Aholdverdachten spreken laatste woord
AMSTERDAM (ANP) - De consolidatiekwestie bij Ahold is door het openbaar ministerie onevenredig zwaar aangezet, betoogde voormalig Aholdtopman Cees van der Hoeven maandag voor de rechtbank in Amsterdam.
De vier verdachten in het strafproces naar de fraude bij supermarktconcern Ahold namen maandag het laatste woord.Van der Hoeven verklaarde spijt te hebben van het achterhouden van brieven voor de accountant en de commissarissen. „Ik heb de verkeerde beslissing genomen.” Zonder de fraude bij US Foodservice zou de problematiek „dimensies” kleiner zijn geweest, benadrukte hij.
Het verweten gebrek aan integriteit steekt Van der Hoeven het meest. „Er is niets waar van vermeende leugens en ze zijn wat mij betreft in dit proces ook niet overeind gebleven.”
Michiel Meurs sprak over de „publiekelijke vernedering” die hij sinds zijn aftreden heeft ervaren. „Ik heb nooit iemand willen misleiden”, voegde de voormalig financieel directeur daaraan toe. „Wel weet ik dat ik vecht tegen de beeldvorming en dat is een veelkoppig monster.”
Oud-bestuurder Jan Andreae, verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken in de supermarkten, was naar eigen zeggen geschokt dat hij als verdachte werd aangemerkt. „Het is een raadsel hoe het OM kan spreken van fraude door de raad van bestuur zonder aan te geven hoe. Het OM zegt niets over het motief of persoonlijke voordeel. De geëiste gevangenisstraf ervaar ik als zeer onrechtvaardig.”
Voormalig commissaris Roland Fahlin is verbaasd dat het OM hem vervolgt met zulk „beperkt bewijs.” „Mijn rollen worden verkeerd geïnterpreteerd.”
Fahlin benadrukte dat de aanklacht hem, als bekend Zweeds zakenman, ernstig heeft beschadigd. „De mij nog resterende actieve jaren zijn hierdoor geruïneerd.” Het is te laat om de schade te repareren, sprak Fahlin. „Maar het is niet mogelijk iets te bewijzen dat niet waar is.”
De boekhoudfraude draait om de consolidatie door Ahold van zijn gezamenlijke dochterbedrijven in het buitenland. Om de inkomsten van deze bedrijven volledig bij de eigen omzet te kunnen rekenen, claimde het supermarktconcern zeggenschap bij de gemeenschappelijke dochterondernemingen.
Andere aandeelhouders in deze dochterbedrijven waren het hiermee oneens. Daarom werd de macht van Ahold weer ontkend in geheime afspraken, zogenoemde side letters, die de Nederlanders achterhielden voor hun accountant.
De rechtbank doet 22 mei uitspraak.