Lokale verkiezingen snoeren Berlusconi de mond
ROME - Links en rechts hielden elkaar bij lokale verkiezingen in Italië afgelopen zondag en maandag vrijwel in evenwicht. Toch is de uitslag een nederlaag voor de voormalige premier Silvio Berlusconi.
Bij lokale verkiezingen in Italië hebben de zittende, linkse burgemeesters van Rome, Napels en Turijn een tweede ambtstermijn gewonnen. Milaan ging naar centrumrechts, net zoals vijf jaar geleden. De nieuwe burgemeester van Milaan wordt Letizia Moratti, de minister van Onderwijs in de laatste kabinetten-Berlusconi. Andere ex-ministers waren minder gelukkig. Vooral Rocco Buttiglione (eerst minister van Europese Zaken, daarna van Cultuur), die bekendheid vergaarde door zijn negatieve uitspraken over homoseksuelen en daarmee de kandidatuur als eurocommissaris door de neus zag geboord, kreeg een fikse nederlaag te slikken.In Turijn kreeg hij als uitdager van de zittende burgemeester Sergio Chiamparino nog geen 30 procent van de kiezers achter zich. In Rome moest ex-minister Giovanni Alemanno (Landbouw) plaatsmaken voor de populaire burgemeester Walter Veltroni.
De burgemeester verbleef tijdens de verkiezingsdagen in het ziekenhuis wegens een acute nierkoliek. Veltroni behaalde bijna 62 procent van de stemmen. Ondanks een lichte verhoging betrad Veltroni maandagavond het podium om zijn aanhangers te bedanken. „Rome is niet meer de stad die het geld opmaakt, maar de locomotief van Italië.”
De laatste jaren stijgt het inkomen van de gemiddelde inwoner van Rome veel sneller dan dat in de rest van Italië, en dat is volgens Veltroni aan hem te danken. Na het publieke optreden gisteravond ging Veltroni weer terug naar het ziekenhuis.
Behalve in de vier grootste steden van Italië werd gestemd in ruim 1260 andere gemeenten plus acht (van de 103) Italiaanse provincies. Van deze acht kwam er één (Reggio Calabria) in andere handen. In deze Zuid-Italiaanse provincie won de centrumlinkse kandidaat met 15 procent verschil. Ook de kiezers van één gewest (van de in totaal 20 stuks) konden hun stem uitbrengen.
Op Sicilië won zonder veel moeite de zittende gouverneur Salvatore Cuffaro van de rooms-katholieke partij UDC. Het verschil met zijn linkse uitdager, de antimaffia-activist Rita Borsellino, was zo’n 10 procent. Maar of Cuffaro opnieuw de volle vijf jaar het Italiaanse eiland zal kunnen regeren, hangt af van de rechter. Cuffaro is hoofdgedaagde in een maffiaproces.
Ook al hielden links en rechts elkaar redelijk goed in evenwicht, toch zijn de verkiezingen als een nederlaag voor Silvio Berlusconi te beschouwen. Niet alleen omdat hij kandidaat was voor de gemeenteraad van Napels en de raad een linkse meerderheid behield. Maar vooral omdat de oud-premier de verkiezingen opvatte als een populariteitstest voor de nieuwe, centrumlinkse regering van Romano Prodi.
Door de winst in Reggio Calabria en het sterke optreden van de burgemeesters van Rome en Turijn kan niet worden gezegd dat Prodi is afgestraft door de kiezers. Berlusconi, die pas 23 dagen na de landelijke verkiezingen in staat was Prodi geluk te wensen, betoogde dat door de minimale winst van centrumlinks bij de parlementaire verkiezingen van afgelopen april het nieuwe kabinet de steun mist van de bevolking.
Berlusconi heeft mogelijk alleen gelijk wat betreft de opkomst. Nog geen 72 procent van de Italianen stemde de afgelopen dagen. Dat is bijna 10 procent minder dan vijf jaar geleden.