Dat is de uitkomst van overleg tussen betrokken partijen donderdag in Den Haag. De Sudanese regering maakte echter bij monde van minister Lual Deng van Financiën duidelijk dat de regering in Khartoem fel tegen een missie van de Verenigde Naties in Darfur blijft. Minister Van Ardenne (Ontwikkelingssamenwerking) vindt echter dat de missie door moet gaan. Over de komst van VN-soldaten is volgens haar niet te onderhandelen.De Sudanese president Omar al-Bashir zei dinsdag al dat hij nooit zal toelaten dat er een internationale troepenmacht in Darfur wordt gestationeerd. De Verenigde Naties willen een militaire missie sturen om de bevolking van het gebied te beschermen tegen de aanvallen van Arabische Janjaweedmilities en rebellen. Al-Bashir blijft zich verzetten tegen de „herkolonisatie” van Sudan. VN-chef Kofi Annan noemde dat gisteren „onbegrijpelijk.”

Van Ardenne hoopt dat Khartoem toch nog instemt met een VN-missie. Volgens de gisteren in Den Haag aanwezige minister Lual Deng zijn blauwhelmen gewoonweg niet nodig. Zijn regering wil nieuwe militaire eenheden naar het gebied sturen die bestaan uit militairen van het Sudanese leger en van de SLM, het Sudanese Bevrijdingsfront, waarmee de regering in mei een vredesakkoord sloot. Die eenheden zouden de Janjaweedmilities moeten ontwapenen en de militairen van de Afrikaanse Unie moeten bijstaan in Darfur.

Maar de internationale gemeenschap heeft daar weinig vertrouwen in en dringt aan op een VN-missie. Volgens Deng heeft zijn land in het verleden periodes van vrede gekend zonder bemoeienis van de VN. Bovendien zijn eigen militairen een stuk goedkoper dan een VN-missie, aldus Deng gisteren in Den Haag.

De afspraken die nu gemaakt zijn over de wederopbouw gaan over teams van experts die de noden in Darfur in kaart gaan brengen. In oktober wordt er onder Nederlands voorzitterschap een donorconferentie gehouden.

In het gebied kwamen de afgelopen drie jaar naar schatting 300.000 mensen om en sloegen miljoenen mensen op de vlucht, als gevolg van het geweld tussen rebellen en de Arabische Janjaweedmilities, die de steun hadden van de regering in Khartoem.

Human Rights Watch stelt in een gisteren verschenen rapport dat het geweld in Darfur overslaat naar buurland Tsjaad, waar rivaliserende, door de regeringen van beide landen gesteunde bendes de mensenrechten van burgers schenden.

De laatste weken zijn volgens HRW honderden Tsjadische burgers gedood en meer dan 50.000 mensen voor het geweld op de vlucht geslagen.

HRW stelt dat rebellen uit Darfur vluchtelingen uit kampen in Tsjaad onder dwang inlijven en dat vermoedelijk door de Sudanese regering gesteunde Janjaweedmilities en hun Tsjadische bondgenoten dorpen aanvallen en plunderen. Door de gewelddadigheden worden etnische spanningen in Tsjaad versterkt, aldus de mensenrechtenorganisatie.