Ontmoeting met de zee
Wie een dag lang kennismaakt met Schouwen-Duiveland ontmoet steeds weer de zee. De Noordzee bracht in vroeger tijden voorspoed door handel en visserij. Tegenwoordig lokt het water veel toeristen naar het Zeeuwse eiland. De ramp in 1953 heeft echter de duidelijkste sporen achtergelaten.
Zeeland telt de meeste zonuren van Nederland, zo wil de VVV doen geloven. Op deze junidag schijnt de zon echter niet. Zelfs de geiten schuilen tegen de striemende regen. Het weer nodigt niet uit voor een wandeling langs de kreken van Ouwerkerk, ontstaan door de watersnood van 1953. De zangvogeltjes houden zich stil in het natuurgebied, de eenden wachten op drogere tijden.De uitgestippelde krekenwandeltocht -naar keuze 6, 12, 15 of 25 kilometer- leidt ook door de kern van Ouwerkerk. Het Zeeuwse dorp dankt zijn bekendheid aan de ramp. Op vrijdag 6 november 1953 werd hier het laatste gat in de dijken gedicht met behulp van caissons, grote betonnen bakken. In een van deze caissons is het Watersnoodmuseum gevestigd.
Perslucht
Ouwerkerk slaapt op deze middag, alleen als de schoolbel klinkt gaat een lichte deining door het dorp. „Hier kun je leuk wandelen”, vertelt een vrouw die haar kinderen op gaat halen. „In Ouwerkerk mag alles. Als iemand op zondag zijn gras wil maaien, dan kan dat.” Ze schrikt van haar eigen uitspraak en springt op de fiets. „Niet mijn naam vertellen, hoor”, roept ze naar haar moeder, die het gesprek voortzet.
Moeder woont in een zogeheten Noorse woning, een geschenk van de Noorse regering na de ramp. „Meer dan 16 procent van de inwoners is verdronken. Ik woonde op de hoger gelegen Ring. Tegenwoordig worden de geschenkwoningen veel verhuurd als vakantiehuis.”
Moeder houdt zich aan de afspraak met haar dochter en weigert een naam te zeggen. Het bordje bij de deur verraadt haar. Vermeulen, staat er in sierlijke letters.
De wandeling eindigt bij de Weg van de Buitenlandse Pers, vernoemd naar het journaille dat hier verbleef om de ramp te verslaan. Bij het vertrek schonken de persmensen 128 populieren. Een bord langs de kant van de weg heeft het opschrift ”Perslucht”. Duikers snappen de juiste betekenis, de tekst roept bij een journalist argwaan op.
Niet het hele eiland dommelt. In Zierikzee, een paar kilometer verder, is het een drukte van belang. Toeristen bepalen het straatbeeld van de hoofdstad van Schouwen-Duiveland. De middenstand leeft van toerisme. Zo maakt de stadsbakkerij midden in de zomer oliebollen, speciaal voor de Duitse toerist. „Zij zijn er gek op.” De verkoopcijfers mogen er zijn: 170 bollen op werkdagen, ruim 250 op zaterdag. En dat in juni.
„Het lijkt net of het in Zierikzee altijd vakantie is”, zegt de 79-jarige Bram Versluis. „Als hier zo’n half miljoen moffen aan de kust zijn, waan ik mij in Duitsland. En dan hebben ze ook nog zo’n grote waffel.”
Ondanks zijn boude uitspraken ziet hij de overlast van toeristen door de vingers. „Iedereen leeft er van. Ik ook.” Toerisme brengt jaarlijks 1,3 miljard euro in het Zeeuwse laatje.
Ongewis
Versluis beheert de Museumhaven in het centrum van Zierikzee, waarin een aantal klippers, botters en peilvletten liggen. Stille getuigen van een rijk verleden. Af en toe vaart bij vloed een schoolklas uit op een van de schepen. Ook voor sinterklaas wordt een uitzondering gemaakt.
„Zierikzee is groot geworden door de VOC. Rotterdam was op dat moment nog maar een dorp. Onze voorouders vervoerden allerlei producten naar deze havenstad.”
De visserij vormde ook lange tijd een belangrijke bron van inkomsten. Een blik in de nieuwe haven leert dat de pleziervaart de visserschepen verdringt. Er zijn nog zo’n acht mosselschepen met de letters ZZ. Door alle ingrepen vanuit Den Haag en Brussel is hun toekomst ongewis.
Hoewel de zee al eeuwen een bron van inkomsten is, blijft de oude havenmeester oog houden voor de gevaren. „Een ramp als in 1953 is niet meer voor te stellen, maar zeg nooit nooit. Als iemand een kleine atoombom in de Noordzee gooit, ontstaat er een 11 meter hoge golf die komt tot in Limburg. Op zo’n moment vliegen alle schuiven eruit.”
Een onwaarschijnlijke gedachte, zeker nu de zon zich eindelijk laat zien.
Vorstelijk dromen in het paleis van Zierikzee
In een vertrek waar vroeger reders, notarissen en koopmannen zich te ruste legden, mogen nu toeristen de nacht doorbrengen. Wie niet wakker ligt van de prijs, kan de uitspraak van Multatuli -met een kleine aanpassing- beamen. „Nooit sliep ik ergens aangenamer dan in Zierikzee.”
„Welkom in De Aveling.” De stem van Gerda van Milligen galmt door de majestueuze gang met marmeren vloer, kroonluchters aan het 4,20 meter hoge plafond en decoraties aan de muur. Qua lengte doet de entree denken aan een bowlingbaan.
De slaapvertrekken zijn te bereiken via een eikenhouten trap. Zowel de Havenkamer als de Wandelingsuite biedt uizicht op de Oude Haven en de Zuidhavenpoort, de plekjes die op geen ansichtkaart van Zierikzee ontbreken.
Het grachtenpand stamt uit 1788, toen twee optrekken werden samengevoegd. Sinds die tijd hebben altijd mensen van stand De Aveling -de naam verwijst naar een strook onbewoond land naast een dijk- bewoond. Op dit moment is het eigendom van K. Cuperus, een dochter van de inmiddels overleden H. Sijthoff. Inderdaad, een bekende in de uitgeverijwereld. Het echtpaar Van Milligen is aangesteld als beheerder.
De Aveling ademt nog de sfeer van vroeger: ouderwets, maar met allure. Wat te denken van een gedecoreerde klavecimbel of de marmeren schoorsteenmantel in de voorkamer. Gelukkig zijn de bedden wel van recentere datum, Nederlanders worden nu eenmaal steeds langer. Een babbelaar op het hoofdkussen zorgt voor een Zeeuws accent.
De watersnood van 1953 heeft in dit pand zijn sporen achtergelaten. Tot een hoogte van 1,50 meter vertoont het marmer ietwat gele plekken. „Het water is wel verdwenen, maar het zout gaat nooit meer weg.”
Terwijl de klokken beieren, serveert Gerda van Milligen de volgende ochtend het vorstelijke ontbijt. De bolus ontbreekt niet.
Als Bed & Breakfastadres is De Aveling niet goedkoop: 110 euro per nacht voor een tweepersoonskamer. Daar staat wel iets tegenover. De Aveling heeft niet voor niets de bijnaam het Stadspaleisje. Volkomen terecht.
Meer informatie: www.de-aveling.nl of 0111-450187. Volgende week deel 2: een molen in Groningen.