Erfelijk staatshoofd belichaamt onpartijdigheid
Drs. F. A. J. Th. Kalberg is het niet eens met degenen die vinden dat een monarchie in strijd is met een eigentijdse parlementaire democratie.
In de rubriek In stelling in het RD van 29 april stelt prof. mr. P.T.T. Bovend’Eert dat een monarchie principieel in strijd is met onze huidige parlementaire democratie, omdat iedereen wordt gekozen behalve de koningin. De heer Paul van de Heyde poneert in dezelfde rubriek dat het koningschap uit de tijd is, omdat we bestuurders langs democratische weg kiezen. Daar valt nog wel het een en ander op af te dingen.In tijden waarin het koninklijk gezag naar het diepste punt dreigde weg te zinken en zodoende gevaar liep een speelbal te worden van machtige rijksgroten of wedijverende familietakken, waren het de toonaangevenden uit de bevolking die aandrongen op de totstandkoming van een vaste regel op het stuk van het troonerfrecht.
Er kan dan ook geargumenteerd bestreden worden dat het erfelijk koningschap een overblijfsel zou zijn uit feodale tijden, zoals bijvoorbeeld in links-politieke kringen wordt gesteld. Immers, niet het dynastieke belang van bepaalde adellijke families, maar de behoeften van de samenleving aan duurzaamheid en aan bescherming tegen gevaar hebben de doorslag gegeven en de regel van erfopvolging in de koninklijke waardigheid doen aanvaarden en bevestigen.
Dwingend karakter
Met deze oorsprong van het erfelijk koningschap hangt ook samen dat het troonerfrecht in genen dele samenvalt met de voorschriften van het normale erfrecht. Zo draagt het troonerfrecht een dwingend karakter en kan er niet bij testament van worden afgeweken. Vrijheid van de erflater in de keuze van de erfgenamen verdraagt zich namelijk niet met de bedoeling van de erfopvolging.
Hoewel een eventuele republiek die men thans op het oog heeft in wezen maar weinig zal verschillen van de constitutionele monarchie zoals die zich in ons land heeft ontwikkeld, valt intussen niet te ontkennen dat voor een land als Nederland de constitutionele monarchie voordelen heeft die een republiek mist.
In ons land hebben de partijschappen altijd welig getierd. Er is naar mijn mening geen reden om aan te nemen dat in die situatie verandering ten goede zal komen. Het is daarom niet te verwachten dat de Nederlander zijn partij-inzichten terzijde zal stellen bij de verkiezing van een president van een republiek, als deze staatsvorm in ons land zou worden ingevoerd.
Daarbij dient nog in aanmerking te worden genomen dat voor dit hoge staatsambt de man der keuze vaak iemand zal zijn die aan de politieke strijd tussen de partijen een levendig aandeel heeft gehad, soms zelfs tot de politieke leiders in de strijd hebben behoord. Men zal moeten erkennen dat een op die wijze gekozen staatshoofd niet die waarborg van strikte onpartijdigheid kan bieden, die bij een erfelijk staatshoofd vrijwel altijd aanwezig pleegt te zijn.
Juist de omstandigheid dat de koning zelf boven de partijontwikkelingen blijft en de belichaming vormt van duurzaamheid en algemeenheid in de staat, is grondslag van het grote aanzien en het vertrouwen van de bevolking.
Afbreuk
Gezien het voorgaande zou een ceremonieel koningschap in ernstige mate afbreuk doen aan de aard en doelstelling van ons nationale koningschap. Juist doordat de koningin deel uitmaakt van de ondeelbare kroon en zij een belangrijke stabiliserende functie vervult bij de kabinetsformaties, kan zij een heilzame invloed uitoefenen op de gang van zaken binnen ons staatsbestel en, indien nodig, corrigerend optreden.
De auteur is staatsrechtdeskundige.