Stilte en het besef van vergankelijkheid
De Gezondheidsraad rapporteerde aan staatssecretaris Van Geel dat stilte in Nederland een schaars verschijnsel wordt. Op dezelfde dag vertelde prof. De Valk tijdens een CSFR-conferentie dat het besef van de vergankelijkheid van het leven overal wordt verdrongen. Staan die twee feiten op zichzelf? Of bestaat er een relatie tussen het tekort aan stilte en het gebrek aan besef van de vergankelijkheid van het leven?
De herrie begint vaak al in eigen huis. Gezinsleden maken in hun poging tot communiceren gebruik van ettelijke telefoons. Ze negeren elkaar en praten dwars door elkaar. Maar in tal van vakantie- en horecagelegenheden klinkt luider kabaal. Zo kunnen de omwonenden van de oudste kerk van Zwolle midden in de nacht niet slapen van de harde muziek en de lawaaierige discofeesten. In de meeste miljoenensteden is het nooit meer stil.Maar op een paar duizend meter hoogte in de Cordilleras de los Andes, ergens in Peru, kan de stilte groot zijn. Toch vallen daar doorgaans nog tal van natuurgeluiden te vernemen. In woestijnen, zoals in Zuid-Israël, of in Pakistan ten oosten van Bahawalpur en Rahimyar Khan, slinkt hier en daar het geluid echter tot een minimum. Of op een bergtop, zoals in de buurt van het oude Antiochië, waar Simon de pilaarheilige verblijf hield.
Stilte is inmiddels meer dan alleen afwezigheid van lawaai. Als het stil is, biedt dat ruimte om bedaard en begripsvol naar elkaar te luisteren. Tenzij een gesprekspartner zich al zo liet inpalmen door lawaai dat hij een druktemaker blijkt, die een ander nooit laat uitpraten. Ook dat is schering en inslag. Anderen hebben herrie nodig om nadenken te voorkomen. Gebrek aan stilte verandert op den duur misschien wel het karakter van mensen.
Er valt meer te zeggen. Rumoerig, luidruchtig geraas berooft mensen in het dagelijks leven van de stilte waarin God Zich laat horen. Als mensen geen stilte zoeken om rustig naar elkaar te luisteren, houden ze zich zeker niet meer stil om te horen wat God heeft te zeggen. En als mensen niet meer naar God luisteren, kan dat het besef van de vergankelijkheid van het leven doen afnemen. Er is verband tussen die schaarse stilte en het verdrongen besef van vergankelijkheid.
Iedereen maakt zich druk in West-Europa. Soms schijnt er sprake van heel heilige activiteiten en een strikt reformatorische drukte. Een bestuurder uit die kring haast zich om op tijd bij z’n volgende vergadering te zijn. De dominee is bereid op zondag desnoods een vierde preek te houden. ’t Is alles goed bedoeld. Maar waar is het besef van de betrekkelijkheid van al het doen en laten bij het aanschuiven aan de volgende vergadertafel? En waar is de stilte om te mediteren over een extra te houden preek?
Het is niet moeilijk om het belang van stilte te overdrijven. Hier en daar op internet schijnt zij bijkans iets goddelijks. Dan luidt het: „Stilte is de kern van zuiverheid. Stilte is de drager van het Licht. Stilte is het begin van de Oneindigheid. Stilte is de grondtoon in ons leven, waar een zekere vrede van uitgaat, die je kunt ervaren.”
Het is echter een misvatting te suggereren dat stilte op zich vrede biedt. Zij is wel goed voor het nadenken over meer dan het alledaagse en de drukke agenda. Over de zin van het leven. Over de vraag hoe een mens aan vrede komt. En over de eindigheid en vergankelijkheid van het leven.
Er bestaat verband tussen de conclusie van de Gezondheidsraad en de woorden van prof. De Valk. Dat betekent intussen niet dat ieder zich eenvoudig moet neerleggen bij de overheersende rol van de lawaaierige techniek. Hoevelen kruipen er ’s avonds achter de computer vandaan zo onder de lakens? Beter is om eerst na te denken over de dag. Eigenlijk zou iemand elke dag in stilte de balans moeten opmaken voor Gods aangezicht. In het besef van de eigen vergankelijkheid.