Brinkhorst bepleit kerosinebelasting
AMSTERDAM (ANP) – Minister Brinkhorst van Economische Zaken heeft maandag gepleit voor een kerosinebelasting. In de luchtvaartsector is dit een gevoelig onderwerp. Maatschappijen als KLM vrezen voor hun concurrentiepositie. Volgens KLM–topman Van Wijk gooit Europa daarmee de concurrentiepositie van Europese vervoerders „te grabbel”. Amerikaanse concurrenten hoeven bijvoorbeeld zo’n belasting niet te betalen.
Brinkhorst opperde het idee op een Frans–Nederlandse luchtvaartconferentie in Amsterdam. Volgens de bewindsman is het in deze tijden van energieschaarste en groeiende druk op het milieu tijd om een nieuwe impuls te geven aan de discussie over het belasten van vliegtuigbrandstof. Dit moet wel in Europees verband gebeuren.Brinkhorst zei begrip te hebben voor de ongerustheid van de luchtvaartmaatschappijen. „Maar anderzijds vind ik dat een volwassen bedrijfstak de zoektocht naar duurzaamheid serieus moet nemen”. Een kerosinetax kan volgens hem hierbij een extra prikkel zijn. De belasting moet volgens hem ook gelden voor niet–Europese luchtvaartmaatschappijen.
De Europese Unie zou de inkomsten kunnen gebruiken om schone innovatie in de luchtvaartindustrie te bevorderen. Kenners geven het idee weinig kans. Een soortgelijk voorstel is eerder gestrand op verzet van landen als Groot–Brittannië, maar ook vakantielanden als Malta en Griekenland zien er niets in. Zo’n belastingmaatregel kan in de EU alleen met unanimiteit worden aangenomen. „Het zal moeilijk worden”, erkende de D66–bewindsman, maar Europa moet het voortouw nemen. Het is volgens hem „niet doenlijk” om het wereldwijd te regelen.
Brinkhorst kreeg met zijn voorstel de hoon van de aanwezige topmannen uit de luchtvaart over zich heen. President–directeur Van Wijk van KLM zei dat het niet de bedoeling van Europees beleid kan zijn om de concurrentiepositie van Europese maatschappijen aan te tasten. „Als de regelgevers een last opleggen die hoger is dan elder verliezen we de mogelijkheid om onze concurrentiekracht te behouden”, voegde Air France–topman Spinetta daaraan toe. Hij wees daarbij op de heftige concurrentie met vervoerders uit het Midden–Oosten, die behoorlijke staatssteun genieten. Ook Schiphol–directeur Cerfontaine had kritiek op het voorstel.
De ambitie van de luchtvaartgroep Air France–KLM is om wereldwijd een sterke positie te veroveren. Spinetta noemde specifiek Azië, Zuid–Amerika en Afrika. Het is volgens hem essentieel dat de luchtvaartmaatschappij de middelen heeft om in die gebieden te kunnen investeren. „Als we die niet hebben, dan verdwijnen we”, waarschuwde hij.
Air France en KLM gingen in 2004 samen. Er bestond destijds grote angst dat KLM door de overname zou verdwijnen. Nu inmiddels is gebleken dat de samenwerking voor beide maatschappijen haar vruchten afwerpt, is de kritiek verstomd. Op de conferentie konden Van Wijk en Spinetta, de architecten van de fusie, zich verheugen in vele loftuitingen. Staatssecretaris Schultz van Haegen (Verkeer), minister Bot (Buitenlandse Zaken) en Brinkhorst roemden het succes van Air France–KLM.
Toch zijn de sentimenten niet geheel verdwenen. Bot, die de maatschappij een „Europees kampioen” noemde, deed een beroep op Air France–KLM om de identiteit van de Nederlandse vervoerder niet te laten verdwijnen. Het merk KLM moet volgens hem zo sterk zijn dat geen directeur het in zijn hoofd haalt om het te schrappen.
Bovendien is het behouden van het merk KLM goed voor het draagvlak voor Europa in Nederland, aldus Bot, herinnerd aan het ’nee’ van de kiezer tegen de EU–grondwet. „We moeten onze nationale symbolen koesteren, maar met een Europese dimensie.”.
Zijn Franse collega Douste–Blazy, ook met het Franse nee tegen de Europese grondwet in zijn achterhoofd, roemde het koppel Air France/KLM om dezelfde reden. „Zorgen voor vrede en welvaart is niet genoeg. We moeten het nut van Europa laten zien”.