Thuis in Potsdam
Een blik op de kentekens van de links en rechts geparkeerde auto’s maakt een flinke kneep in de arm overbodig. Alle nummerplaten zijn Duits. Maar de omgeving is en blijft onmiskenbaar Nederlands. Welkom thuis in het Holländisches Viertel in Potsdam. De stad onder de rook van Berlijn kent Pruisische én internationale historie.
Trapgevels, klokgevels, rode bakstenen, helderwitte kozijnen, vensters in groentinten. En onvervalste kinderkopjes. De soldatenkoning Friedrich Wilhelm I wist wie hij rond 1735 naar Potsdam haalde. Nederlandse gastarbeiders -onder leiding van ene Jan Bouman- konden als geen ander overweg met de drassige grond ter plaatse.De Mittelstrasse en de Benkertstrasse houden de herinnering aan die periode levend. In dit deel van de stad verrezen ruim 130 panden met een oer-Hollandse uitstraling. Maar een echte Hollandse kolonie werd het Viertel nooit, al was het visitekaartje voorgoed afgegeven. Twee musea (Mittelstrasse 8 en Benkertstrasse 3) over de historie van de wijk zijn er voor de liefhebbers.
Stalin, Truman en Churchill
De Hollandse wijk is verrassend, maar voor een Nederlandse toerist weinig spectaculair. De echte indrukken worden elders opgedaan. Het slot Ceciliënhof bijvoorbeeld, gelegen op een Engels aandoend landgoed met fraaie uitzichten over een van de vele meren die rond Potsdam liggen. Het is de historie van het slot die het ’m uiteindelijk doet. Hier onderhandelen Stalin, Truman en Churchill (die later werd vervangen door Attlee) van 17 juli tot 2 augustus 1945 over het lot van het Duitsland na de Tweede Wereldoorlog.
De conferentie van Potsdam zou een geruïneerd Europa in de benen helpen. Dat lukt ten dele. IJzeren Gordijn, Berlijnse Muur en Koude Oorlog drukken een nog veel groter stempel. Pas na de val van de Muur in 1989 en de perestrojka in de voormalige Sovjet-Unie kunnen Potsdammers -en andere geïnteresseerden- ongehinderd een kijkje nemen in delen van de stad die voorheen niet zonder levensgevaar konden worden betreden.
Op de route naar slot Ceciliënhof ligt de ”verboden stad”, een wijk waar de Russische geheime dienst KGB vrij spel had. Duitsers en Sovjetburgers werden op Leistikowstrasse 1 onder onmenselijke omstandigheden gevangen gehouden, gemarteld en veroordeeld tot straffen in Siberische werkkampen. Wie daar nog aan toekwam althans.
De KGB is voorgoed weg: mistroostige betonnen afscheidingen en vervallen huizen geven nog een klein beetje van de toenmalige sfeer prijs. De conferentiezalen op Ceciliënhof zijn intact gelaten, de overige ruimtes zijn vandaag de dag ingericht als hotel. Elke delegatie (Amerikanen, Russen, Britten) had zijn eigen kamer, besluiten werden genomen in de zaal met de bekende, grote ronde tafel.
Wat ook is gebleven, is de Glienicker Brücke over de brede rivier de Havel. Aan de Potsdammer kant van het stalen gevaarte is nog een witte streep zichtbaar op het asfalt. Hier liep de grens tussen het vrije West-Berlijn en de Russische invloedssfeer in Oost-Duitsland. Op deze zogenoemde agentenbrug werden verschillende keren spionnen uitgewisseld door beide kampen. Niet dat gewone burgers overigens ook maar in de buurt konden komen van die witte streep. Met name de Oost-Duitse kant kende een uitgebreide gemilitariseerde zone.
Zomerresidentie
Potsdam heeft al ruim 1000 jaar op de teller staan. In het jaar 993 is er sprake van Poztupimi, Dorp onder de eiken. Sinds 1990 staat de stad op de Unescowerelderfgoedlijst. Met recht. Met name Frederik de Grote weet de Pruisische stad het aanzien te verschaffen waar het toeristisch gezien nog dagelijks de vruchten van plukt.
Zijn slot Sanssouci (zonder zorgen) is er een van uitzonderlijke schoonheid. Georg Wenzeslaus von Knobelsdorff werkt eraan van 1745 tot 1747. De bouwmeester laat zich voor een groot deel leiden door de inzichten van Frederik de Grote, die op zijn beurt nogal openstaat voor Franse invloeden.
Het resultaat is een zomerresidentie op de top van een wijnberg, met een parkcomplex van 290 hectare ervoor. Slot Sanssouci geldt als een hoogtepunt van de Duitse rococoarchitectuur. De vorst maakt bijna vijftig jaar zomers achtereen gebruik van zijn rustoord.
Net buiten de poort staat een prachtige Hollandse windmolen. Nummer drie in de historie, zo vermeldt het stadsgidsje. De eerste molen krijgt er in 1739 een plekje en houdt het vijftig jaar vol. Zijn opvolger gaat in de Tweede Wereldoorlog in vlammen op. Pas bij het millenniumfeest van Potsdam in 1993 kan de huidige molen worden geopend.
In de directe omgeving van slot Sanssouci staan veel andere imposante bouwwerken, waaronder het Neue Palais, de Neue Kammern, de Römische Bäder en slot Babelsberg. Het Neue Palais is het grootste gebouw in het Park Sanssouci. En dan te bedenken dat deze kolos als gastenverblijf werd ingericht door Frederik de Grote. Zo’n zestig van de tweehonderd kamers zijn te bezichtigen. De façade van het Neue Palais is 225 meter lang, 428 beelden sieren het complex op.
Busje in, busje uit
Een dag Potsdam is nauwelijks voldoende om al dit fraais te bewonderen. Na de immense bouwwerken en uitgestrekte parken wacht ook nog de Russische kolonie Alexandrowka. Twaalf blokhutachtige huizen met fraai houtsnijwerk versierd boden in 1826 onderdak aan Russische soldaten die hadden geholpen Napoleon te verslaan. Het bijzondere is dat dit soort dorpjes zelfs in het oude Rusland niet meer in deze gave staat voorkomt. Een Russisch-orthodoxe kapel maakt het beeld compleet.
Wie vlot langs de bezienswaardigheden in Potsdam wil -het centrum heeft zijn eigen Brandenburger Tor- kan het beste een tour maken onder leiding van een gids. Dat komt ongeveer neer op busje in, busje uit, maar met de garantie dat er weinig wordt gemist.
Meer informatie: www.potsdam.de, www.schloesserrundfahrten.de en Duits Verkeersbureau, 020-6978066, 0900-1091029 (folders), duitsland@d-z-t.com en www.duitsverkeersbureau.nl.