Deelname aan samenleving is plicht
De SGP is geroepen tot een actievere deelname aan de netwerksamenleving, aldus de nota ”Tussen stemmen en sturen”, uitgegeven door het studiecentrum van de SGP. Christenen moeten gebruikmaken van de ruimte die er is, stelde drs. J. Koppelaar zaterdag op de SGP-partijdag bij de presentatie van de nota. Een verkorte versie van zijn betoog.
Hoe lang kan de kerk of een maatschappelijke groepering als de SGP nog invloed uitoefenen in onze netwerksamenleving? Het lijkt er immers op dat we aan de vooravond staan van de openbaring van de mens der wetteloosheid: „Doch de Geest zegt duidelijk, dat in de laatste tijden sommigen zullen afvallen van het geloof, zich begevende tot verleidende geesten, en leringen der duivelen” (1 Tim. 4:1). Matthew Henry en anderen zien hierin de wetteloosheid, genoemd in 2 Thessalonicensen 2:7. Deze wetteloosheid is het garen dat de satan in onze netwerksamenleving aan het weven is. Dit weefsel valt weliswaar niet samen met de netwerken, maar raakt er steeds meer mee verweven en beïnvloedt deze enorm. De gevolgen zijn onder meer individualisme, waarbij het individu zichzelf centraal stelt en handelt zonder bepaald beginsel en vooral streeft naar eigen voordeel, en gezagsloosheid en zelfbeschikking, waarbij het individu eigen wil tot wet stelt. Met leedwezen constateren we, dat veel mensen al ingesponnen zijn door dit garen.
Tegendraads
Daarom is juist nu de notie van de overheid als dienaresse Gods een goede leidraad. Leidraad betekent letterlijk: „Een gespannen draad waarlangs iemand de weg vindt.” Wie deze sterke draad spant in onze netwerksamenleving, wijst dus anderen ook de weg en handelt tegelijkertijd tegendraads, tegen het weefsel van de wetteloosheid in!
Met Romeinen 13 is tevens de eigenstandige en bovengeschikte rol van de overheid gegeven. Maar is daar nu nog wel sprake van? Dé overheid is immers een netwerk van overheidsorganisaties geworden, onderling afhankelijk, hun eigen doelen najagend en elkaar vaak tegenwerkend. Besluiten groeien in een lange processie langs de knopen van de netwerken en de vraag wie er nu eigenlijk verantwoordelijk is, is vaak moeilijk te beantwoorden. De ’profetes’ van het newagedenken Marilyn Ferguson voorspelde al in 1982: De samenleving transformeert in zichzelf organiserende netwerken, waarbij ”overheid” alleen maar betekent: stimuleren, coördineren en als katalysator optreden. En ze lijkt gelijk te krijgen.
Opening
Toch worden wij juist nu geroepen om in deze netwerken invloed uit te oefenen. Maar geven we dan het principe van de bovengeschikte rol van de overheid niet op? Eerlijk gezegd: dat gevaar dreigt. Toch menen we een opening te zien.
De overheid als Gods dienares mag namelijk ook zélf bepalen in hoeverre zij netwerken van burgers, maatschappelijke groeperingen en bedrijven betrekt bij de beleidsvorming en uitvoering. Zij kan besluiten het gezagsdomein te veranderen en zich voortaan niet meer direct te bemoeien met bepaalde zaken.
In het Oude Testament stelt Mozes zeventig raadsmannen aan en delegeerde daarmee rechtsprekende bevoegdheden (Ex. 18). Er kwam dus een actieve participatie in het overheidsgezag. Uiteraard gaat men vandaag veel verder. Maar principieel is het dus niet onmogelijk dat de overheid gezag delegeert.
In het Nieuwe Testament vinden we dit indirect terug in Openbaring 2. Wij weten dat de daar genoemde stad Thyatíre een commercieel centrum was, waar de overheid een deel van haar gezag had overgedragen aan coöperaties van handwerkers, te vergelijken met onze middeleeuwse gilden, bijvoorbeeld textielwerkers, metaalbewerkers en bakkers. Op zich was het voor christenen geen probleem om werknemer te zijn in deze commerciële netwerken.
Het grote probleem was wel dat elk coöperatie een eigen beschermgod had. En men verwachtte dat iedere werknemer deze god eer bewees. Het zal afhankelijk geweest zijn van de leidinggevenden of christenen daarvan vrijgesteld werden. Het zal ook een blijvende strijd geweest zijn waaraan ze nu wel of niet mee konden doen. Net zoals dat vandaag in onze netwerken het geval is. Maar op zich werd de deelname aan deze netwerken niet als zonde gezien, als men maar niet daadwerkelijk aan afgoderij hoefde mee te doen.
Waarom ging er juist toen dan toch zo’n werfkracht van de kerk uit? Omdat ze de leidraad van Gods Woord trok in deze netwerken, tegen de draad van de satan in!
Ruimte
Daarom willen we dan ook in de nota ”Tussen stemmen en sturen” pleiten voor een actievere deelname aan de netwerksamenleving. Die ruimte is er en wordt geboden. Hier ligt onzes inziens een coördinerende taak voor de kiesverenigingen en de kerken. Bijvoorbeeld deelname aan het bestuur van een openbare bibliotheek. Het aanschafbeleid van boeken is daardoor immers makkelijker te beïnvloeden dan door als SGP-fractie tegen de subsidie voor de bibliotheek te stemmen.
Al zal deelname misschien niet altijd mogelijk blijken, om principiële redenen, laten we dat niet bij voorbaat vaststellen! Natuurlijk, de duivel participeert ook door middel van zijn weefwerk. Maar Gods kind mag rekenen op Hem van Wie bevonden werd en wordt: „Hij Die trouw is zal mijn voet, voeren uit der bozen netten.”
De auteur is hersteld hervormd predikant te Abbenbroek en bestuurslid van de Guido de Brès-Stichting, het studiecentrum van de SGP.