„Gesprekken Endstra belangrijk bewijs”
SCHIPHOL (ANP) - De gesprekken die de vermoorde vastgoedhandelaar Willem Endstra heeft gevoerd met leden van de Criminele Inlichtingen Eenheid (CIE) kunnen worden gebruikt als bewijs tegen de groepering rond Willem Holleeder. Dat was de kern van het betoog van het openbaar ministerie donderdag, toen de zaak voor het eerst openbaar bij de rechtbank werd behandeld.
Holleeder en zijn medeverdachten zouden mensen uit de vastgoedsector hebben afgeperst en bedreigd. De vele miljoenen euro’s die daarmee werden verkregen, zouden zijn witgewassen. Het OM denkt bovendien dat Holleeder en zijn kompanen verantwoordelijk zijn voor een reeks liquidaties of pogingen daartoe.Onder extreem strenge veiligheidsmaatregelen had in de rechtbank op Schiphol-Oost de eerste pro-formazitting plaats tegen de 47-jarige Holleeder en zes medeverdachten. Holleeder er vijf anderen waren ter zitting. De omgeving van het gebouw werd beveiligd door vele leden van de marechaussee, uitgerust met wapens en kogelvrije vesten.
Endstra sprak in 2003 ook met de rijksrecherche en een officier van justitie. Dat maakt de verslagen van de gesprekken met de CIE volgens officier van justitie J. Plooy sterker. Bovendien is het verhaal van Endstra „consistent en tot in veel details verifieerbaar.” Het wordt ondersteund door verklaringen, met name van familieleden van de doodgeschoten vastgoedmagnaat.
Endstra vertelde dat niet alleen hij werd afgeperst, maar ook de zakenlieden Wijsmuller, Friedländer en anderen. De vermoorde vastgoedhandelaar Cees Houtman zou eveneens slachtoffer zijn geweest van de afpersingspraktijken.
De moord op Endstra in mei 2004 was voor het OM het startsein „voor een omvangrijk onderzoek naar vermoedelijke afpersingen van vermogende zakenmensen volgens dezelfde methode.” Holleeders raadsman, A. Moszkowicz, zei daarover dat er wel veel gesprekken werden gevoerd met de vastgoedhandelaar, maar dat er nauwelijks iets mee werd gedaan. Dat het OM niet eerder in actie kwam, had te maken met de angst die Endstra voor zijn belagers had. Hij was bang dat elke actie naar hem terug te leiden zou zijn.