Geweld eist veel levens in Irak
BAGDAD - Door aanslagen en schietpartijen zijn vrijdag in Irak weer tientallen mensen om het leven gekomen. In de noordelijke oliestad Kirkuk schoten onbekende schutters bij een aanval op een legerpost dertien Iraakse militairen dood, meldde een legerwoordvoerder.
Ten zuidoosten van de Iraakse hoofdstad Bagdad namen gewapende mannen een minibus onder vuur. Volgens een politiewoordvoerder kwamen vijf sjiitische pelgrims in het voertuig om.In Bagdad vielen zelfs veertien doden toen een bom bij een soennitische moskee ontplofte. De slachtoffers waren allen moskeegangers die na het vrijdaggebed het islamitische gebedshuis verlieten.
Bij een mortieraanval op een sjiitische moskee in Balad Ruz, 70 kilometer ten noorden van de Iraakse hoofdstad, vielen twee doden en zes gewonden, zei een politiewoordvoerder.
Volgens een analyse van het begrotingskantoor van het Amerikaanse Congres heeft de oorlog in Irak de Amerikaanse belastingbetaler tot nog toe bijna 300 miljard dollar (236 miljard euro) gekost. Ervan uitgaande dat alle Amerikaanse troepen tegen het eind van 2009 uit dat land zijn teruggetrokken, kunnen de kosten oplopen tot bijna 500 miljard dollar (394 miljard euro).
De kosten zijn veel hoger dan aanvankelijk werd geschat. Lawrence Lindsey, voormalig economisch adviseur van het Witte Huis, schatte de kosten destijds tussen de 100 en 200 miljard dollar. Andere regeringsfunctionarissen meenden dat hij de kosten te hoog inschatte en Lindsey verloor zijn baan.
De Zuid-Koreaanse zakenman Tongsun Park is donderdag door een rechtbankjury in New York schuldig verklaard aan het aannemen van minstens 2 miljoen dollar om het olie-voor-voedselprogramma van de Verenigde Naties voor Irak te beïnvloeden. Hem hangt een straf van vijf jaar gevangenis boven het hoofd.
Park raakte in opspraak door zijn rol als kroongetuige in ”Koreagate”, waarin Zuid-Koreaanse inlichtingendiensten Amerikaanse politici omkochten. In het olie-voor-voedselschandaal liet hij zich volgens het openbaar ministerie betalen voor zijn contacten met personen die invloed hadden op de besluitvorming binnen de Verenigde Naties, onder wie voormalig secretaris-generaal Boutros Boutros-Ghali.
Het olie-voor-voedselprogramma was bedoeld om de humanitaire gevolgen van de economische sancties tegen Irak na de inval in Koeweit in 1990 te verzachten. Via het programma probeerde het regime van Saddam Hussein die sancties op slinkse wijze te omzeilen.