Aan het eind van de negentiende eeuw startten de zakenman Václav Klement en de technicus Václav Laurin in Mladá Boleslav bij Praag de productie van tweewielers. Hun ambitie reikte al snel verder en in 1905 presenteerden zij hun eerste automobiel. In 1934 toonden zij het hoogtepunt van hun technische en zakelijke inspanningen: de Skoda Superb. Een auto van maar liefst 5,5 meter lang en aangedreven door een machtige achtcilinder.

De Tweede Wereldoorlog maakte echter een abrupt einde aan de droom van de Tsjechische autofabrikant. Toen het oorlogsgeweld eenmaal ten einde was gekomen, kreeg het communisme Tsjecho-Slowakije in zijn greep. Voor de productie van luxueuze en technische hoogwaardige automobielen was in het marxistische model geen plaats. Het lot van Skoda werd massaproductie van goedkope auto’s waarvan de kwaliteit op z’n zachtst gezegd bedenkelijk was. In West-Europa kreeg Skoda dan ook nauwelijks vaste voet aan de grond.

Totdat het Volkswagen-concern na de val van het IJzeren Gordijn het vrijwel failliete Skoda inlijfde en een grootscheepse herstructurering doorvoerde. De nieuwe Superb geldt dan ook niet alleen als een uitbreiding van het assortiment naar boven. Eerst en vooral is de grote Tsjech het toonbeeld van hersteld zelfvertrouwen en daarmee het definitieve afscheid van een periode waaraan niemand in Tsjechië herinnerd wil worden.

Eigen ontwerp
Je moet drie keer kijken voordat je ziet dat de nieuwe Skoda Superb geen verlengde Volkswagen Passat is. Skoda zelf meldt optimistisch dat bijna alle in het oog springende zaken volledig eigen ontwerp zijn. Dat kan best waar zijn, maar de verschillen zijn dan uiterst minimaal te noemen. Zeker van opzij beschouwd is de gelijkenis meer dan treffend, waarbij geldt dat er op de flanken geen logo’s aanwezig zijn die je de juiste richting wijzen. Van achteren oogt de Superb wat vriendelijker dan de Passat, maar zijn de verschillen eveneens minimaal. De frontpartij geldt dan ook als het markantste deel van het koetswerk.

De Superb is derhalve geen toonbeeld van originaliteit, maar dat zegt gelukkig weinig over het beeld dat van de Superb op het netvlies geprojecteerd wordt. Het nieuwe vlaggenschip van Skoda is een robuuste en tegelijk representatieve verschijning die geenszins doet denken aan het armoedige imago van weleer.

Voor de keuze van aandrijfbronnen heeft Skoda kunnen winkelen in de magazijnen van Volkswagen. De beschikbare motoren zijn derhalve allemaal bekend en doen behalve in het vooronder van de Volkswagen Passat bijvoorbeeld dienst in de Audi’s A4 en A6 en de Seat Toledo. De Superb is leverbaar met een drietal benzinemotoren en twee direct ingespoten turbodieselmotoren. Er is keuze uit motoren met en zonder turbocompressor, waarbij het aantal cilinders uiteenloopt van vier tot zes.

Onder de motorkap van de beproefde Superb was de minst krachtige dieselmotor gehuisvest. Dit aggregaat telt vier cilinders met een gezamenlijke inhoud van 1,9 liter. In tegenstelling tot de meeste moderne dieselmotoren, die commonrailtechnologie herbergen, is deze turbodiesel voorzien van pompverstuivers die voor goede prestaties bij een relatief laag verbruik moeten zorgdragen.

Verbruik
De Skoda Superb 1.9 TDI is dan ook geenszins een stakker. De machine levert een maximumvermogen van 96 kW/130 pk bij 4000 tpm en een maximumkoppel van 285 Nm bij 1750 tpm. De 1465 kilogram wegende Tsjech kan aldus gemotoriseerd in 10,4 seconden vanuit stilstand naar een snelheid van 100 km/h sprinten en stopt pas bij ruim 200 kilometer per uur. De uit de kluiten gewassen Superb komt met deze krachtbron prima van zijn plaats, waarbij het gemiddelde verbruik van 1 op 15,2 tot tevredenheid stemt.

Met de cijfers is weinig mis, maar de wijze waarop de machinerie haar werkzaamheden verricht, geeft aanleiding tot wat kritische kanttekeningen. Zo is de viercilinder bij een constant toerental weliswaar keurig stil, maar gaat een stevige acceleratie gepaard met een bovengemiddelde dosis motorgeluid. Voorts kan de krachtbron zo’n enorme krachtsontwikkeling tot stand brengen dat de voorwielen spontaan tractie verliezen. Gedoseerd versnellen lijkt hier het devies te zijn. Fraai is evenwel anders.

Overeenkomst
De Skoda Superb is gebaseerd op het onderstel van de Volkswagen Passat, dat voor de gelegenheid met 10 centimeter is verlengd. Het zal niemand verbazen dat het weggedrag van de Superb dan ook verregaand overeenkomt met dat van de Passat. Net als de in zakelijke kringen populaire Passat kenmerkt de Skoda zich door een comfortabel onderstel dat goed raad weet met de verwerking van oneffenheden in het wegdek. Het onderstel munt niet uit in communicatie en voelt voor het mooi wat te zompig aan.

Een strakkere onderstelafstemming zal de Superb zeker goed doen. Nu resteert vooral het beeld van een comfortabele auto die weliswaar keurig stabiel is in rechte lijn, maar die in bochten net te veel gaat overhellen waardoor de bestuurder te vlot met onderstuur geconfronteerd wordt. Een correctie is echter geen enkel probleem, zodat de Superb zich over de gehele linie als een betrouwbare kompaan ontpopt.

De beproefde Superb was voorzien van een handgeschakelde vijfversnellingsbak. In tegenstelling tot de Volkswagen Passat is de Superb 1.9 TDI niet leverbaar in combinatie met een zesversnellingsbak. Een gemis is dat evenwel niet, want de overbrengingsverhoudingen van de vijfbak zijn langer dan die van de zesbak.

Gekloonde Passat
Het interieur van de Skoda Superb is zo Passat als maar kan. De indeling van de middenconsole is afwijkend en de meters kenmerken zich door een ander design, maar voor het overige is het vooral Volkswagen wat de klok slaat. Daar is uiteraard weinig mis mee, al geldt wederom dat de Superb niets meer of minder is dan een gekloonde Passat met een langere wielbasis.

Het dashboard is lekker robuust en laat zich zonder veel problemen bedienen. Zowel stuurwiel als voorstoelen zijn in hoogte en lengterichting verstelbaar, zodat bestuurders van vrijwel elke omvang een goede werkplek in de Superb kunnen realiseren. Niet alleen de verstelmogelijkheden, maar ook de vormgeving en de ondersteuning spelen hierbij uiteraard een rol van betekenis.

Op de achterbank toont de Superb zijn ware onderscheid met de Volkswagen Passat. De beschikbare hoeveelheid beenruimte is werkelijk gigantisch. Die 10 centimeter extra wielbasis komen voor het overgrote deel ten goede aan het gerief van de passagiers achterin. Skoda levert tegen meerprijs een zogenaamd footboard, dat uit de leuning van de passagiersstoel kan worden geklapt. Terwijl de leuning in de oorspronkelijke stand blijft staan, biedt het footboard de achterpassagier de luxe de benen volledig te kunnen strekken.

Paraplu
Een slim detail is de WetCase, waarin een paraplu is opgeborgen. De bagageruimte meet een royale 462 liter en onderscheidt zich door twee tassenhaken en het optioneel CargoFlex-systeem, dat het mogelijk maakt om kleine pakjes op te bergen zonder dat deze onderweg gaan schuiven.

Skoda levert de Superb in een drietal uitvoeringen. De basis wordt gevormd door de 25.490 euro kostende Skoda Superb 2.0 Classic, die standaard voorzien is van zaken als ABS, airbags, sidebags, boordcomputer, centrale portiervergrendeling met afstandsbediening, airconditioning, zes luidsprekers, elektrisch bedienbare ramen voor en achter alsmede elektrisch verstelbare en verwarmde buitenspiegels.

Wie 2450 euro meer in de knip heeft, kan de Superb Comfort laten voorrijden en zich verblijden in de aanwezigheid van 16 inch lichtmetalen velgen, skizak, automatisch geregelde airconditioning, automatisch dimmende binnenspiegel met een regensensor, WetCase met paraplu en een lederen rand om het stuurwiel. Voor nog eens 4380 euro extra is Skoda graag bereid de Superb Elegance de showroom uit de rijden. Voor dat bedrag is de auto voorzien van xenonverlichting, koplampsproeiers, elektrisch verstelbare voorstoelen met geheugen, verwarmde voorstoelen en achterbank, 17 inch lichtmetalen velgen, gedeeltelijk lederen bekleding en houten decoratiepanelen in het interieur.

Superhit
De Skoda Superb is in eigen land een superhit. Een beetje Tsjech van betekenis wil absoluut in de nieuwe nationale trots gesignaleerd worden, bij voorkeur zittend op de achterbank. Hier in Nederland zal het minder storm lopen, al verwacht de importeur dit jaar nog zo’n 300 exemplaren aan de man te kunnen brengen. In 2003 wordt gerekend op een afzet van 650 exemplaren. Het is niet ondenkbaar dat de grootste concurrent van Skoda Superb wel eens Volkswagen Passat zou kunnen heten. Aan de prijsstelling zal het niet liggen. Skoda biedt evenwel voor dezelfde hoeveelheid munten meer beenruimte en een iets rijker uitrustingsniveau. Rationeel beschouwd maakt de nieuwe Skoda Superb de Volkswagen Passat Sedan in één klap overbodig. De praktijk zal echter leren hoeveel het merk Volkswagen emotioneel waard blijkt te zijn.