1000 eurogeneratie bedreiging voor Italië
ROME - De Italiaanse werkgelegenheid zit sterk in de lift. Dat gaat echter wel ten koste van jonge academici die voor een appel en een ei werken. Het werkt hen, en hun toekomstig nageslacht, in financiële problemen.
Vorig jaar Kerst liep het tijdelijke arbeidscontract af van Alessandra Zaffino. „Ze zeiden dat ze me niet meer nodig hadden”, zegt de 36-jarige Romeinse, die is afgestudeerd in de economie.Ze vreesde direct dat ze haar kleine appartement in de binnenstad, dat 500 euro in de maand kost, zou moeten opgeven. Na de kerstvakantie kreeg ze echter toch weer een nieuw contract bij haar werkgever, de gewestelijke regering van Latium. Het contract heeft net als het voorgaande een looptijd van een jaar. Ze verdient weer zo’n 1000 euro per maand.
Alessandra is niet de enige hoogopgeleide die met een tijdelijk contract zo’n 1000 euro per maand verdient. Volgens berekeningen van socioloog Aris Accornero behoren ruim 2 miljoen Italianen tot deze zogenaamde 1000 eurogeneratie. Dit zijn jongeren -hoewel een groot aantal van hen dertigers zijn- die al lange tijd in economische onzekerheid leven.
Twee generatiegenoten hebben er een roman over geschreven, die deze week in Italië verscheen. „Het boek gaat over de belevenissen van een jongen die in de reclamebranche werkt en een contract voor onbepaalde tijd heeft, waarmee hij 1028 euro verdient, zonder dertiende maand, vakantiegeld en andere gewone arbeidsvoorwaarden”, zegt de 30-jarige Alessandro Rimassa, een van de auteurs.
Hij is zelf freelance journalist en verdient naar eigen zeggen ook maar zo’n 1000 euro. „Onze generatie heeft geen enkele zekerheid. Je contract kan zo worden ontbonden. Wie een tijdelijk contract heeft, kan bijvoorbeeld geen hypotheek afsluiten.” Italië kent voor deze categorie van werknemers ook geen werkloosheidsuitkeringen.
Het tijdelijk arbeidscontract heeft de laatste jaren in Italië een hoge vlucht genomen. Dat is te danken aan wetgeving van de regering-Berlusconi, die echter voortborduurde op plannen uit 1995 van een links kabinet. Doel was om de vastgeroeste arbeidsmarkt, waar werknemers overbeschermd werden, open te breken. De flexibilisering van de arbeidsmarkt, door het invoeren van tijdelijke arbeidscontracten, heeft een onmiddellijk effect gehad op de werkgelegenheid. Die is onder de regering-Berlusconi zo gestegen dat de werkloosheid gedaald is met zo’n drie punten tot 7,5 procent.
De andere kant van de medaille is de druk op jongeren, die door arbeidscontracten met slechte voorwaarden en lage lonen onder andere het stichten van een gezin uitstellen. Ook het lage geboortecijfer kan daarmee te maken hebben. „De flexibiliteit zou niet zo erg zijn als onze arbeidsmarkt gebaseerd zou zijn op wat je kunt en niet op wie je kent”, meent Rimassa, die doelt op het fenomeen vriendjes kennen, wat op elk niveau in Italië voorkomt. Wie geen contacten heeft, komt moeilijk aan een verantwoordelijke baan.
De enige manier waarop de jongeren het financieel bolwerken is dat ze kunnen terugvallen op hun familie. De Italianen van de generatie van de wederopbouw zijn goede spaarders geweest. Zij zijn in staat hun kinderen financieel te ondersteunen, en deze hulp wordt ook vanzelfsprekend gevonden. „Maar als de situatie van de 1000 eurogeneratie niet verbetert, zal dat grote consequenties hebben voor de toekomst. Wij zullen onze kinderen niet kunnen ondersteunen”, waarschuwt Rimessa.
Niet elke jonge academicus maakt behoort tot de 1000 eurogeneratie. Ada Massaroni (36) werkt als manager bij een groot hotel in Rome. Ze heeft na haar universitaire opleiding Engels in Parijs gewerkt. Nu spreekt ze perfect Frans en Engels. Toen ze zeven jaar geleden terugkwam in Italië kon ze direct aan de slag.
„Met een vast contract”, zegt Massaroni. „Onlangs ben ik van werkgever gewisseld. In tegenstelling tot veel van mijn generatiegenoten heb ik weer een contract voor onbepaalde tijd aangeboden gekregen. En ik kan zeggen dat ik meer verdien dan 1000 euro.” Volgens Massaroni heeft de 1000 eurogeneratie het ook een beetje aan zichzelf te wijten.
Niet zo veel jongeren zijn ondernemend. Ze zouden bijvoorbeeld naar het buitenland kunnen gaan om een sterke marktpositie te veroveren. „Het is ook een mentaliteitskwestie. Italianen zoeken altijd zekerheid.” Socioloog Accornero onderschrijft dat: „Uit onderzoek blijkt dat Italianen het meest ongerust zijn over hun werk. Een derde is bang zijn werk te verliezen.”
Ook de makers van het boek, dat volgens Rimessa binnenkort ook in het Nederlands zal verschijnen, zullen ongetwijfeld niet meer tot de 1000 eurogeneratie behoren. Het boek is zo populair dat het voordat het deze week verscheen al zo’n 25.000 maal werd gedownload van internet. Ook de filmrechten zijn verkocht.
„Maar daar gaat het niet om”, vindt Rimessa, „Ik wil niet zo typisch Italiaans, zo individualistisch en egoïstisch zijn. Het probleem van de 1000 eurogeneratie zal me altijd aan het hart gaan.”