Vals getuigen
Geve God dat deze dingen u, onbekommerde wereldse belijder, tot onderwijs en ontzetting mocht dienen. Want zult u uit de doodsslaap ontwaken, dan zal uw zorgeloosheid, die voortkomt uit de onwetendheid en hardigheid van uw hart, moeten wijken. Dan zal ook de zielsverdervende zorgeloosheid wijken.
Overdenk eens de ontelbare predicaties, vermaningen en waarschuwingen, die door u zijn veracht en in de wind geslagen. Bedenk, zeg ik, wat deze alle tegen u kunnen betuigen. En wat een getuigenis draagt u in uw eigen boezem. Het is een wonder dat u nog enige uren gerust kunt slapen. Het geweten is immers toch meer dan duizend getuigen en het is verschrikkelijk dat u die veracht. Het is maar goed dat de gruwelen die in het geweten zijn ingeprent en waarover het hart hem veroordeelt, niet op iemands voorhoofd zijn geschreven.U zegt: Daar heb ik geen weet van, ik heb een goed geweten. Och, dat is droevig. En het is een teken dat u een van hen bent die door de gewoonte van het zondigen gevoelloos geworden zijn. Ik ben bang dat het geweten zijn plicht voor altijd zal nalaten om ons van Godswege als onderrichter te waarschuwen.
George van Coeverden, predikant te Drijver (”De heerser Israëls”, 1743)