„Alles uit de kast tegen verval”
DEN HAAG - De tijd is voorbij dat de overheid allerlei ongewenste verschijnselen per decreet kan uitbannen, betoogde minister Donner van Justitie woensdag tijdens een debat over waarden en normen. Een onderschatting, vonden zijn opponenten.
Toen Donner begin dit jaar twee radicaalislamitische satellietzenders verbood, duurde het nog geen dag of ze waren al weer in de lucht. De haatzaaiende zenders waren uitgeweken naar internet. De bewindsman voerde het voorval op om te illustreren hoe lastig het in deze tijd voor de overheid is het kwaad in de samenleving te bestrijden. Het is verleidelijk een veelheid aan regels uit te vaardigen, maar als die vervolgens op alle mogelijke manieren worden omzeild, is het effect slechts averechts, zo betoogde hij tijdens een debat van het Platform Waarden en Normen over de vrijheid van meningsuiting.Zijn tegenspelers Kalsbeek (Kamerlid voor de PvdA) en Rouvoet (CU) vonden dat toch te mager. Volgens Kalsbeek is er ook nog zoiets als moreel leiderschap en juist op dat punt valt het kabinet veel te verwijten. Als voorbeeld noemde ze de (achteraf herroepen) uitnodiging van minister Zalm van Financiën aan burgers om de lokale overheid te boycotten en het discriminerende verbod op boerka’s.
Rouvoet vond dat Donner meer mogelijkheden had dan hij deed voorkomen. Zo voerde hij aan dat de bewindsman een wettelijk verbod in de maak heeft op het verheerlijken van geweld. Op dezelfde wijze moet het toch mogelijk zijn tv-uitzendingen aan te pakken waarin pervers seksueel gedrag als normaal wordt voorgesteld?
In zijn reactie verweet de bewindsman zijn opponenten te snel naar de overheid te wijzen. „Als we de morele autoriteit bij de overheid gaan zoeken, zijn we ver weg.” Met de zwaardmacht een moraal afdwingen is volgens hem vergelijkbaar met het opdringen van een geloofsovertuiging. Gedragsverandering en wijziging van de moraal moeten uit de samenleving zelf voorkomen. De rol die de overheid daarbij kan spelen, is die van het weerbaar maken en een weerwoord organiseren door ouders, providers en anderen aan te spreken en bewust te maken van de gevaren.
De zaal vond het maar niets, zo’n bescheiden rol. De overheid zou juist alles uit de kast moeten halen. Gewezen werd op de langdurige pogingen om het verkeer veiliger te maken. Dankzij een scala aan maatregelen was de overheid er dan toch maar in geslaagd het aantal verkeersdoden drastisch terug te dringen. Zo zou toch ook geprobeerd kunnen worden om de seksuele moraal ten goede bij te stellen? Het antirookbeleid was een ander voorbeeld. Dat was toch ook succesvol gebleken?
Donner ontkende het niet maar betoogde dat het verband tussen roken en de schadelijke gevolgen wetenschappelijk waren vastgesteld. Dan heeft de overheid goede gronden om het te verbieden. Dat ontlokte discussiedeelnemer Andries Knevel (EO) de vraag of de minister dan wel tegen uitdagende videoclips zou optreden als vast zou staan dat ze groepsverkrachting en ander ongewenst gedrag in de hand zouden werken? „Dan zou ik inderdaad maatregelen kunnen nemen”, antwoordde Donner ietwat zuinig.