Noorden mag hopen op Zuiderzeelijn
DEN HAAG (ANP) – Noord–Nederland mag toch nog een sprankje hoop koesteren op de komst van een hogesnelheidstrein via Flevoland, Heerenveen en Drachten. Minister Peijs (Verkeer) zegde donderdag onder druk van de Tweede Kamer toe dat ze een nieuwe, goedkopere variant op de Zuiderzeelijn (ZZL) laat doorrekenen.
Het noorden reageerde verdeeld. Actieleider Haerkens van de werkgeversorganisatie VNO–NCW Noord accepteert het aanbod niet. Hij beschuldigde het kabinet van „vooringenomen standpunten" en „autistisch gedrag".Gronings gedeputeerde Musschenga (CDA) vond de toezegging voor een doorberekening „heel erg vaag". „Peijs zei dat ze niets afweet van de nieuwe variant. Waarom neemt ze niet meer tijd dan tot eind juni?".
Commissaris van de koningin Alders uit dat zelfde Groningen was positiever. „Het kabinet heeft een grote draai gemaakt. Nu staat de Zuiderzeelijn weer op de agenda, en begint het echte werk".
Het plan voor een hogesnelheidstrein (HST) is bedacht door bestuurders uit Groningen, Friesland en Drenthe. Zij reageerden met hun aangepaste plan op het besluit van het kabinet om af te zien van de ZZL.
Dat gebeurde halverwege april, na enkele vernietigende onderzoeken over nut en noodzaak. De aanlegkosten lopen ver in de miljarden, terwijl er ook aanzienlijke milieuproblemen ontstaan.
Het tracé zou onder meer in het zuiden van Friesland natuurgebieden doorkruisen. De ZZL wordt nooit rendabel omdat veel te weinig reizigers gebruik zullen maken van de lijn. Die ondervindt ook nog eens concurrentie van de Hanzelijn, die Lelystad vanaf 2012 verbindt met Zwolle.
Minister Peijs vond in GroenLinks–Kamerlid Duyvendak een opmerkelijke medestander in haar vrees voor twee snelle treinverbindingen tussen de Randstad en Noord–Nederland. Duyvendak denkt dat de lijnen elkaar gaan kannibaliseren. „Straks zitten we met twee onrendabele lijnen", waarschuwde Peijs op haar beurt.
Een meerderheid van CDA, VVD, PvdA en SP drong echter aan op nader onderzoek, waarmee de bewindsvrouw uiteindelijk instemde. Op dringend verzoek van deze Kamermeerderheid gaat Peijs ook opnieuw om de tafel met de bestuurders uit de noordelijke provincies. Dan wordt ook gesproken over stimuleringsmaatregelen voor de economie in Noord–Nederland. „In oktober wordt duidelijk of de lijn er wel of niet komt", concludeerde Peijs na een debat van zes uur.
De provincies hebben zich altijd hard gemaakt voor de komst van de Zuiderzeelijn en eisen dat de al gereserveerde 2,7 miljard euro ook daadwerkelijk wordt besteed aan een snelle treinverbinding naar hun regio. De Tweede Kamer omarmde een motie waarin staat dat het geld inderdaad gereserveerd blijft voor de bereikbaarheid van het noorden.
Peijs wil eind juni een doorberekening klaar hebben van het nieuwe ZZL–plan. Peijs liet tijdens het debat, waarin ze werd gesouffleerd door haar collega–bewindslieden Zalm (Financiën), Dekker (VROM) en van Gennip (Economische Zaken), duidelijk blijken dat het kabinet een uitgesproken voorkeur heeft voor een snelle verbinding via de Hanzelijn.