Schandaal met groeihormomen in varkenshouderij
Op een groot aantal varkenshouderijen is het gebruik van het verboden groeihormoon MPA vastgesteld. Dat blijkt uit een aanvullend onderzoek van de Algemene Inspectiedienst (AID) van het ministerie van Landbouw. Het ministerie heeft tot nu toe 29 bedrijven geblokkeerd. Het sluit niet uit dat er meer volgen.
Voorzitter C. van Gisbergen van de vakgroep varkenshouderij van LTO-Nederland wijst met de beschuldigende vinger naar een leverancier van veevoer.
Minister Brinkhorst van Landbouw sprak woensdag in een brief aan de Tweede Kamer van een „zeer zorgelijke ontwikkeling.” De sector leek tot voor kort gevrijwaard te zijn van het gebruik van verboden hormonen. Eind juni werd MPA echter voor het eerst bij drie varkensbedrijven in Noord-Brabant ontdekt. Nieuwe gevallen zijn nu ook vastgesteld op varkensmesterijen in Limburg, Utrecht, Gelderland, Drenthe en Zeeland.
Brinkhorst noemt het „ontoelaatbaar dat dieren die uiteindelijk in het consumptiecircuit terechtkomen, met deze verboden stoffen worden behandeld.” „Ondernemers die zich hieraan schuldig maken zetten het imago van de hele sector op het spel”, aldus de bewindsman.
Hij schrijft verder dat de al aangekondigde verscherping van de regels binnenkort in werking treedt. Overtreders kunnen dan harder worden aangepakt, aldus Brinkhorst.
Het hormoon wordt verwerkt in brijvoer voor mestvarkens. Een van de mestbedrijven in Gelderland die betrapt zijn op het gebruik van MPA, blijkt vorige maand meer dan 30 ton besmet veevoer naar een zusterbedrijf in Duitsland te hebben geëxporteerd. Het ministerie heeft de Duitse autoriteiten alsmede de Europese Commissie en de andere lidstaten van de Europese Unie inmiddels op de hoogte gesteld van de leverantie.
Brinkhorst sluit niet uit dat er nog meer gevallen worden ontdekt. Hoewel de besmetting geen gevaar oplevert voor de volksgezondheid, heerst er bij het ministerie grote zorg over het uitdijende karakter van het schandaal. Het onderzoek is daarom sterk uitgebreid en richt zich vooral op mestvarkensbedrijven en diervoederbedrijven. Wegens de grote onderzoeksinspanning die nodig is, zal het ministerie ook buiten Nederland om bijstand vragen. In eerste instantie zal het België benaderen.
LTO-Nederland is geschrokken van het aantal betrokken varkenshouderijen. „Wij willen dat spul niet in de varkenshouderij. We wensen het blazoen schoon te houden. Dit doet de sector geen goed. We hebben een afzetbelang”, zegt Van Gisbergen.
Volgens hem is de schade voor zeugenhouders enorm. „Een getroffene vertelde me dat hij financieel naar de knoppen is. De veroorzaker van de ellende, diegene die het hormoon door het voer heeft gemengd, kan een claim verwachten.” LTO steunt de geblokkeerde bedrijven moreel en juridisch.
Volgens Van Gisbergen is het schandaal op tijd ontdekt. „We zijn bezig het incident in de kiem te smoren. Het onderzoek moet worden voortgezet. De onderste steen moet boven komen.”