Volgens Mario Baldin van de grote Italiaanse hulporganisatie Cooperzione Internazionale (Coopi) zijn de mensen het bos ingevlucht vanwege gevechten tussen regeringssoldaten en verschillende rebellengroepen. De vluchtelingen zouden meer te vrezen hebben van de regeringssoldaten dan van de rebellen.Op 11 april startte Coopi met hulpverlening in het gebied, maar die operatie is stilgelegd vanwege gebrek aan geld. „Het is vreselijk om te zien hoe mensen leven in de bossen. Wij willen weer teruggaan om het overleven voor deze mensen makkelijker te maken.”

Sinds eind vorig jaar voeren onbekende gewapende groepen aanvallen uit tegen regeringssoldaten en overheidsinstellingen in het noordwesten van het land dat midden in Afrika ligt, grenzend aan zeer onrustige gebieden als Darfur, West-Tsjaad en Noord-Congo.

Begin 2006 zouden in de stad Paoua 104 burgers zijn gedood toen regeringssoldaten naar het gebied kwamen om de rebellen te bestrijden. In de Centraal-Afrikaanse Republiek is altijd al animositeit geweest tussen bevolkingsgroepen in het noordwesten van het land en in het zuiden, rondom de hoofdstad Bangui.

De vorige president was afkomstig uit het noordwesten, de huidige president die in 2003 via een gewapende strijd aan de macht kwam, is afkomstig uit het zuiden.

De situatie in het noordwesten is volgens Baldin nijpend. Er is nauwelijks eten en er is bijna geen gezondheidszorg. Volgens een woordvoerder van de VN sterven vluchtelingen als gevolg van malaria en ondervoeding.

Hulpverlening in het getroffen gebied is afhankelijk van donoren. Maar het land is onbekend. Veel donoren geven makkelijker geld voor hulpverlening in gebieden als Darfur en de Democratische Republiek Congo.