Tsjaad kiest „in staat van oorlog” president
NDJAMENA - Het Afrikaanse Tsjaad kiest woensdag een nieuwe president, maar de uitslag staat al vrijwel vast. De zittende president, Idriss Déby, is de enige serieuze kandidaat. Oppositiepartijen boycotten de stembusgang.
Het land heeft nog maar nauwelijks drie weken geleden een couppoging van rebellen achter de rug. Leden van het Verenigd Front voor de Verandering (FUC) rukten op naar de hoofdstad Ndjamena om de 54-jarige president te verdrijven. Het regeringsleger wist de opstand -de tweede in een maand tijd- neer te slaan.Afgelopen weekeinde maakten de twee belangrijkste rebellengroepen bekend dat zij het bijltje er allerminst bij neer hebben gegooid, maar alles zullen doen om gezamenlijk de verkiezingen te verhinderen. Het land is meer in staat van oorlog dan van verkiezing, signaleerden waarnemers. Oproepen van onder meer de Afrikaanse Unie om de verkiezingen uit te stellen, sloeg Déby echter in de wind.
Oppositielid Hamit Dahalob noemde de stembusgang tegenover de BBC zinloos. „We zien troepenverplaatsingen over het gehele land, we zien hoeveel veiligheidsmensen Déby om zich heen heeft bij de campagnes, het is net een oorlog. In deze context zeggen verkiezingen niets.”
Het regime van Déby staat onder toenemende kritiek van de bevolking. De president, die sinds een coup in 1991 aan de macht is, zou zijn eigen etnische groep, de Zaghawa, bevoordelen ten koste van de overige bevolking. Déby en zijn naaste medewerkers genieten grote rijkdom, terwijl het grootste deel van de bevolking straatarm is.
Zelfs binnen zijn eigen Zaghawastam staan de neuzen niet meer allemaal dezelfde kant op. Groepen Zaghawa, die in het grensgebied van Tsjaad en Sudan leven, verwijten Déby dat hij te weinig doet voor de stamgenoten in Sudan, terwijl die hem wel steunden bij de coup van 1991. Twee neven van Déby richtten een nieuwe rebellengroep op: de Rally van Democratische Krachten (RAFD). De clan rond Déby is van binnenuit aan het afbrokkelen.
De president wekte bij de oppositie wrevel door via een referendum vorig jaar de mogelijkheid veilig te stellen om voor een nieuwe termijn van vijf jaar gekozen te worden. De grondwet stelde een maximum van twee termijnen. Déby won eerder de -omstreden- verkiezingen in 1996 en 2001.
Oppositiepartijen en mensenrechtengroeperingen hebben de bevolking opgeroepen niet te gaan stemmen. Volgens hen is het verkiezingsproces gemanipuleerd door de regering. Zo zou de ’onafhankelijke’ kiescommissie nog juist in het voordeel van de president zijn samengesteld. Bovendien had er geen kiezersregistratie plaats, maar gebruikt de regering waarschijnlijk de lijsten van het referendum van 2005. Toen mochten 5,3 miljoen inwoners hun stem uitbrengen. De Rooms-Katholieke Kerk van Tsjaad heeft aangegeven de verkiezingsboycot te steunen.
De Tsjadische regering gaf maandag te kennen dat ze bereid is te onderhandelen met de rebellengroepen, wanneer zij de uitslag van de verkiezingen erkennen. „De deur staat open, de hand is uitgestrekt”, zei de minister van Territoriaal Bestuur, Mahamet Ali Abdallah Nassour. Nassour verklaarde dat de regering bereid is te praten over deelname aan de opbouw van het land, amnestie en integratie van de rebellengroepen in het leger. Het lijkt onwaarschijnlijk dat de rebellen op de uitnodiging in zullen gaan. De minister liet echter weten dat hij zich geen zorgen maakt over de verstoring van de verkiezingen door de rebellengroepen, „Die plannen zijn slechts gebaseerd op dromen en avonturen.”
Het belangrijkste speerpunt van Déby’s campagne is hetzelfde als bij zijn vorige verkiezingsdeelnames: het veilig stellen van vrede en veiligheid. De vier overige kandidaten staan bekend als politieke medestanders van Déby en bieden qua politiek programma geen alternatief. Veiligheid zal voor veel Tsjadische kiezers in ieder geval een overweging zijn om al dan niet te gaan stemmen.