Dit bleek zondag in Doha, de hoofdstad van Qatar. Daar zijn afgevaardigden van 65 landen, zoals de Verenigde Staten, maar ook opkomende landen in Afrika, plus de landen van de OPEC (Organisatie van Olie Exporterende Landen) en een dertigtal oliemaatschappijen bijeen om te praten over de hoge olieprijs.De verbruikende landen zijn bang dat de dure olie de inflatie opdrijft en een belemmering gaat vormen voor de economische groei. De olieproducenten vrezen dat de vraag naar olie kleiner wordt als het huidige prijsniveau aanhoudt.

Aan de andere kant willen de consumenten meer olie en hebben de producenten geld nodig om in nieuwe olievelden te kunnen investeren.

Vandaag werd er in Doha ook nog overlegd. „De twee kampen trekken parallel op, maar ze ontmoeten elkaar niet”, verklaarde OPEC-president Edmund Daukuru. Volgens de Algerijnse minister van Energie, Chakib Khelil, is er meer coördinatie nodig. „We krijgen niet veel informatie van de oliemaatschappijen, ze praten niet”, zei hij.

Topman Jeroen van der Veer van Shell verwoordde daarentegen de frustratie van veel verbruikende landen en olieconcerns. „We hebben veel tijd gespendeerd aan praten. Ik geloof dat ik mijn stem kwijt ben.”

De olieprijs bereikte de afgelopen week weer een record, voor een deel als gevolg van vrees voor actie tegen Iran om zijn nucleaire ambities. Ook ligt een kwart van de productie in Nigeria stil door toedoen van rebellen.

De OPEC is geïrriteerd en wijst erop dat zijn leden de laatste zes jaar hun productie met 10 procent hebben vergroot. Sommige OPEC-landen hebben gezegd dat de Verenigde Staten schuld hebben aan de hoge olieprijzen door met acties tegen Iran te dreigen.

Libië heeft laten weten dat de vrees voor militaire acties van de VS tegen Iran de olieprijs met 15 dollar per vat (159 liter) heeft opgedreven. Andere olieproducenten wijzen op een ontbreken van toekomstplannen in de verbruikende landen.

Zo gebruiken de VS een kwart van de olie die over de hele wereld beschikbaar is en meer dan 40 procent van de beschikbare benzine. Toch heeft het land in tientallen jaren geen raffinaderij meer gebouwd. De Amerikaanse minister van Energie, Sam Bodman, voelt veel voor kernenergie.