Gebukt onder grijze druk
De rap naderende vergrijzing bezorgt politici nu al de nodige hoofdbrekens. Zonder tegenmaatregelen zou de zogeheten grijze druk wel eens een serieuze bedreiging kunnen vormen voor de Nederlandse economie; zorguitgaven zullen exploderen, oudedagsvoorzieningen worden onbetaalbaar.
Vergrijzing houdt simpelweg in dat de gemiddelde leeftijd van de bevolking structureel stijgt. Nederland plukt daar de komende jaren de wrange vruchten van.Gevoed door een afnemende kindertal per Nederlandse vrouw, een oplopende levensverwachting voor zowel mannen als vrouwen en het relatief grote cohort aan babyboomers dat binnenkort pensioneert, neemt de vergrijzingsgolf de komende decennia een grote vlucht.
Het aandeel van de potentiële beroepsbevolking zal hierdoor in de komende jaren steeds kleiner worden. Staan er op dit moment tegenover iedere 65-plusser ongeveer vier personen van 20 tot 64 jaar, omstreeks 2040 zullen dat er nog slechts twee zijn. Minder werkenden zullen dus de lasten moeten opbrengen voor meer ouderen.
Dat deze zogeheten grijze druk problemen zal geven voor de Nederlandse samenleving is op voorhand wel duidelijk. Meest in het oog springende probleemgebieden vormen de collectieve pensioenvoorzieningen (AOW) en de gezondheidszorg.
Doordat de huidige AOW wordt gefinancierd door middel van een omslagstelsel (werkenden brengen jaarlijks de premies op voor gepensioneerden) zal de toekomstige betaalbaarheid gaan wringen.
Belastingen en premies die de werkenden voor de financiering van de AOW afdragen (op dit moment gemiddeld zo’n 18 procent van het salaris) zullen sterk moeten stijgen. Dit is echter een ongewenste ontwikkeling omdat het de kosten van arbeid verhoogt, wat weer nadelige gevolgen heeft voor de concurrentiepositie en uiteindelijk de economische groei drukt.
Daarnaast doen ouderen een relatief groot beroep op de totale kosten van de Nederlandse zorg. Vergaande vergrijzing zou die zorg volgens velen onbetaalbaar maken. In dit verband is echter ook de toenemende technische ontwikkeling op medisch gebied een factor van betekenis.
Natuurlijk heeft vergrijzing ook positieve effecten op het huishoudboekje van de staat. Het veroorzaakt extra inkomsten voor de schatkist omdat in het verleden belastingvrij gespaarde pensioenen zullen worden uitgekeerd. Deze, in internationaal verband omvangrijke, pensioenuitkeringen worden flink belast.
Per saldo nemen de uitgaven echter toe, al zijn economen het over de exacte omvang oneens. Het Centraal Planbureau (CPB) becijferde onlangs in een vergrijzingsstudie dat de Nederlandse overheidsuitgaven bij een gelijkblijvend voorzieningenniveau tot 2040 (de piek van de vergrijzingsgolf) zullen stijgen tot 55 procent, tegenover 48 procent nu.
Vergrijzing is overigens geen typisch Nederlands probleem. Heel Europa krijgt er mee te kampen en nergens ter wereld hakt de demografische trend er zo hard in als in Japan. Om bij Europa te blijven: tegen 2050 zal de EU zo’n 58 miljoen 65-plussers meer tellen dan nu, een stijging van bijna 80 procent. Het aantal personen tussen de 16 en de 64 jaar daalt daarentegen met 16 procent.
Door de toename van het aantal ouderen zal de Europese economie minder sterk kunnen groeien, concludeerde de Europese Commissie onlangs. Waar gemiddelde groeipercentages van 2,2 procent op dit moment gemeengoed zijn, zal de economische groei na 2010 bij 1,8 procent blijven steken. Na 2030 ziet de Commissie zelfs 1,3 procent als gemiddeld maximum.
Het oordeel van de Europese Commissie is scherp: de meeste EU-landen hebben nog altijd veel te weinig gedaan om de komende demografische verschuiving op te kunnen vangen. Het woord ”vergrijzing” zal de komende jaren nog veelvuldig worden gehoord.