Heilige plaatsen verontreinigd met vuil
Titel: ”De geïllustreerde geschiedenis van de kruistochten. Christendom, islam, pelgrimage, oorlog”
Auteur: Thomas F. Madden (red.)
Uitgeverij: Terra Lannoo, Warnsveld, 2005
ISBN 90 589 734 68
Pagina’s: 224
Prijs: € 29,90.
De kruistochten zijn in. Musea, filmproducenten in binnen- en buitenland en Amerikaanse presidenten hebben de ”crusades”, al dan niet in spijkerbroek, herontdekt en proberen er hun voordeel mee te doen. Wat is hiervan de reden? Stellig dat ze tot de verbeelding spreken. Of het nu 1095 is of 2006 - de kruistochten verslaan hun duizenden vanwege de vreemde combinatie van geweld en geloof, verre landen en oosterse schoonheid. Voor wie niet van plan is een bioscoop te bezoeken of terroristen te gaan bestrijden, of wie te laat was voor de expositie in Museum Catharijneconvent, is er het boek ”De geïllustreerde geschiedenis van de kruistochten. Christendom, islam, pelgrimage, oorlog”, onder redactie van Thomas F. Madden. De hoofdstukken zijn geschreven door Amerikaanse en Engelse historici en arabisten en dat is te merken: de stijl is sober (van enige sympathie voor of aversie tegen de kruisridders is niets te merken), de inhoud wordt door argumenten en andere bewijzen gedekt, de geraadpleegde bronnen zijn van beide zijden, dus zowel christelijk als Arabisch, en de auteurs zijn goed op de hoogte van wat er de laatste jaren aan vakliteratuur is verschenen.
Hoewel lang niet zo spannend geschreven als het standaardwerk van Sir Steven Runciman uit de jaren vijftig, presenteert dit boek alle belangrijke zaken. Eigenlijk is de titel te bescheiden: de lezer denkt een leuk plaatjesboek in handen te hebben, maar het is veel meer dan dat.
Briljant overzicht
Op het eerste gezicht lijken de teksten oppervlakkig, maar het tegendeel is het geval. Of het gaat om de oproep van paus Urbanus of de moord op Toerah Sjah: telkens worden verschillende bronnen vergeleken en aan de orde gesteld, zonder dat de lezer verdrinkt in een academische discussie. Eerder is het probleem dat er geen bladzijde voorbijgaat of deze bevat met ten minste tien nieuwe namen en jaartallen.
Dit is dus geen boek om in één adem uit te lezen. Maar daarvoor is het ook niet bedoeld: prachtige foto’s van de plekken anno nu en van middeleeuwse miniaturen en fresco’s wisselen elkaar af. Allerlei aparte geschiedenisjes zijn uit de tekst gehaald en worden in kleurrijke kaders aan de orde gesteld. De oorlogen om Malta en Rhodos, Saladin en Richard Leeuwenhart, westerse schisma’s, Assassijnen en Franciscus op kruistocht: het staat er allemaal in. Wie erin slaagt deze kleine encyclopedie aandachtig te lezen, heeft een briljant overzicht.
Voordat ik de loftrompet ga steken aan de hand van wat voorbeelden, wijs ik op twee tekortkomingen. De eerste is de auteurs niet helemaal aan te rekenen. Zij wijzen er terecht op dat het begrip ”kruistocht” in de middeleeuwen op iedere oorlog in Europa tegen ongehoorzame onderdanen kon worden geplakt.
Bekende voorbeelden zijn die tegen de katharen in Zuid-Frankrijk en de Wendische Oorlog in Duitsland. Nederlandse voorbeelden worden niet gegeven, maar die zijn er ook. Bijvoorbeeld de strijd van de Utrechtse bisschop tegen rebellerende Drentse boeren in de 13e eeuw, en, even later, de oorlog van rooms-koning Willem II in Duitsland tegen de antipauselijke partij.
De tweede tekortkoming is iets ernstiger, en dat is dat er geen oorzakelijke relatie wordt gelegd tussen de kruistochten en de ontdekking van de weg naar Indië over zee. Columbus wordt niet genoemd en van prins Hendrik de Zeevaarder uit Portugal wordt alleen gezegd dat hij ontdekkingsreizen stimuleerde, maar niet dat dit bittere noodzaak was, omdat door de kruistochten de eeuwenoude landroutes naar Indië waren gestagneerd. Immers, nu waren de islamieten zo vijandig geworden dat ze de oude karavaanwegen met specerijen blokkeerden. Er zat niets anders op dan eens te gaan kijken of Indië ook per schip bereikt kon worden.
Kinderkruistocht
De kruistochten begonnen met een verzoek om hulp van de Byzantijnse keizer Alexius Comnenus aan paus Urbanus. Tussen de Fatimiden en de Abassiden was ruzie uitgebroken en nu probeerden de Turken hiervan te profiteren. Keizer Alexius wilde die Turken een slag voor zijn en vroeg Urbanus om troepen. De paus deed er spontaan een schep bovenop en riep de ridders ertoe op Jeruzalem te bevrijden: „Laat vooral het graf van de Heer, Onze Verlosser, U bewegen. [Het graf] dat in handen is van onreine volken, en zo ook de heilige plaatsen… die nu worden verontreinigd met vuil.” Hij zei: „Denk aan de moed van uw voorouders.” Vreemd, want Israël moest nog worden bevrijd. De eerste kruistocht was militair gezien de succesvolste en met veel bloedvergieten werden de heilige plaatsen bevrijd.
Nadat de moslims hun tactiek hadden aangepast -geen frontale aanvallen maar hit-and-runacties vanaf snelle paarden, die vooral op het treffen van de voedingsbronnen waren gericht- kwam langzaam de kentering. Hoewel in Israël sterke forten verrezen, waren de kruisridders het onderling dikwijls oneens. Een hele serie opeenvolgende tochten bracht hierin geen verandering. Ook niet de zogeheten kinderkruistochten uit 1212. Vanuit Keulen verzamelde een jongen -die een visioen van een engel gehad zou hebben- vele duizenden aanhangers die door het Rijndal, over de Alpen naar het zuiden trokken.
Geteisterd door ongekende hitte en gedecimeerd door de gevaarlijke passen bereikten ongeveer 7000 van hen de andere zijde. Een deel trok naar Rome, een ander deel naar Marseille, waar of boeven hen inscheepten en in Noord-Afrika verkochten, of, waarschijnlijker, waar ze werk vonden in de haven. Overigens betekent het Latijnse ”puer” zowel jongen als arme man.
Uiteindelijk zou ”het christelijke Westen” met de staart tussen de benen afdruipen - iets wat nog altijd tot de verbeelding van de bevolking in het Midden-Oosten spreekt en waaraan het verzet tegen Amerikaanse en NAVO-operaties zich gedeeltelijk kan laven. Zelfs aan dit aspect besteedt het boek aandacht.