Afkeuring werkwijze Nawijn
NUNSPEET (ANP) - De DNA-deskundigen die hernieuwd onderzoek gaan doen naar mogelijke sporen op de kleding van de in 1999 vermoorde Marianne Vaatstra, willen niets te maken hebben met de strategie die Tweede Kamerlid Nawijn donderdag wereldkundig maakte.
Nawijn, die eigen onderzoeksinitiatieven in de zaak heeft ontplooid, zei in Leeuwarden dat hij overweegt stiekem DNA-materiaal te verkrijgen van vier mannen die hij verdenkt van de moord. Onder hen zijn twee politiemensen.Onderzoeker Richard Eikelenboom, voorheen verbonden aan het Nederlands Forensisch Instituut en sinds enige tijd zelfstandig opererend onder de vlag van zijn eigen Independent Forensic Services (IFS), werpt de onorthodoxe plannen van Nawijn verre van zich. „Wij opereren uitsluitend binnen de grenzen van de wet en bepalen zelf onze onderzoeksstrategie”, zegt hij. „Wij werken in opdracht van de familie Vaatstra, niet van Nawijn.”
Eikelenboom heeft enkele kledingstukken van Marianne van haar familie ter beschikking gekregen. Eerst zal hij moeten bekijken of de kleding nog wel geschikt is om betrouwbaar DNA-onderzoek mee uit te voeren. IFS rapporteert eventuele resultaten aan de familie Vaatstra, zegt Eikelenboom, niet aan Nawijn.
Nawijn onderzoekt de zaak-Vaatstra met voormalig rijksrechercheur Hans Akerboom. Zij hebben bij het openbaar ministerie aangedrongen op het verrichten van een nieuw DNA-onderzoek. Volgens het OM heeft Nawijn daarvoor onvoldoende informatie aangeleverd. Het initiatief van Nawijn heeft inmiddels tot grote ergernis bij het OM geleid. OM-topman Harm Brouwe zei eerder deze week „helemaal niets te kunnen” met de handelwijze van Nawijn, die volgens hem „de hele Friese politie criminaliseert.”