Rotterdams waterballet op hele noten
A/B HUDSON - Het is deze woensdagmiddag op de Nieuwe Maas in Rotterdam het feestje van de havensleepboten. Ze loeien om het hardst.
Als de Elbe voorbijkomt ziet kapitein Maarten Bezuijen van de Hudson zijn kans schoon.„Allemaal een saluutje aan de Elbe jongens!” Het laatste woord vergaat in het doordringende geluid van de scheepstoeters. Als een echo rolt het signaal over de Nieuwe Maas. De loods aan boord: „Hij blijft het leuk vinden, dat getoeter.”
De Elbe en de Hudson zijn de enige twee sleepboten van de 71 deelnemers die het deze middag op de Nieuwe Maas niet op eigen kracht kunnen doen. Ze worden getrokken of geduwd door collega’s.
De parade op de rivier is ter gelegenheid van een internationale conferentie voor sleep- en bergingsbedrijven deze week in Rotterdam. De ruim 600 deelnemers kijken vanaf de cruiseterminal op de Holland-Amerikakade toe. Scheepsmotorenfabrikant Wärtsilä zorgt voor hun natje en droogje.
Alle slepers verzamelen zich in de Maashaven. Van daaruit vertrekt de „grootste sleepbotenparade ter wereld” om langs de zuidelijke rivieroever in de richting van de Erasmusbrug te varen. Het gaat in een slakkengang.
De armada wordt aangevoerd door de Waker, het schip van de Nederlandse kustwacht. Kenners weten dat het om een voormalige zeesleper gaat, de Smit Houston.
Pal erachter de oudste deelnemer aan de stoet, de uit 1873 daterende stoomsleper Rosalie. Het is ook de oudste nog actieve sleepboot in Europa. Zij is gebouwd door Damen.
De vlootschouw geeft een beeld van ruim 130 jaar sleepboothistorie. De Hudson is van 1939. Het schip is duidelijk een product uit de tijd van de toenmalige industriële revolutie: solide en functioneel.
„Hier moest gewerkt worden”, lacht Bezuijen op de brug. Hij wijst op een van de moderne havensleepboten. „Daar ligt 3400 pk in. Wij moesten het met 600 doen.”
De 54-jarige Schiedammer werkt als roeier in de Rotterdamse haven. Bijna al zijn vrije tijd steekt hij in het museumschip. Hij maakte er zelfs een boek over.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de Hudson ingezet tijdens de invasie in Normandië. Na de oorlog bewees het werkpaard zijn nut. Gered van de sloop doet het nu dienst als museumschip. Grootste wens van Bezuijen en de vele vrijwilligers is een motor. „Kost 2 ton.”
De slepers keren bij de Erasmusbrug om en varen langs de andere rivieroever terug naar de Maashaven. Het levert prachtige plaatjes op. Als schipper Maarten bekenden ziet, zet hij zijn handen aan de mond of grijpt naar de radio. Het is druk op kanaal 8. „Twee inkomend. Mannen, maak een beetje plaats.”
De parade krijgt een Rotterdams toetje: havensleepbedrijf Kotug laat zijn slepers op muziek een dansje maken. Waterballet op hele noten. De rode St. Magic kan er wat van. De schipper sleurt zijn schip door het water. Schuin maakt hij een bocht, net als een auto op twee wielen.
„Dit zijn geen kunstjes”, weet Bezuijen. „Het is operationele kost. Die slepers moeten onder alle omstandigheden hun werk kunnen doen.”
Het weer werkt mee, de Rotterdamse kades staan vol mensen. Het is het feestje van de havensleepboten.
Aan het einde van de dag valt er toch een schaduw. Telefonisch meldt Maarten Bezuijen dat een van de opvarenden van de Hudson op weg naar de thuishaven Maassluis getroffen is door een herseninfarct. De man is door hulpverleners van boord gehaald. „Nog voor wij in de haven waren, lag hij al in het ziekenhuis.”