Reding wil verplicht stellen dat voor een lokaal telefoontje altijd het lokale tarief geldt, ook al bevindt de beller zich in het buitenland. Opgebeld worden moet helemaal gratis worden overal in de EU.„Dat je momenteel moet betalen om opgebeld te worden is natuurlijk van de zotte. Kom maar op met dat voorstel", reageert de doorgaans gematigde CDA–Europarlementariër Doorn. Ook zijn VVD–collega Manders voelt wel voor een prijsingreep. „Na de vakantie krijg ik altijd klachten van mensen dat hun gsm–rekening torenhoog is. Het hele systeem zit nu zo in elkaar dat kosten verborgen en ingewikkeld zijn, zodat je niet weet wat het gaat kosten. Daar moeten we af."

Bovendien lijken de Europese lidstaten nieuwe wetgeving te steunen, al is het onduidelijk hoe ver die mag gaan. Vorige week hebben de Europese leiders tijdens de EU–top nog verklaard dat „het verlagen van roamingkosten (kosten voor internationaal gsm–gebruik) belangrijk is voor de concurrentiekracht” van Europa.

De Europese Commissie trekt zelf de vergelijking met een wet over bankkosten van enkele jaren geleden. Daardoor is geld pinnen in het buitenland (alleen eurolanden) momenteel net zo duur als in eigen land. Voor overboekingen geldt hetzelfde. Destijds waarschuwden de banken dat binnenlandse tarieven omhoog zouden gaan. „Daarmee dreigen de telecombedrijven nu ook. Maar studies tonen aan dat bij de banken de nationale overboekingen niet duurder zijn geworden. Op de lokale markt is de concurrentie natuurlijk enorm”, aldus een strijdvaardige Eurocommissaris.

Reding wil haar voorstel in zo’n juridische vorm gieten, dat de prijsingreep meteen overal wordt ingevoerd, net als destijds bij de banken. „Snelheid is geboden”, vindt ze, want „de cijfers zijn schokkend”. In een ander land met je gsm bellen is al snel een euro per minuut duurder, soms nog meer, dan in eigen land.

De nationale telecomautoriteiten, verenigd in een Europese adviesgroep, hadden Reding een minder vergaande ingreep geadviseerd. Zij willen wel een maximumprijs voor de kosten die telefoonmaatschappijen elkaar onderling aanrekenen, maar nog geen ingreep in de prijs voor consumenten.