Als er een derde in het spel is
Titel: ”Vonk of vuur? Als je verliefd bent”
Auteur: drs. Alie Hoek-van Kooten; verschenen in de Artiosreeks, uitg. Groen, Heerenveen, 2006; 171 blz.
ISBN 90 5829 566 4
Pagina’s: € 12,50.
Meer dan eens maakte ze het in haar omgeving mee. En telkens weer schokte het haar. Een christelijk huwelijk dat op de klippen liep, nadat een van de echtgenoten verliefd was geworden op een ander en met die persoon een relatie aanging. Voor drs. Alie Hoek-van Kooten was het een reden om in haar boek ”Vonk of vuur? Als je verliefd bent” nadrukkelijk aandacht aan dit thema te besteden. „Ik vind het een van de ingrijpendste situaties die we in de kerk kunnen meemaken. Ernstige ziekte is erg, overlijden is erg, maar dit is héél erg. Omdat het zo ingaat tegen alles wat God ons in Zijn Woord voorhoudt.” Over verliefdheid bestaan nogal wat misverstanden, stelt Hoek-van Kooten, arts en docente aan de Christelijke Hogeschool Ede (CHE). Ze merkt dat onder meer bij de beantwoording van vragen die ze over dit thema krijgt voorgelegd via Refoweb. „Jonge mensen denken nogal eens: Hoe verliefder ik ben en hoe langer dat duurt, des te groter de kans op een goed huwelijk. Als de verliefdheid overgaat in liefde -een veel minder hevig gevoel, maar wel veel dieper- maken sommigen hun verkering uit, in de hoop dat ze bij een ander weer dat sterke gevoel zullen krijgen. Dan beseffen ze niet dat ook dat gevoel ooit zal overgaan.”
Al eerder verdiepte Hoek zich in thema’s als verliefdheid en seksualiteit. Bekendheid kreeg ze onder meer door de uitgaven ”Verkeringsperikelen” (1990) en ”Trouw en teder” (1991), die vele herdrukken beleefden. In ”Vonk of vuur?”, dat deze week verschijnt, reikt Hoek algemene informatie aan over verschillende vormen van verliefdheid. Tegelijkertijd zoomt ze in op specifieke thema’s als ”verliefd worden na een teleurstelling”, ”verliefd worden als je partner is overleden of na een echtscheiding”, ”getrouwd en verliefd op een ander” en ”verliefd worden in een hulpverleningssituatie”.
De auteur lijkt met deze uiteenlopende onderwerpen verschillende doelgroepen ineens te willen bedienen. „Het is geen boek om van de eerste tot de laatste bladzijde achter elkaar uit te lezen”, erkent ze. „Als een jongere het aanschaft, heeft hij voorlopig misschien genoeg aan de eerste hoofdstukken. Andere hoofdstukken kan hij in een latere fase opslaan. Iedereen kan eruithalen waar hij op dat moment mee zit. En een thema als ”liefde en trouw” is voor iedereen belangrijk.”
De auteur benadrukt dat een open gesprek in het gezin over relatievorming van groot belang is. „Het gaat om een van de belangrijkste keuzen in het leven, naast de geloofskeuze en de beroepskeuze. Voor tieners is het niet altijd gemakkelijk zo’n onderwerp met hun ouders te bespreken. Daarom is het belangrijk dat het ook op catechisatie, jeugdvereniging, jongerenavonden en eventueel in de prediking aan de orde komt. Dat geldt des temeer nu de burgerlijke en de christelijke moraal steeds verder uiteenlopen en iedereen via de media wordt geconfronteerd met on-Bijbelse opvattingen over relaties en seksualiteit.”
Het komt er volgens Hoek op aan in het gesprek daarover de juiste toon te treffen. „Als een kind verliefd wordt en de andere gezinsleden komen erachter, wordt het nogal eens het mikpunt van plagerijen. Dat is niet goed. Verliefdheid is een serieuze zaak. Daar moet je zorgvuldig mee omgaan. Als een verkering uitraakt, is het ook fijn als ouders een kind een beetje kunnen opvangen. Het is een groot verdriet, maar dat wordt niet altijd onderkend. Iemand die weduwe of weduwnaar wordt kan vaak op meer begrip rekenen dan een jongere van wie de verkering uitraakt, terwijl dat ook heel ingrijpend kan zijn.”
Contactadvertentie
Een apart hoofdstuk wijdt de auteur aan verliefd worden via alternatieve routes, zoals de contactadvertentie, een huwelijksbemiddelingsbureau of vakanties voor alleengaanden. Het is haar overtuiging dat de Heere zo’n weg kan zegenen als mensen die biddend inslaan. „De Heere God heeft Zelf het verlangen naar een man of vrouw in de mens gelegd. Als je ouder wordt, ontmoet je vaak minder mensen op een spontane manier. Dan mag je gebruikmaken van andere mogelijkheden.”
Daarbij noemt Hoek het van belang een reëel verwachtingspatroon te hebben. „Het komt nogal eens voor dat mensen hopen dat ze tijdens de eerste ontmoeting heel erg verliefd op de ander zullen worden. Ze zijn er dan zo op gefocust, dat ze niet meer spontaan verliefd kúnnen worden. De eerste ontmoeting valt meestal vreselijk tegen. Sommigen haken dan meteen af, terwijl het juist goed kan zijn elkaar nog een keer te ontmoeten. Dan is de spanning er wat af en kun je beter zien of het klikt, of je dezelfde interesses hebt, het geloof met elkaar kunt delen. Gaandeweg die ontmoetingen merk je dan of je naar elkaar toegroeit of juist bij elkaar vandaan.”
In dergelijke situaties kan het volgens Hoek voorkomen dat de fase van verliefdheid wordt overgeslagen. „Het is mooi als je verliefd wordt, maar het is geen voorwaarde voor een goed huwelijk. In verliefdheid zit ook iets gevaarlijks. Verliefdheid maakt blind, terwijl liefde de ogen opent. Als je elkaar via een alternatieve route op een nuchtere manier ontmoet, ga je sneller op zoek naar wat je gemeenschappelijk hebt. Dat is zo slecht nog niet en daaruit kan zeker echte liefde ontstaan.”
Operatiekamer
Nogal wat mensen blijken verliefd te worden op een collega. Volgens cijfers die Hoek in haar boek aanhaalt, zou een op de drie personen die aan het arbeidsproces deelnemen ooit verliefd worden tijdens zijn werk. In veel gevallen betreft het een verliefdheid van of op iemand die zelf is getrouwd. Hoek: „Op je werk kom je met allerlei mensen in aanraking. Je zit in dezelfde ruimte, bespreekt moeilijke situaties met elkaar, slaat elkaar eens op de schouder. Ongemerkt kan er dan een verliefdheid ontstaan.”
Toen ze nog in een ziekenhuis werkte, zag Hoek dit soms gebeuren. „Op een operatiekamer werken een arts en een assistente intensief samen. Ze raken enorm op elkaar ingespeeld, waardoor een kuchje soms al genoeg is om elkaar te begrijpen. Als ze samen een spoedoperatie na een ongeval tot een goed einde weten te brengen, geeft dat een goed gevoel. Dan kun je sympathie voor elkaar krijgen of zelfs verliefd worden.”
De grens tussen sympathie en verliefdheid noemt u flinterdun. Hoe voorkom je dat je die grens over gaat?
„Als je de hele dag steeds meer aan degene die je sympathiek vindt moet denken, die ander steeds meer op de voorgrond komt te staan, je het leuk vindt hem of haar te ontmoeten en er zelfs naar uitziet, moeten de alarmbellen gaan rinkelen. Begeef ik mij niet in de gevarenzone?
Het is goed je ervan bewust te zijn dat verliefdheid kan ontstaan, ook als je getrouwd bent. Als je het een keer meemaakt en je hebt het niet goed in de gaten, ga je zomaar onderuit. Dan kan het gevoel zo krachtig worden, dat je denkt: Ik kan er geen weerstand aan bieden.”
Wat kan iemand die dat denkt met uw advies zijn verliefdheidsgevoelens af te bouwen?
„Het is een misverstand te denken dat je er niks tegen kunt doen. We hebben van God ons verstand gekregen om ons gevoel te sturen. Wat heel belangrijk is: Zeg nooit tegen de ander dat je hem heel aardig vindt. Dan wordt de weg terug heel erg moeilijk, zeker als die ander hetzelfde gevoel voor jou blijkt te hebben. Dan ga je echt een grens over.
Het afbouwen van verliefdheidsgevoelens kan een zware strijd zijn, maar het is zeker mogelijk. Als ik weet dat die persoon ergens is en ik hoef daar niet te zijn, ga ik er niet naartoe. Als ik die persoon ontmoet, bewaar ik echt afstand. Ik probeer door mijn uitstraling niet te laten merken dat ik die persoon heel sympathiek vind. Als ik merk dat er verkeerde gedachten opkomen, zoek ik afleiding. Je kunt je gevoel echt met je verstand sturen.”
Enorme ravage
Hoek wijst erop dat het kan helpen in zo’n situatie te beseffen dat een verliefdheid altijd over gaat. „Het is een van de ’ziektes’ met een goede prognose: een verliefdheid duurt een halfjaar tot maximaal twee jaar. Ook als iemand toch met die ander verder zou gaan, komt er dus een eind aan. Maar dan heeft hij intussen wel een enorme ravage aangericht. Neem het geval van een man en een vrouw die elk getrouwd zijn en drie kinderen hebben. Als zij samen verder gaan, bouwen ze hun eigen geluk op het ongeluk van acht anderen.”
U pleit ervoor het thema ”getrouwd en verliefd op een ander” in de kerkelijke gemeente bespreekbaar te maken. Hoe ziet u dat in de praktijk voor u?
„We moeten onder ogen zien dat het een gevaar is. Dat doe je niet door erover te zwijgen, maar wel door het bijvoorbeeld op een kring voor jonge gezinnen eens aan de orde te stellen. Als het bekend wordt dat een getrouwde man bij zijn vrouw weggaat omdat er een derde in het spel is, klagen we allemaal ach en wee. Laten we alsjeblieft signalen proberen uit te zenden om te voorkómen dat het zover komt.”
Hoek bepleit ook een zorgvuldige benadering als een gemeentelid een buitenechtelijke relatie blijkt te zijn aangegaan. „Ik hoorde ooit van iemand die er al lang spijt van had en het liefst terug zou willen naar zijn eigen vrouw. Hij zei echter dat het voor hem gemakkelijker was om toch met die ander verder te gaan dan met hangende pootjes terug te keren naar z’n gezin in het besef dat kerkmensen hem er altijd op zouden blijven aankijken.”
U schrijft dat het goed zou zijn als er een ritueel zou komen om gemeenteleden die een buitenechtelijke relatie hebben gehad bij oprechte spijt zonder gezichtsverlies te laten terugkeren in de gemeente. Waar denkt u concreet aan?
„Het is een idee dat nog verder moet worden uitgewerkt, misschien als een vervolg op dit boek. Ik vind het van belang dat bij gebleken berouw ook van vergeving wordt gesproken, waarna de gemeente de betrokkene weer in liefde moet ontvangen. Nu is de praktijk vaak dat er nog jarenlang over wordt gesproken, ook als het tussen man en vrouw weer goed is gekomen.”
Hoek wijst op een Bijbels principe. „Zondaren die bij de Heere Jezus terugkomen, worden door Hem met liefde ontvangen. In de kerk hebben we nogal eens een houding die een blokkade voor mensen vormt om terug te keren. Dat zou niet zo moeten zijn. Wel moet er sprake zijn van goede begeleiding, ook voor de vrouw. Zij is een enorm stuk vertrouwen kwijt en moet haar gevoelens van boosheid kwijt kunnen. Met de kinderen zal zeker ook moeten worden gesproken. Zij krijgen eveneens een enorme dreun.”
Waarschuwing
Extra ingewikkeld zijn situaties waarin een ambtsdrager overspel heeft begaan. Hoek besteedt hieraan aandacht in een hoofdstuk over verliefdheid in hulpverleningsrelaties, waaronder ze ook ambtelijke contacten verstaat.
Volgens cijfers uit de Verenigde Staten zou 10 tot 19 procent van de predikanten buitenechtelijk seksueel contact hebben. Is dat gegeven door te vertalen naar de Nederlandse situatie?
„Het lijkt me erg hoog, maar er zit in ieder geval een waarschuwing in. Ambtsdragers hebben een speciale verantwoordelijkheid gekregen en het is heel ernstig als ze het vertrouwen dat ze hebben beschamen. We kunnen regelmatig in de krant lezen dat een predikant uit zijn ambt is gezet vanwege zonde tegen het zevende gebod. Het gaat geen enkele kerk voorbij. Dan gaat het vaak om dit soort zaken. Die zijn echt desastreus.
Pas werd ik nog gebeld door een weduwe die vertelde dat haar dominee op de bank naast haar kwam zitten, omdat ze liefde tekort zou komen. Hij sloeg zijn arm om haar heen en streelde haar borsten. Dan is er echt sprake van seksueel contact. Ik heb tegen deze vrouw gezegd dat zij hiertegen actie moest ondernemen.”
Wat is voor gehuwden het beste wapen tegen verliefdheid op een derde?
„Het is belangrijk erop voorbereid te zijn dat zo’n verliefdheid kan ontstaan. Het kan iedereen overkomen. Zorg in elk geval dat je zelf een goed huwelijk hebt. Hoe slechter je eigen huwelijk is, hoe gemakkelijker je verliefd kunt worden op een ander. Ook moet je in allerlei situaties constant grenzen in acht nemen: wel hartelijk, aardig en meelevend zijn, maar toch ook afstand bewaren. Mocht je de eerste ritselingen van een verliefdheid bespeuren, dan is het beste als je dat open en eerlijk met je man of vrouw kunt bespreken, zodat deze je kan helpen ertegen te strijden. Als je weet dat je partner zoiets niet aankan, zul je die strijd alleen moeten aangaan.”
Liefhebben is voor gehuwden een opdracht, schrijft u. Op welke manier kan een echtpaar die het beste volbrengen?
„Voor verliefdheid hoef je nooit je best te doen. Die komt vanzelf. Liefde moet je echter voeden en onderhouden. Als je huwelijk in een sleur terechtkomt, is een spontane verliefdheid op een derde een geweldige onderbreking. Daarom is het erg belangrijk je echt in te zetten voor je huwelijk. Dat betekent aardig zijn voor elkaar, verrassingen voor de ander hebben, open met elkaar praten, gezellige momenten inbouwen. Als je ondanks dat toch verliefd wordt op een ander, moet je het gelijk afkappen. Het huwelijk is een van de paradijsbloemen die de Heere God ons gelaten heeft. Daar moeten we heel zuinig op zijn.”