Volgens minister Veerman van Landbouw kan de vleeskuikenhouderij hier steeds slechter op tegen concurrenten in bijvoorbeeld Brazilië en Thailand.„De toekomstperspectieven voor de vleeskuikenhouderij in Nederland en West-Europa zijn zeer zorgelijk”, zei de bewindsman woensdag in debat met de Tweede Kamer.

De pluimveehouderij in zijn geheel verkeert al geruime tijd in de problemen vanwege de vogelgriep. Omdat consumenten vrezen voor besmetting met het virus, kelderde de verkoop van eieren en kippenvlees in verschillende EU-landen. Ook de lopende onderhandelingen binnen de wereldhandelsorganisatie WTO stemmen de minister wat dat betreft „niet optimistisch.”

Gezien de magere perspectieven ziet Veerman er weinig in de vleeskuikenhouders verder in het nauw te drijven met strenge eisen over hoe de kippen gehouden moeten worden. Het voorstel van EU-voorzitter Oostenrijk om per 2010 een maximum te stellen aan hoeveel vleeskuikens per vierkante meter op stal mogen zitten, steunt hij daarom maar deels. „Ik steun de welzijnsregels, maar er moet een overgangsregeling komen”, aldus Veerman, die de sector de tijd wil geven zich aan te passen.

Nederland telt ongeveer 740 vleeskuikenbedrijven met samen circa 42,7 miljoen dieren. De vleeskuikens zorgden vorig jaar voor 614.000 ton kippenvlees, blijkt uit cijfers van de Productschappen Vee, Vlees en Eieren (PVE). Daarbij importeerde Nederland 410.000 ton pluimveevlees. Bijna 67.000 ton daarvan kwam uit Brazilië. Thailand zit voor de Europese import van kippenvlees op dit moment op slot vanwege de vogelgriep.