Zoeken naar orde en samenhang
Titel: ”Geschiedenis van de reformatorische wijsbegeerte. Een christelijk perspectief”
Auteur: Johan Stellingwerff
Uitgeverij: Stichting voor Reformatorische Wijsbegeerte, Baarn, 2006
ISBN 90 9020371 0
Pagina’s: 239
Prijs: € 12,50.
Een duinwandeling die opeens filosofisch inzicht in de werkelijkheid geeft. Het overkwam de christenfilosoof Herman Dooyeweerd. Hij zag in de Haagse duinen dat de verschillende wijzen van ervaren van de werkelijkheid samenhangen met de verscheidenheid van de structuur van de schepping. De ervaring leidde tot de eerste aanzetten van een reformatorische wijsbegeerte, waarover J. Stellingwerff een overzichtswerk schreef.
De reformatorische wijsbegeerte is een filosofie afkomstig uit het Nederlands gereformeerde protestantisme, dat zich verbonden weet met het gedachtegoed van Calvijn, Groen van Prinsterer, Kuyper en Bavinck. Prominente grondleggers waren H. Dooyeweerd (1894-1977) en D. H. Th. Vollenhoven (1892-1978), zwagers van elkaar.
Beide denkers hadden evenwel hun eigen invalshoek. Vollenhoven was, zo schrijft Stellingwerff, meer de reformator van de wijsbegeerte en Dooyeweerd de zelfstandige wijsgeer die het internationale gesprek zocht. Vollenhoven had primair belangstelling voor de rijken van de dingen, organisme, planten, dieren en mensen, Dooyeweerd voor de wetmatigheid en de structuren van de kosmos.
De schrijver stelt dat de reformatorische wijsbegeerte een nieuw inzicht heeft gebracht dat ook voor onze tijd van groot belang is. De waarde ervan ligt volgens hem in goede kosmische onderscheidingen om de samenhang en de eenheid van de schepping tot uitdrukking te brengen. Bij Dooyeweerd valt vaak het woord kosmisch en kosmologisch, niet in de zin van een astronomisch heelal, maar van de organische samenhang van geheel de tijdelijke schepping. Omdat elke wetenschap van de geschapen werkelijkheid een specialistische en een theoretische reductie geeft, heeft de wetenschap daarom behoefte aan integratie in de volle werkelijkheid.
De reformatorische wijsbegeerte wil geen conservatieve maar een kritische vernieuwende betekenis hebben, stelt de schrijver. Zo komt deze wijsbegeerte ook over. De reformatorische wijsbegeerte ontstond uit een breuk met de kuyperiaanse, gereformeerde scholastiek. Toch was er ook een kuyperiaanse invloed. Dooyeweerd en Vollenhoven verwierpen het zogenaamde dualisme van ziel en lichaam, maar bij (vooral) Dooyeweerd zien we een gegrepen zijn door de gedachte dat het wedergeboren hart als een concentratiepunt fungeert waarin de zinsamenhang van de werkelijkheid bijeenkomt.
Het is voor het eerst dat er een overzichtelijk werk over de reformatorische wijsbegeerte verschenen is. Stellingwerff neemt de lezer mee door de hele geschiedenis heen, van de grote pioniers Dooyeweerd en Vollenhoven tot aan de meest recente vertegenwoordigers. Alle mogelijke figuren passeren de revue, zoals J. P. A. Mekkes, S. U. Zuidema, M. C. Smit, H. van Riessen, K. J. Popma, E. Schuurman, J. Klapwijk H. Geertsema en S. Griffioen. Van elk van deze personen wordt het werk samengevat. Ook besteedt de auteur veel aandacht aan de deelfilosofieën, zoals filosofie van de exacte wetenschappen, van de kunst (Rookmaker) en van de cultuur (Griffioen).
In 1935 werd de Vereniging voor Calvinistische Wijsbegeerte opgericht. Er kwamen bijzondere leerstoelen van deze stroming, die in de jaren negentig reformatorische wijsbegeerte ging heten. Het woord reformatorisch was bedoeld om de doorgaande reformatie en de reformatie of transformatie van de filosofie uit te drukken.
De beweging van reformatorische wijsbegeerte is helaas geïsoleerd in het algemeen-wijsgerige klimaat. De auteur constateert dat de reformatorische wijsbegeerte weliswaar discussie zoekt, maar dat er vrijwel nooit weerwoord komt en zelden reacties die op de fundamentele vragen ingaan. Dat is jammer, want de vragen die deze wijsbegeerte aan de orde stelt, zijn fundamenteel. De erfenis van Dooyeweerd en Vollenhoven is nu vooral in Noord-Amerika te vinden, waar in Ancaster (Canada) het Dooyeweerd Centre gevestigd is en werken van Dooyeweerd vertaald worden.
De schrijver ziet genoeg levenskansen voor de reformatorische wijsbegeerte en vindt wereldwijde confrontatie en programmatische verdieping blijvende noodzaak. Het slothoofdstuk doet wat verwarrend aan, ook door een nogal venijnige aanval op de islam. De waarde van het boek ligt mijns inziens vooral in het historische overzicht, waarbij de afzonderlijke vertegenwoordigers veel ruimte krijgen. Velen behoren alweer tot de historie. Maar de zaak zelf, de kritiek op de versnipperde en de schijnbaar neutrale wetenschap vanuit een christelijk perspectief (met als grondmotief schepping, zondeval en verlossing), is nog even actueel.