Zolang het duurt
Het is wel duidelijk dat er onder het nieuwe kabinet op fiscaal gebied het een en ander gaat veranderen. De spaarloonregeling wordt afgeschaft, de OZB voor particulieren verdwijnt, evenals de lijfrenteaftrek en de Zalmsnip. Ook gaat er een streep door de fiscale voordelen voor mensen die hun geld beleggen in startende ondernemingen of een milieuvriendelijke bedrijfsvoering.
Voor een belangrijk deel is dat een kwestie van bezuinigingen. Het is niet voor niets dat de veranderingen die de overheid geld opleveren volgend jaar al ingaan, terwijl de fiscale wijzigingen die geld kosten naar achteren zijn verschoven. Daarnaast is er de terechte wens om de fiscale regels te stroomlijnen en niet te veel bijzondere situaties te laten voortbestaan.
Tegelijkertijd zien we ook dat allerlei partijpolitieke motieven op fiscaal gebied doorwerken. Het CDA krijgt zijn kinderkorting. De LPF wil per se dat het kwartje van Kok teruggegeven wordt door een verlaging van de benzineaccijns. Het was verstandiger geweest om dat te doen via de motorrijtuigenbelasting.
De OZB verdwijnt dankzij de VVD. Zalm noemde dat eens de meest gehate belasting. Of dat nu echt zo is, is nog de vraag. Wel is het zo dat deze heffing heel direct gevoeld wordt.
Dat de werkgever een belangrijk deel van je inkomen achterhoudt voor de fiscus, weten de meeste mensen wel, maar ze realiseren zich dat nauwelijks. Velen weten wel hun netto-inkomen uit hun hoofd, maar niet het brutobedrag.
De BTW zit zodanig in de prijzen verwerkt dat veel mensen niet beseffen dat ze bij elke aankoop ook een bijdrage storten in de schatkist. Maar bij de OZB wordt er niets verhuld. Je krijgt de aanslag regelrecht thuisgestuurd.
Dat gaat nu verdwijnen, zo is de bedoeling. Dat betekent wel een duidelijke vermindering van de gemeentelijke beleidsvrijheid, en dat is jammer. De OZB was immers de belangrijkste gemeentelijke belasting. De gemeenteraad kon kiezen voor hogere tarieven en meer gemeentelijke voorzieningen of lagere tarieven en een soberder opzet van allerlei zaken in de gemeente.
Met de voorgenomen aanpassingen van de inkomstenbelasting wordt de burger er weer aan herinnerd dat hij op fiscale voordeeltjes niet al te zeer moet bouwen. Die zijn allemaal van kracht zolang als het duurt. Spaarloonregelingen waren uiterst populair. Sommigen gebruikten die om er fiscaal vriendelijk een aanvullend pensioen mee op te bouwen. Als dat straks niet meer kan, komt men financieel ongunstiger uit.
Wie zich bij het aangaan van verplichtingen erg laat leiden door de fiscale voordelen die eraan verbonden zijn, moet zich altijd wel afvragen hoe het plaatje eruit komt te zien wanneer die voordelen wegvallen. Zo heeft het vervallen van de aftrekbaarheid van rente op leningen (behalve die op de eigen woning) allerlei financiële producten die de afgelopen jaren veel aftrek vonden, een stuk minder aantrekkelijk gemaakt.
Fiscale regels gelden altijd zolang het duurt. Wanneer de overheid meer geld nodig heeft of andere politieke inzichten gaan domineren, worden ze soms zonder overgangsperiode in het nadeel van de burger gewijzigd. Wie verstandig is, houdt daar rekening mee.