Happen in Gustavs gebakje

Göteborgers dragen koning Gustav II Adolf op handen, eten de grondlegger van hun stad zelfs jaarlijks op. Als marsepeingebakje. Ondertussen willen de burgers de gedempte ’Amsterdamse’ grachten in het centrum weer uitgraven.

Willem H. Smith
30 June 2006 10:46Gewijzigd op 14 November 2020 03:53
Tientallen trams kachelen door de binnenstad. Foto’s Göteborg & Co, Kjell Holmner
Tientallen trams kachelen door de binnenstad. Foto’s Göteborg & Co, Kjell Holmner

„We zijn de Nederlanders veel dank verschuldigd”, zegt Ingrid Johansson. De gids spreekt enkele woordjes ”Holländska”. Haar dochter is getrouwd met Kees, een Nederlander, en ze bezoekt het gezin in Akersloot geregeld. Hoe innig de relatie tussen Göteborg en het land van haar schoonzoon ooit was, blijkt tijdens een rondgang door het stadsmuseum.Gustav II Adolf gaf in 1619 de aanzet tot het stichten van de stad. De koning riep de hulp van de Hollanders in, meesters in het bouwen van forten. Bovendien wisten zij wel raad met de moerassige rivieroevers. Ongetwijfeld vond de Leeuw van het Noorden hun calvinistische levenshouding een pre. Zelf redde hij immers het protestantisme in Duitsland van de ondergang, al kostte hem dat het leven. De gelovige staatsman sneuvelde op 6 november 1632 tijdens de slag bij Lützen.

„Op zijn sterfdag eten we een gebakje. Met daarop zijn portret van marsepein”, vertelt Ingrid Johansson bij het standbeeld van de beroemdste vorst van Zweden. Zijn vinger wijst de plaats aan waar Göteborg gebouwd moest worden. Aan de monding van de Göta, in het Kattegat. Twee jaar later stond er een ommuurde nederzetting, die al gauw tot het centrum van de Zweedse handel uitgroeide. In het eerste stadsbestuur zaten maar liefst tien Hollanders, onder wie Jacob van Dijck.

Rondvaart
Tijdens een toer door ”Jeu-tu-boor” komt aan het licht wat Van Dijck en zijn opvolgers presteerden. Ze groeven onder andere grachten, waarvan de meeste in de vorige eeuw zijn gedempt. Tot verdriet van veel Göteborgers. „Om de vijf jaar laait de discussie op om ze opnieuw uit te graven”, zegt Ingrid Johansson. Alleen de Vallgraven en de Rosenkanalen zijn nog geschikt voor een rondvaart, die geen verrassingen biedt. De boten, speciaal gebouwd om onder de lage bruggen door te kunnen varen, volgen de stervormige contouren van de oorspronkelijke verdedigingsmuur.

De vesting is voor het grootste deel verdwenen en maakte hier en daar plaats voor een keurig park. De vele plantsoenen met bomen en struiken zijn sowieso een verademing. „Göteborg is de groenste stad van Zweden”, merkt Ingrid Johansson op. „Afgezet tegen de 500.000 inwoners beschikt elke burger over 175 vierkante meter groen.” Mede daardoor ontbreekt in Göteborg de grauwheid van een havenstad. Dankzij de Kungsportsavenyn krijgt het zelfs een beetje de allure van Parijs. Ondergrondse warmwaterpijpen houden deze belangrijkste boulevard in de winter sneeuw- en ijsvrij.

Een vergelijking met onze Kalverstraat gaat mank, ook al kachelen er tientallen trams door de knusse binnenstad. In tegenstelling tot de Nederlandse hoofdstad is Göteborg weldadig schoon en je kunt er ook ’s avonds veilig over straat. De stad nodigt uit tot heerlijk slenteren en zelfs tot fietsen, al beginnen de knieën na verloop van tijd te sputteren. Hier en daar is het stijgingspercentage namelijk best pittig.

Viskerk
Overdag lijkt het autoluwe centrum een mierennest, wat vooral komt door het winkelaanbod, een mengeling van moderne warenhuizen, elegante kledingboetiekjes en specialistische snuffelzaakjes. Ook als gastronomische bestemming wil Göteborg graag over de tong. Zo is Fond, pal naast het kunstmuseum, een van de vier restaurants met een Michelinster. Chef-kok Stefan Karlsson diste diverse keren het Nobelprijsdiner op.

Of de fijnproevers van de Franse bandenfabrikant soms te kieskeurig zijn, is de vraag. Restaurant Fiskekrogen (zondags gesloten!) mist in ieder geval nog deze lauwerkrans. Liefhebbers van vis- en schelpdieren weten deze culinaire topper echter te vinden. Vlakbij prijkt het standbeeld van Jonas Ahlströmer, de man die de aardappel in Zweden introduceerde. Gasten ontdekken dat eigenaar-kok Lars Ahlström schappelijke prijzen voor zijn gerechten vraagt, maar ook een simpele keukenformule hanteert: „Als je met ’s werelds fijnste producten werkt, is er absoluut geen noodzaak om te overdrijven.”

Zijn pand werd ontworpen door Victor von Gregerfelt, de architect die van het stadsbestuur de opdracht kreeg een vismarkt te bouwen. Die werd in 1874 geopend en kreeg de bijnaam Feskekörkan, viskerk. Als excuus voor de merkwaardige vorm voerde Von Gregerfelt aan dat hij tot dan toe alleen maar kerken had getekend.

Göteborgs band met de zee komt op de visafslag eveneens in beeld. Om 7.00 uur verzamelen handelaren zich daar rond kratten verse vis en begint het spel van knikjes en gemompel. Degene die het langst oogcontact met de veilingmeester houdt, betaalt de hoogste prijs.

Badhuis
Zo biedt de stad tientallen attracties, genoeg om er enkele dagen te verpozen. Bezoekers van het Konstmuseet krijgen zelfs een vouwstoeltje mee, voor het geval dat het bezichtigen van de schilderijen van Cézanne, Van Gogh, Picasso en Rembrandt hun te veel wordt. In Haga, een oude volkswijk met klinkerkeitjes, kunnen zij vervolgens baantjes trekken in het Hagabadet, een badhuis met een oogstrelend jugendstilinterieur. En om de hoek verkoopt Kafé Husaren de grootste kaneelbroodjes van Zweden. Uiteraard net zo lekker als Gustavs gebakje.

De Zweedse prijsvechter FlyMe vliegt in anderhalf uur van Schiphol naar Göteborg. Hoe eerder men boekt, hoe groter de kans dat de ticketprijs lager uitvalt. Meer informatie: www.flyme.com. Over Göteborg: www.goteborg.com. Over Zweden: 00800-30803080 en www.visitsweden.com.

Archipel

De zee en de scherenkust zijn slechts een tramrit van Göteborgs centrum verwijderd. Lijn 11 brengt passagiers naar de laatste stop Saltholmen, vanwaar de veerboten stipt op tijd vertrekken. Zo koerst de Vilda naar Bränno, een van de achttien autovrije eilandjes. Het tochtje neemt twintig minuten in beslag. Thomas Granström, een van de 800 eilandbewoners, serveert in hotel-restaurant Bränno Värdshus een verrukkelijke vissoep. Overgrootvader, die in 1900 het fundament voor dit onderkomen legde, was loods en tuurde vanuit het roodgekleurde ”utkiken” over de golven. Het hoogste punt van het eiland biedt een prachtig zicht op de stad en de scheepvaart. Wandelpaden leiden langs authentieke vissershuisjes en granietrotsen, die bij nadere beschouwing niet alleen grijs zijn. De stilte is bij het bezoek inbegrepen.

Vrijkaart

Met de Göteborg Pass kunnen toeristen voordelig en soms zelfs gratis tal van attracties bezoeken. Dankzij deze kaart kosten parkeren, openbaar vervoer, een stadrondrit met de bus, de veerboten naar de eilanden en zelfs de fietshuur niets. Volwassenen zijn voor de 24 uursvariant 210 Zweedse kroon (bijna 23 euro) kwijt, kinderen 150 kroon (ruim 16 euro). Een pas voor 48 uur kost respectievelijk 295 en 210 kroon (32 en 23 euro).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer