Limburg lijdt
BORN - Het zit de provincie Limburg niet mee. Sinds de mijnbouw halverwege jaren zestig vertrok, zit de provincie in het slop. Nu weer het dreigende massaontslag bij NedCar in Born. „Bij verkiezingen mogen we meedoen, verder bestaan we niet.”
Het is de provincie Limburg op z’n smalst. Letterlijk.Buchten, een dorp vlak bij de autofabriek die deze dagen veelvuldig in het nieuws is. Zeker een op de drie gezinnen in het dorp wordt direct getroffen door de dreigende ontslaggolf. En dat terwijl er vrijwel geen alternatieve banen zijn.
Het maakt pastoor Van Dijck bezorgd. „Jongeren hebben nog wel kans op een andere baan. Voor de ouderen vrees ik. Wie ouder is dan veertig, wordt als te oud betiteld. Met name zij lopen het risico geen andere baan meer te vinden, met alle gevolgen van dien.”
Volgens de pastoor is het menselijk om bij ontslag te berusten en je terug te trekken. „Depressies liggen op de loer. Spanningen zullen toenemen in het gezin en in de naaste omgeving. Een algeheel gevoel van hopeloosheid kan zich opdringen.”
Duizend van de 3000 banen bij NedCar staan op de tocht. Gisteren was de eerste stakingsdag. De bonden zetten de hakken in het zand, eigenaar Mitsubishi geeft geen krimp. Niemand weet hoe het zal aflopen.
Den Uyl
Problemen met de werkgelegenheid zijn voor Limburg niet nieuw.
De provincie draaide vanaf het begin van de vorige eeuw lange tijd op de steenkolenmijnen. Een vijfde van alle huishoudens in de meest zuidelijke provincie van Nederland was afhankelijk van de bedrijfstak.
In december 1965 kondigde toenmalig minister van Economische Zaken Den Uyl in de Heerlense schouwburg de sluiting van de Limburgse mijnen aan. Tien jaar later, in 1975, waren alle twaalf mijnen dicht. Naar schatting 75.000 banen, direct en indirect, waren vervallen.
Maar Den Uyl beloofde Limburg een nieuwe toekomst. „Geen mijnsluiting zonder redelijk perspectief op vervangende werkgelegenheid”, sprak hij in 1965 tijdens een historische toespraak in Heerlen.
Duizenden oud-mijnwerkers vonden een baan bij DAF (nu NedCar), DSM en gedecentraliseerde rijksdiensten als het ABP en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Het CBS-pand is letterlijk op de mijnen gebouwd. Het oude schachtgebouw van de Oranje-Nassaumijn in Heerlen, met bovenaan de wielen waarover de kabels van de mijnliften liepen, staat letterlijk in de schaduw van het enorme CBS-gebouw.
De werkgelegenheidsinjecties verlichten de pijn maar hielpen niet. Landelijk werkt een kwart van de beroepsbevolking bij een overheidsdienst of financiële instelling. In Limburg gaat het om slechts 17,5 procent. In de laatste tien jaar is dat aantal nauwelijks veranderd.
Golven
Limburg lijdt. De ontslaggolven troffen de laatste jaren DSM, NedCar, Enci, Sphinx, Mosa Porselein, Océ, Viasystems Mommers, Philips, CBS, Maastricht Aachen Airport en diverse andere werkgevers.
De werkloosheid in Limburg is sinds 2001 veel sterker gestegen dan het landelijk gemiddelde. De laatste werkloosheidscijfers volgens het CWI: Limburg 11 procent tegen landelijk 9 procent.
Vooral in Zuid-Limburg vallen klappen. En in die regio is er weer een duidelijk onderscheid tussen de westelijke mijnstreek (werkloosheid 11,8 procent) en de oostelijke regio rond Heerlen (14,8 procent).
De zogenaamde maakindustrieën als NedCar en DSM zijn extra gevoelig voor zowel de conjunctuur als de mondialisering. Zo is de autofabriek in Born afhankelijk van zijn Japanse eigenaar Mitsubishi.
Datzelfde geldt voor het bedreigde cementbedrijf Enci in Maastricht, eigendom van het Duitse Heidelbergconcern. Sphinx, onlangs ook stevig gesaneerd, is eigendom van de Finse sanitairfabrikant Sanitec.
De sluiting van de lampenfabriek van Philips in Weert (250 werknemers op straat) is eveneens toe te schrijven aan de effecten van de mondialisering. Eerder gingen al drie bedrijven in Weert kort na elkaar dicht. Dumeco, Klöckner en Rieter sloten hun vestigingen, waardoor duizend banen verdwijnen.
Keerzijde
Het gevoel een tweederangs burger te zijn is groot onder de inwoners van dit deel van het land. „Banen raakten niet alleen verloren bij de mijnen zelf, maar overal. Een alternatief was er nauwelijks. De problemen waren huizenhoog. Dat zijn ze niet vergeten,” stelt historicus Willibrord Rutten van het Sociaal Historisch Centrum voor Limburg.
„De regering beloofde werk te verplaatsen naar de grootste getroffen regio’s. Het enige succesverhaal was de DAF-fabriek.” Veel oud-mijnwerkers vonden een nieuwe baan bij DAF. Het zijn hun kinderen en kleinkinderen die nu opnieuw geconfronteerd worden met massa-ontslagen bij opvolger NedCar.
Door de economische structuur van de provincie wordt Limburg telkens weer extra hard geraakt door wereldwijde ontwikkelingen, erkent Hans Kasper, hoogleraar economie aan de Universiteit van Maastricht. „We kunnen altijd positief zijn over globalisering, maar met NedCar zie je ook duidelijk de keerzijde hiervan. Belangrijke beslissingen worden op grote afstand in het buitenland genomen, maar de Limburgse regio moet de klappen opvangen.”
Kasper: „Limburg heeft veel grote bedrijven die wereldwijd opereren. Daarmee blijft het een regio van hoge pieken, maar bij tegenslag zijn de dalen ook veel dieper. Zo veel gezinnen zijn afhankelijk van een bedrijf als NedCar en als zo’n bedrijf dan sluit, heeft dat enorme gevolgen.”