Cultuur & boeken

Bijbelse geschiedenissen als historische bron

Titel: ”Text History. Historiography and the Study of Biblical Text”
Auteur: Jens Bruun Kofoed
Uitgeverij: Eisenbrauns, Winona Lake, Indiana, 2005
ISBN 1 57506 094 9
Pagina’s: 298
Prijs: $ 34,50.

Dr. P. de Vries
21 June 2006 08:36Gewijzigd op 14 November 2020 03:51

Onder oudtestamentici wordt verschillend gedacht over de historische betrouwbaarheid van de oudtestamentische geschiedenis. Toonaangevende oudtestamentici als J. Bright en W. F. Albright kenden grote waarde toe aan de historische informatie die het Oude Testament bevat. Albright placht in archeologische gegevens een ondersteuning te zien van informatie die in het Oude Testament wordt gegeven. De laatste decennia is op deze visie zware kritiek geoefend. In het bijzonder een aantal oudtestamentici uit Kopenhagen heeft gesteld dat de uiteindelijke vorm van het Oude Testament pas in de hellenistische tijd moet worden gesteld (het einde van de vierde tot en met de eerste eeuw voor Christus) en dat de historische waarde minimaal is.

Opmerkelijk is dat in een vorig jaar uitgegeven boek de oudtestamenticus Jens Bruun Kofoed vanuit Kopenhagen een volstrekt ander geluid laat horen. Aan de hand van het boek Koningen gaat hij na of de verhalen in het Oude Testament betrouwbare historische informatie bevatten. Zijn studie behelst niet alleen feitelijke analyses, maar vooral ook belangrijke methodologische overwegingen. Allereerst laat hij zien dat in toenemende mate wordt beseft dat de datering van archeologische vondsten niet eenvoudig is. De gedachte dat teksten vanuit archeologische vondsten moeten worden geïnterpreteerd, wordt steeds meer onder kritiek gesteld. De eigen betekenis van een tekst als historische bron krijgt in toenemende mate aandacht.

Waarheidsvraag
In het postmodernistische klimaat zijn nieuwe trends in de waardering van geschiedschrijving zichtbaar geworden. Er is aandacht gekomen voor het feit dat de ordening van historische gegevens nooit neutraal is en altijd vanuit een bepaalde optiek plaatsheeft. Zo’n kader is overigens ook niet puur subjectief. Verhalen over het verleden hebben een waarheidsclaim die in belangrijke mate controleerbaar is. De vraag of een verhaal dat historische informatie bevat ”waar” is, is dus geen onjuiste vraag. Het stellen van deze vraag heeft te maken met de visie op het genre. Hebben we te maken met fictie of met geschiedschrijving?

Het feit dat een verslag niet door een ooggetuige is opgeschreven, wil niet zeggen dat het niet betrouwbaar is. Dat hoeft evenmin het geval te zijn wanneer een geschiedenis pas (veel) later schriftelijk is vastgelegd. Met betrekking tot het boek Koningen wijst Kofoed op de grote betekenis en de grote nauwkeurigheid van de mondelinge overlevering in het oude Oosten. Dat geldt met name voor het volk Israël, dat kennelijk een lineair tijdsbesef had. Daarnaast wijst hij erop dat al vroeg in Israëls geschiedenis schriftelijke bronnen en mondelinge overlevering naast elkaar bestonden.

Als we slechts één getuige hebben met betrekking tot historische informatie, wil dat niet zeggen dat die getuige niet betrouwbaar is. Het betekent alleen dat er geen verificatie mogelijk is. In het algemeen is met betrekking tot de geschiedschrijving in de Bijbel de mogelijkheid tot verificatie niet bijzonder groot. Dat betekent echter dat niet alleen een minimalistische interpretatie, maar ook een maximalistische interpretatie (waarbij aan de betrouwbaarheid van gegevens het volle gewicht wordt gegeven) mogelijk is.

Kunst
Kofoed beklemtoont ook dat het feit dat in een vertelling allerlei literaire technieken worden toegepast, op zich niet betekent dat de historische informatie niet betrouwbaar zou zijn. Voor alle geschiedschrijving geldt dat ze niet alleen een wetenschap, maar ook een kunst is.

Daar waar de mogelijkheid tot verificatie van gegevens aanwezig is, levert dat een positief beeld op voor de historische betrouwbaarheid van het boek Koningen. Kofoed noemt dan onder meer de volgorde waarin Assyrische koningen ter sprake komen en het feit dat een handelsexpeditie vanuit Scheba in de tijd van Salomo zeer goed voorstelbaar is vanuit archeologische vondsten.

In het slothoofdstuk gaat Kofoed in op de betekenis van het genre waarin geschreven is. Hij laat zien dat het onderscheid tussen fictie en geschiedschrijving in het oude Oosten bekend was. Het boek Koningen doet de claim geschiedschrijving te zijn. Het feit dat schrijvers claimen geschiedenis te schrijven, wil niet zeggen dat zij daarin ook metterdaad zijn geslaagd. Het kan bijvoorbeeld zijn dat ze bewijsmateriaal niet kritisch hebben getoetst. Dat moet dan onderzocht worden. Kofoed pleit ervoor dat in aansluiting op de door hem gegeven voorbeelden van verificatie verdere detailstudies worden verricht.

Schilderij of foto
Het zal duidelijk zijn dat het boek van Kofoed een technisch geschreven boek is. Dat neemt niet weg dat het belangwekkend is. Ik denk aan de constatering dat het feit dat de Bijbelse geschiedschrijving profetische geschiedschrijving is ten onrechte in mindering wordt gebracht op de historische betrouwbaarheid ervan. Ik noem ook het onderscheid tussen foto en schilderij dat wel wordt gemaakt om het verschil tussen Bijbelse geschiedschrijving en wetenschappelijk betrouwbare geschiedschrijving te typeren. Kofoed kan ons leren dat deze beelden misleidend zijn. Ook geschiedschrijving die wetenschappelijk betrouwbaar wil zijn, heeft het karakter van een schilderij. Wij kunnen in een verslag erover de geschiedenis namelijk nooit exact herhalen. Feiten worden vanuit een bepaald gezichtspunt geselecteerd en in een bepaalde kader gezet. Voor het boek Koningen is dat het optreden van de koningen van Juda en Israël in het licht van hun betekenis voor het geestelijke leven in Israël.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer