Opinie

Getuigen in ontmoeting met moslim

Ga biddend op bezoek in de moskee en laat merken wat als christen je overtuiging is, stelt Cees Rentier. Nederlandse jongeren kunnen de islam toch niet ontlopen. Het uitdoen van de schoenen is bovendien op zichzelf geen islamitisch ritueel.

31 March 2006 19:19Gewijzigd op 14 November 2020 03:37
„Met 1 miljoen moslims in ons land moeten we niet de illusie hebben dat we onze jongeren een confrontatie met de islam kunnen onthouden. Veilig zijn we als christen alleen wanneer we dicht bij Christus blijven.” Foto RD, Sjaak Verboom
„Met 1 miljoen moslims in ons land moeten we niet de illusie hebben dat we onze jongeren een confrontatie met de islam kunnen onthouden. Veilig zijn we als christen alleen wanneer we dicht bij Christus blijven.” Foto RD, Sjaak Verboom

De bezwaren van ds. Kempeneers in de krant van afgelopen zaterdag om scholieren naar de moskee te laten gaan, komen niet uit de lucht vallen. Gemeenteleden realiseren zich steeds meer dat de moskee geen exotisch museum is, maar een plaats waar we moslims ontmoeten die hun geloof uitdragen. Dat besef lijkt me winst, we moeten de uitdaging van moslims om ons heen serieus nemen.Zolang Evangelie(&(Moslims bestaat, gaan we echter wel met onze cursisten op bezoek in een moskee. Daarbij moeten de schoenen natuurlijk uit. Al die jaren zijn er ook cursisten die zich afvragen of ze dat wel konden doen. Op die vragen zijn we altijd serieus ingegaan; we bereiden zo’n bezoek goed voor en spreken er na afloop ook over door. Wat bijna alle cursisten overtuigt dat ze toch kunnen gaan zijn drie dingen: We gaan er heen omdat we geloven dat God ons geroepen heeft om ook moslims op te zoeken en daarbij getuige van Christus te zijn. We bidden vooraf en na afloop of God het zo wil zegenen. Geen cultureel uitstapje dus.

In de tweede plaats maken we de moslims bij wie we op bezoek komen vooraf duidelijk wie we zijn en waarom we komen. Geen moslim heeft bij die bezoeken gedacht dat wij een knieval maakten voor de islam of meededen met religieuze gebruiken, want dat werd in de gesprekken voor en tijdens het bezoek wel duidelijk.

Reinheid
In de derde plaats is voor moslims het uitdoen van de schoenen slechts een klein onderdeel van de taharah (de reiniging) voor het rituele gebed. Het schoenen uitdoen is op zichzelf niet eens verplicht; sommige moslims hebben een soort binnenschoenen aan in de gebedsruimte. Het gaat om het belang van reinheid dat Mohammed van de joden overnam.

Thuis doen veel moslims het ook. Alleen het schoenen uitdoen in de moskee zonder instemming met de sjahada (moslimse geloofsbelijdenis) en de rituelen van taharah en salaat (gebed) is op zichzelf dus geen islamitisch ritueel.

Natuurlijk zullen er moslims zijn die het uitleggen als een stap in richting van de erkenning van de superioriteit van de islam, al heb ik ze nooit ontmoet. Je kunt je als christen echter niet gevangen laten nemen door wat een ander denkt. We moeten vanuit Christus denken in ons omgaan met anderen en dat duidelijk maken.

Haci Karacaer -voorzitter van Milli Görüs, de Turks Islamitische Culturele Vereniging- zei eens: „De moskee is altijd meer een verzamelplaats geweest voor uitgerangeerde opa’s.” Vooral overdag is er slechts een handjevol oudere mannen die het gebed verricht.

De politiek vindt dat christenjongeren in het kader van integratie van minderheden naar de moskee moeten, maar niet alle migranten zijn moslim en slechts 5 procent van de moslims komt er dagelijks.

Zelden is een moskeebezoek uitnodigend voor jongeren die er komen. Ik wil daarmee niet zeggen dat de islam vandaag geen aantrekkingskracht heeft op hen. Maar dat geldt minstens zo veel voor een moslim die wat op school komt vertellen, een islamitische internetsite of een gesprekje met de moslim collega-vakkenvuller die refojongeren na schooltijd als ze wat bijverdienen tegenkomen.

De laatste maanden hadden we tweemaal te maken met jongeren, opgegroeid in een meelevend kerkelijk gezin, die moslim werden. Ze waren voordien nog nooit in de moskee geweest en hadden allebei geen voorkennis van de islam, maar vielen ervoor toen ze die via leeftijdsgenoten leerden kennen.

Confrontatie
Met 1 miljoen moslims in ons land moeten we niet de illusie hebben dat we onze jongeren een confrontatie met de islam kunnen onthouden. Veilig zijn we als christen alleen wanneer we dicht bij Christus blijven. We zijn als gemeente door God in de wereld gezonden. Daar is geen weg zonder gevaren.

Misschien is het bezoek aan een moskee iets wat een predikant met z’n belijdeniscatechisanten zou moeten doen. Dan staan de jongeren voor de ernstige keuze of en hoe ze God belijden willen. Laat die keuze ook een gefundeerd nee zijn tegen het alternatief dat de islam aanbiedt. Als belijdende leden weten ze dan meteen dat ze een verantwoordelijkheid hebben voor de moskeegemeenschap. Als we moskeeën namelijk alleen beschouwen als levende tentoonstellingen waar we iets kunnen ontdekken, gaan we eraan voorbij dat we er mensen ontmoeten tegenover wie we een verantwoordelijkheid hebben.

Laat een moskeebezoek ingebed zijn in een structureel contact tussen een christelijke gemeente en de moslimgemeenschap in hun woon- of werkomgeving, waarbij ook het Evangelie ter sprake komt. Dan is er sprake van waardige ontmoetingen waar een getuigenis van uitgaat.

De auteur is predikant-directeur van St. Evangelie(&(Moslims

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer