Vroom, vurig en wreed
Titel: ”De eerste kruistocht. De oorsprong van het conflict tussen islam en christendom”
Auteur: Thomas Asbridge
Uitgeverij: Athenaeum - Polak & Van Gennep, Amsterdam 2006
ISBN 90 253 0220 3
Pagina’s: 384
Prijs: € 22,50.
Over de kruistochten is al veel geschreven, maar een boek als ”De eerste kruistocht” van de Britse historicus Thomas Asbridge was er nog niet. Met deze studie dient zich een nieuw handboek aan, dat jaren meekan. Dat komt doordat deze erudiete vakman -anders dan veel van zijn voorgangers- de godsdienstige motieven van de kruisvaarders niet onder het tafelkleed veegt, maar volledig recht doet. Wie denkt in Asbridge een stoffige archieftijger te ontmoeten, heeft het mis. De Britse historicus is behalve onderzoeker ook fervent wandelaar. Te voet trok hij langs de route die de eerste kruisvaarders aflegden. Het gaf hem een scherp idee van wat deze gewapende pelgrims meemaakten, op welke militaire problemen ze stuitten en hoeveel liter water ze per dag nodig hadden. „Het was smoorheet, ik dronk 17 liter per dag.”
Asbridge, zelf „niet religieus”, is verbonden aan de universiteit van Londen. Als specialist op het terrein van de kruistochten schreef hij meerdere artikelen en boeken. In zijn ”The First Crusade. A New History” beschrijft hij wie de kruisvaarders waren, hoe ze zich gedroegen, hoe ze overleefden en -meest opmerkelijk- hoe ze triomfeerden. Het boek is zojuist in Nederlandse vertaling verschenen. Intussen bereidt Asbridge zich voor op zijn magnum opus, een overzichtswerk dat ongeveer twee keer zo dik zal worden.
Hoe raakte u in de kruistochten geïnteresseerd?
„Het begon met mijn leraar geschiedenis. Die kon enorm enthousiast over de kruistochten vertellen. Als zestienjarige jongen was ik erdoor gefascineerd, ik wilde er meer over weten. Later, tijdens mijn geschiedenisstudie, heb ik me twee jaar volledig met de kruistochten beziggehouden.”
Hoe bent u tot het schrijven van ”The First Crusade” gekomen?
„Vóór dit boek schreef ik vooral specifiek academische studies. Maar het frustreerde me dat van mijn vorige boek slechts 500 exemplaren over heel de wereld waren verspreid. Ik zag dat collega’s voor een breder publiek schreven en een veel grotere lezersgroep bereikten. Dat trok me aan. Je wilt immers je kennis met veel mensen delen.
Verder stelde ik me ten doel een nieuw licht te werpen op de kruistochten. Ik besloot me te baseren op primaire bronnen, op kroniekschrijvers uit díé tijd. Londen, waar ik werk, is wat dat betreft een goudmijn. Het is een van de belangrijkste centra voor de studie van de middeleeuwse geschiedenis. Denk alleen maar aan de British Library, waar ik tijden heb doorgebracht.”
En is het gelukt een nieuw licht op de kruistochten te werpen?
„Ja, ik laat zien dat de kruisvaarders vooral werden bezield door religieuze motieven. De godsdienstige kant is de laatste decennia door historici enorm verwaarloosd. Men ging steeds uit van de vooronderstelling dat het christendom in z’n oorsprong pacifistisch is. Dus kón dit conflict niet religieus geïnspireerd zijn, want het is gewelddadig. In mijn boek beschrijf ik uitvoerig de ideeënwereld van de middeleeuwen. Ik laat zien hoe het aanvankelijk vredelievende christendom via Augustinus’ theorie over een ”rechtvaardige oorlog” uitkomt bij de oproep tot een ”heilige oorlog” van paus Urbanus II.”
Het vroegste christendom is vredelievend van aard, zegt u. Hoe kon het gebeuren dat elf eeuwen later ditzelfde geloof oproept tot geweld?
„Dat is een heel cruciaal punt. Ook al beoog ik een breed publiek, toch vond ik het nodig de gedachtewereld van de middeleeuwers uit de doeken te doen, om zo de wortels van de kruistochten op het spoor te komen. Ik spreek van een ”lange weg naar de heilige oorlog”. Een belangrijke stap is het aan de macht komen van keizer Constantijn geweest. Toen verbond het christendom zich met de staatsmacht en moesten christelijke denkers zich gaan bezinnen op de vraag of het geoorloofd is geweld te gebruiken, en zo ja, onder welke voorwaarden. De belangrijkste denker in dit verband is de kerkvader Augustinus. Hij ontwikkelde het idee van een ”rechtvaardige oorlog”.”
Dus kunnen we Augustinus impliciet verantwoordelijk houden voor het latere geweld van de kruisvaarders?
„Nee, dat kunnen we niet, evenmin als we Nietzsche verantwoordelijk mogen houden voor het geweld van de nazi’s. Latere commentatoren hebben Augustinus’ ideeën gefilterd en verder ontwikkeld. Augustinus is een goed voorbeeld van een christen die zich genoodzaakt zag over vragen van geweld en agressie na te denken. Sinds het christelijk geloof zich met de staatsmacht had verbonden, was dat nodig geworden. De situatie ten opzichte van de vroegste christenen was dus veranderd.”
U volgde te voet maar liefst 550 kilometer van de route die de eerste kruisvaarders aflegden. Op welke manier beïnvloedde dit uw verhaal?
„Ik heb zo’n drie weken gelopen, van Turkije naar Jeruzalem. Een geweldige belevenis. Je begrijpt beter wat de kruisvaarders hebben meegemaakt. Ook moet je het land daar gezien hebben om hun militaire acties te kunnen volgen. Als jongen begreep ik bijvoorbeeld nooit hoe de kruisvaarders Antiochië hebben ingenomen. Ze veroverden alleen de stad, niet de citadel. Als je in Antiochië komt, wordt het allemaal duidelijk: de stad is onder aan een berg gebouwd. De citadel ligt op de top, een paar honderd meter hoger.”
Wat vond u moeilijk bij het schrijven?
„Het verhaal toegankelijk maken voor een breed publiek, dat is toch wel een lastige klus. Je kunt iets vaak op verschillende manieren vertellen. Het vinden van de Heilige Lans in Antiochië bijvoorbeeld. Die lans zou de speer zijn geweest waarmee een Romeinse soldaat het lichaam van Christus had doorboord. Over de vondst van de lans geven de bronnen verschillende lezingen. Welke versie kies je dan?
Als schrijver ben je als het ware de uitlegger van de lezer. Dat schept verantwoordelijkheden. Te gemakkelijk trappen auteurs in de valkuil dat ze meer beweren dan historisch valt na te gaan. Je kunt lang niet altijd zeggen: zo en zo ging het. Er blijven veel gaten in onze kennis bestaan.”
De verslagen van de kroniekschrijvers, zowel van christelijke als van islamitische zijde, zijn sterk gekleurd. Dat maakt het voor de 21e-eeuwse historicus moeilijk een objectief verhaal te schrijven. Hoe ging u om met dit probleem?
„Als historicus moet je altijd je bronnen wegen: aan welke zijde staat de geschiedschrijver? Wat is zijn achtergrond? Weet je daar meer over, dan kun je zijn verhaal al beter plaatsen. Er zijn kroniekschrijvers die erin slagen tot een uitgebalanceerd oordeel te komen, omdat ze over uiteenlopende getuigen beschikken. Matthias van Edessa is zo iemand. Van Edessa is een Armeens christen die met christenen, joden en moslims heeft gesproken. Zijn relaas is genuanceerder, dus betrouwbaarder als het om de feiten gaat.”
U benadrukt het feit dat de meeste kruisvaarders vrome gelovigen waren. Hoe kunt u dat weten? En hoe kunnen we hun vroomheid rijmen met de gruwelijke misdaden die ze bedreven?
„Ik heb geprobeerd een authentiek beeld te schetsen van wat er omging in het hoofd van 11e-eeuwse gewapende pelgrims. Het is heel makkelijk om te stellen dat het een stelletje gewelddadige en moordlustige lui was, dat uit was op rijkdom. Dan doe je de geschiedenis geen recht.
Uit verslagen die bij hun vertrek zijn opgesteld, blijken drie dingen. Allereerst: ze waren bang om te gaan, bang ook dat ze nooit zouden terugkeren. Ten tweede was de kruistocht een geweldig dure onderneming. De kruisvaarders waren dus niet op geld uit, het kostte hun juist geld. Bovendien lieten de meesten hun familie in armoede achter. En in de derde plaats: ze gingen om zichzelf van hun zonden schoon te wassen. En niet alleen hun eigen zonden, ook die van hun familieleden. De zonde werd in die tijd als een heel zware last gevoeld. Als je daar geen oog voor hebt, begrijp je beslist niet wat deze mensen bezielde.”
Tegenwoordig trekken politici en opiniemakers gemakkelijk parallellen tussen de oude kruisvaarders en de moderne moslimterroristen. Terecht?
„Ik ben beducht voor het soort simpele parallellen waar de media vol van zijn. De kruisvaardersgeschiedenis wordt vaak misbruikt voor propaganda. Neem ”Kingdom of Heaven”, een film over de kruisvaarders, waarbij ik in het beginstadium helaas betrokken ben geweest. Gelukkig heb ik op tijd afgehaakt. Ze gunden me te weinig inbreng op het geheel. Ik werd alleen gevraagd voor dingetjes als: hoe zag een deurslot er toen uit? Daarvoor heb ik bedankt. Wat deze filmmakers deden is niet anders dan de idealen van onze tijd terugprojecteren op de kruistochten. Precies dit soort simplificaties wordt door mijn boek onderuitgehaald.”
Het christendom is in z’n oorsprong pacifistisch, de islam in z’n oorsprong gewelddadig, hoor je wel eens. Wat is uw mening?
„Ook hier zeg ik: pas op voor gemakkelijke totaalplaatjes. Je kunt niet zomaar zeggen dat de ene religie pacifistischer is dan de andere. Welk meetpunt neem je dan? Het christendom in het jaar 100, in het jaar 500, in het jaar 1100 of in het jaar 2000? Op het ene moment was het gewelddadig, zoals ten tijde van de kruistochten, op een ander moment vredelievend. Hetzelfde geldt voor de islam. Ik ben beducht voor al te gemakkelijke toepassingen.”