Eind juni komen de ministers van Handel van de 149 landen van de WTO naar Genève voor besprekingen die de weg moet banen voor een akkoord in de huidige ronde van wereldhandelsoverleg. Dat overleg, begonnen in 2001, had eind vorig jaar klaar moeten zijn, maar grote meningsverschillen, vooral op het gebied van de handel in landbouwproducten, hebben voor vertraging gezorgd.Of de bewindslieden er deze keer uitkomen, is maar de vraag. De landbouwtekst biedt honderden uiteenlopende oplossingen voor de problemen rond de verlaging van invoerrechten en het wegnemen van andere handelsbelemmeringen.

„Het is geen elegant document, maar het geeft wel de werkelijkheid weer", verklaarde Crawford Falconer, de ambassadeur van Nieuw–Zeeland bij de WTO die de landbouwbesprekingen voorzit. Voorstellen in de ontwerptekst aangaande verlaging van de invoerrechten lopen uiteen van 20 tot 90 procent.

Volgens Don Stephenson, de Canadese vertegenwoordiger bij de WTO, staat het overleg over de handel in industrieproducten er nog slechter voor dan dat over landbouwproducten. Hij stelde voor om in Genève alleen maar vast te stellen wat ter tafel is gekomen en niet een tekst voor een overeenkomst op te stellen.