Akzo Nobel moet Brussel 25,2 miljoen euro betalen. Het hoogste boetebedrag in deze zaak is opgelegd aan het Belgische chemiebedrijf Solvay: 167,0 miljoen euro, gevolgd door het Franse olieconcern Total (78,6 miljoen) en het Italiaanse Edison (58,1 miljoen). „De boetes zijn zo hoog omdat bepaalde bedrijven al eerder overtredingen hebben begaan", zei Kroes. Kleinere boetes zijn er voor de Finse chemiebedrijven Kemira, Snia en FMC Foret.Akzo, Total en Solvay kregen een korting op hun boete, omdat ze tijdens het onderzoek informatie hebben verstrekt aan Brussel. Het Duitse Degussa kreeg daarom zelfs geheel geen boete opgelegd. Het Franse Air Liquide kon niet meer worden beboet wegens verjaring.

Volgens de Europese Commissie bestond het kartel in de jaren tussen 1994 en 2000. De bedrijven wisselden commercieel belangrijke en vertrouwelijke informatie uit, verdeelden de markt en maakten prijsafspraken over waterstofperoxide.

De speurders van Kroes vonden overduidelijk bewijs: de notulen van een discussie in 1995 waarbij de fabrikanten de markt verdeelden. In 1997 bespraken ze in een Brussels restaurant gezamenlijke prijsverhogingen.

Solvay en Kemira overwegen in beroep te gaan tegen de boete, zo verklaarden zij. Akzo Nobel is er nog niet over uit of het de boete aanvecht. Het Arnhemse bedrijf wil eerst de beschikking bestuderen. De overige ondernemingen wilden geen commentaar geven.

Akzo Nobel betaalt de boete uit een speciaal kartelpotje waarin eind 2005 ruim 200 miljoen euro zat. Ook Solvay en Kemira troffen eerder voorzieningen voor de boetes.