Ex-moslims zijn geen insiders
Titel: ”Islam ontsluierd. Twee insiders over de leef- en gedachtenwereld van moslims”
Auteur: Ergun Mehmet Caner en Emir Fethi Caner
Uitgeverij: Gideon, Hoornaar, 2005
ISBN 90 6067 987 3
Pagina’s: 296
Prijs: € 17,50.
De broers Ergun en Emir Caner zijn van Turks-islamitische afkomst. Op de middelbare school kwamen ze tot de erkenning van Jezus Christus. Tegenwoordig zijn ze predikant en hoogleraar in Amerika. Hun vertaalde boek ”Islam ontsluierd” draagt, net als andere Gideonboeken over de islam, een sterk persoonlijk stempel van de auteurs. ”Islam ontsluierd” opent met het verhaal van hun vader Acer, die als moslim heeft geleefd en is gestorven. Het verdriet van de auteurs („voor zover wij weten, is hij de eeuwigheid ingegaan zonder Christus”) maakt het boek tot een geloofwaardig getuigenis. Het verhinderde ook dat het boek zou ontaarden in een smaadschrift, al zijn de schrijvers wel stellig over de enige Weg tot zaligheid: Jezus Christus.
De auteurs nemen uitdrukkelijk afstand van mensen die moslims zien als bezeten van de duivel of als geesteszieken, maar ook van het idee dat alle religies gelijk zijn. De broers schrijven vanuit hun ervaring met zowel islam als christendom en op basis van hun contacten met moslims en christenen. Dat levert een duidelijke meerwaarde op.
Verschillen
Aanleiding voor het schrijven van het boek waren de aanslagen op 11 september 2001. De inhoud wordt dan ook gedomineerd door de relatie tussen de islam en geweld. Vooral de verklaring van het begrip ”jihad” neemt veel ruimte in beslag. Zowel het gedrag van terroristen als dat van mannen die hun vrouwen slaan wordt beschouwd als het gevolg van een gehoorzame lezing van de Koran. Het boek zet de verschillen tussen christendom en islam sterk aan: het militaire karakter van Mohammeds leven tegenover de vreedzame roeping van Jezus. Een apart hoofdstuk gaat in op de onoverkomelijke verschillen tussen Koran en Bijbel, bijvoorbeeld in hun verlossingsleer.
In een bijlage worden Koran- en Bijbelteksten over Allah en Jahweh, Isa en Jezus, Mohammed en Jezus en de visie op redding van zondaren overzichtelijk naast elkaar gezet. Het boek is gericht op christenen die in een (getuigend) gesprek willen komen met moslims om hen tot Christus te leiden. Een handige index op de Koran biedt een leeshandvat. Een laatste hoofdstuk bevat praktische raadgevingen in het contact met moslims. De feitelijke gegevens van het boek zijn voor het merendeel betrouwbaarder dan de gemiddelde inleidende boeken over de islam, maar ze zijn duidelijk ondergeschikt aan de doelstelling van geloofsgetuigenis.
Christelijke vertekening
Lezers moeten zich van drie dingen bewust zijn: het boek is geschreven door christenen, het beschrijft de islam als theologisch systeem, niet als het gedrag van moslims, en bronnen worden tamelijk vrij gehanteerd. Net zoals immigranten vaak de meest loyale patriotten worden, zijn bekeerlingen sterk bevooroordeeld tegenover hun oude godsdienst ten gunste van hun nieuwe geloofsovertuiging. Ze hebben immers niet voor niets gebroken met hun eerdere religie. Ex-moslims zijn daarom geen ’insiders’ meer, maar buitenstaanders die hun oude godsdienst beschrijven vanuit hun nieuwe christelijke perspectief.
Op een aantal plaatsen in het boek blijkt dit. Zo zien de twee predikanten de jaarlijkse bedevaart naar Mekka vooral als een (moeizame) poging van moslims om vergeving van zonden te ontvangen (hoewel hun beschrijving van de bedevaart elders in het boek een veel genuanceerder beeld laat zien van de beleving door moslims zelf). Het belang van het verzoenend bloed van Jezus in het christendom zal meespelen bij de stelling dat „bloed niet belangrijk is voor Allah.” De schrijvers hadden hier ook kunnen wijzen op een islamitisch geboorteritueel dat sterk lijkt op het joodse offer waarbij een dier geslacht wordt om het kind te lossen. Mijns inziens geeft zo’n aanpak meer uitzicht op een goed gesprek, maar de auteurs vinden een dergelijke „Areopagitische missiologie” geen goede methode voor moslims.
Islam als theologisch systeem
Een tweede opmerking betreft het beperkte perspectief van ”de tekst” van ”de islam” dat de auteurs hanteren, terwijl andere factoren die het uiteindelijke gezicht van een religie bepalen (bijvoorbeeld de context van de interpretatie) buiten beschouwing worden gelaten. Het boek is sterk theologisch en beschrijft de islam vooral als een systeem, meer dan als een sociaal en historisch verschijnsel. Het volgen van een letterlijke tekst zal zelden leiden tot een van tevoren vaststaande uitkomst (je vrouw slaan, jezelf opblazen), omdat teksten onderling vaak inconsistent zijn. Interpretatie impliceert de keuze van bepaalde teksten en een bepaalde weging van argumenten. In de presentatie van de Caners zie ik die afweging niet: de islam lijkt toch sterk op het fossiele systeem dat zij de rug hebben toegekeerd. Dat is misschien een te verdedigen keuze, maar een lezer die een boek zoekt over moslims en hun motivaties zal hierin teleurgesteld zijn.
Bronnen
Een laatste opmerking over het bronnengebruik. Het boek leunt sterk op ”Answering Islam” van Norman Geisler en Abdul Saleeb, een gedetailleerdere apologetische verhandeling over islam en christendom. Islamitische primaire bronnen zijn meestal geraadpleegd via Engelstalige internetsites. Vaak worden bronnen kritiekloos geciteerd, bijvoorbeeld het Tanzaniaanse verbod op prediking in de openlucht. De auteurs presenteren dit als een voorbeeld van islamitische onderdrukking van christenen. De realiteit is dat het verbod, dat voor zowel christelijke als islamitische opruiende toespraken bedoeld is, opgelegd is door een overwegend christelijke overheid, en door moslims juist gezien wordt als christelijke vijandschap.