Opinie

Vakantietijd

Elk jaar in de zomermaanden dient de vakantie-uittocht zich weer aan. Massaal trekken de mensen weg. Het valt op dat de afstanden steeds groter worden. En dat niet alleen, ook het aantal keren dat men met vakantie ’moet’ neemt toe. Steeds meer mensen hebben aan één vakantie per jaar niet genoeg.

Dr. Ir. R. A. Jongeneel
14 July 2006 08:07Gewijzigd op 14 November 2020 03:56

Voor economen is die extra vraag naar vakanties niet zo verwonderlijk. Vakanties zijn luxegoederen. Mensen willen graag op vakantie, verre oorden zien, nieuwe ervaringen opdoen. Het kenmerkende van luxegoederen is dat mensen er meer van gaan vragen naarmate ze meer geld te besteden hebben. Toenemende welvaart leidt dus tot een meer dan proportionele stijging van het aantal vakanties. Vakantie is in de economie gewoon een consumptiegoed. Net zoals je een appel consumeert of een boek leest, gebruik je een vakantie.En dat het steeds mooier, verder en gekker moet, is vanuit de economie gezien ook niet moeilijk te begrijpen. Want er bestaat naast gewone consumptie ook nog zoiets als symbolische consumptie. Dan gaat het bijvoorbeeld niet meer om de auto als vervoermiddel, maar om de bolide als statussymbool. Waarom zou wat je bij auto’s hebt zich niet ook bij vakanties voordoen?

Zijn vakanties een must? Bij de vraag naar voedsel gaat het uiteindelijk om fysieke behoeften. We leven niet bij brood alleen, maar zonder brood kunnen we ook niet leven. Is dat nu bij op vakantie gaan ook zo? Is dat een noodzakelijke behoefte? Die vraag lijkt niet zo gemakkelijk te beantwoorden.

Vader Jacob
Denk bijvoorbeeld aan de middeleeuwen. Men had niet eens een woord voor vrije tijd, laat staan voor vakantie. Dat begrip is pas veel later uitgevonden. Vakanties waren in de middeleeuwen dus niet aan de orde.

Was alle tijd dan werktijd? Nee, zo was het ook weer niet. Denk maar eens aan alle heiligendagen die men had te vieren. Dat waren er nogal wat, zo veel dat men zelfs kan zeggen dat de middeleeuwers druk waren met nietsdoen. Hoewel het leven toen veel meer dan vandaag in het teken van de strijd om het bestaan stond, kan dus niet worden gezegd dat men niet aan collectieve rustmomenten toekwam.

Wat opvalt is dat in de middeleeuwen de tijd en de tijdsindeling helemaal op God betrokken waren. Dat gold eigenlijk voor het hele leven. Dagelijks waren er zeven gebedsdiensten, waaronder de zogenaamde metten. De metten waren nachtelijke gebeden, waar de geestelijke op de een of andere manier voor gewekt moest worden. Vandaar ons kinderliedje ”Vader Jacob”. Het liedje dankt zijn ontstaan aan geestelijke vader Jacob, die zich heeft verslapen en de klokken voor de metten niet tijdig heeft geluid. Verder werd in de middeleeuwse agrarische samenleving het tijdspatroon natuurlijk sterk bepaald door de landbouwwerkzaamheden.

Hoe dan ook, gezegd kan worden dat zelfs in die donkere middeleeuwen de balans tussen arbeid en rust in de gaten werd gehouden. En daarmee hield men rekening met het oerchristelijke principe van de sabbat. Arbeid en rust dienen elkaar af te wisselen. Adviseerde ook Jezus zijn discipelen na inspannende pastorale arbeid niet „een weinig te rusten”? In dat perspectief heeft ook de vakantie haar plaats. Even de teugels laten vieren, even afstand nemen van de dagelijkse routine. Fijn als dat kan, iets om dankbaar voor te zijn.

Kwali-tijd
Waarom gaan mensen op vakantie? Volgens de Franse filosoof Pascal is dat vooral om de afleiding en om er na afloop tegenover anderen over te kunnen praten en over op te kunnen scheppen. Zo kan vakantietijd een tijd zijn die actief moet worden ingevuld om maar niet bij jezelf te hoeven zijn: verstrooiing om maar niet te hoeven nadenken. Vakantietijd moet ook ”quality time” zijn. Hoe vertaal je dat? Als kwaliteitstijd, of is kwali-tijd toch leuker? Misschien moeten we het daarom dit jaar eens meer in verdieping dan in de afstand of de frequentie zoeken.

Pascal schrijft in zijn ”Pensées” (Gedachten) dat er niets wat mensen zo proberen te vermijden dan het nemen van rust. We streven naar een rustig leven, zo stelt hij, maar zodra die rust dichtbij lijkt te komen, vullen we de tijd weer op met activiteit. Zo is de jager meer geïnteresseerd in de jacht dan in de buit. Hij wil proberen te schieten wat hij nog niet eens zomaar als cadeau zou willen hebben. Het vermaak gaat voor de zaak. Mensen zijn bang dat als ze over zichzelf en hun toestand zouden nadenken hen dat ongelukkig zou maken. Maar dat is een vlucht, aldus Pascal.

Vakantietijd is juist bij uitstek een moment om tot jezelf te komen en je te bezinnen. Wie dat in het licht van het Evangelie mag doen, vindt daarmee juist een geluk dat andere zaken, hoe goed en mooi ook, nooit kunnen bieden. Zou het niet mooi zijn als we in de verhalen na afloop ook daarover aan elkaar wat zouden kunnen vertellen? Gezegende vakantie gewenst!

De auteur is universitair docent Wageningen Universiteit.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer