Ze zijn er trots op dat ze achter hun mensen staan, terwijl ze overhaast besluiten nemen zonder oog te hebben voor de belangen van hun personeel.”
Er wordt aandacht besteedt aan communicatieve vaardigheden. Terecht wordt de kunst van het luisteren uitvoerig besproken, maar ook de kunst van het spreken en de vaardigheid van het kritiek geven komen aan bod. Het boek is prettig leesbaar en heeft een verzorgde lay-out. De tekst is verlucht met leuke en informatieve kaders, die van verschillende pictogrammen voorzien zijn. Zo kun je snel kennisnemen van ”voorbeelden”, ”kneepjes van het vak”, ”foutenremmen” en tips voor ”slim management”.
Foutenrem
Zo leert de nieuwe manager om geen zogenaamde ’verzuipvragen’ te stellen, waarmee bedoeld wordt een spervuur van vragen en opmerkingen, waarmee je werknemers volledig in verwarring brengt, omdat ze niet meer weten waar ze op moeten antwoorden. Afgeraden wordt kritiek vooraf te laten gaan aan complimenten. Deze zogenaamde ’sandwichtechniek’ zou voor kinderen van zeven goed werken, maar niet voor volwassenen. Een ”foutenrem”: Vermijd bij het bekritiseren van iemand de woorden ”altijd”, ”nooit” en ”ergst”. Dit soort overdrijving zou het zicht op wat er echt aan de hand is alleen maar vertroebelen.
Een ”kneepje van het vak” ten slotte: Stel vragen in plaats van iemand tegen te spreken.
Elk hoofdstuk wordt afgesloten met een managerschecklist. Hier en daar ogen de adviezen wat al te gemakkelijk. Met de vele losse tips en adviezen dreigt bovendien de samenhang hier en daar verloren te gaan. De pretentie van de uitgever is daarom ook niet meer, maar ook niet minder dan het bieden van een boek met een praktische inslag, zonder veel theoretische ballast. In die opzet zijn de auteurs zeker geslaagd.