Nieuwe aanslag op Londenaren
Er is een nieuwe aanslag op Londen gepleegd. Nu niet door gewelddadige jonge islamieten, maar door een groepje onbekende bureaucraten. Maar de ravage is er niet minder om. Burgemeester Ken Livingstone sprak van een „aanslag op de democratische rechten van de Londenaren.”
Enkele weken geleden zette een Engelse disciplinaire raad burgemeester Livingstone voor vier weken uit zijn functie. Hij had zich „onnodig ongevoelig en beledigend” uitgelaten, door een joodse journalist tijdens een persconferentie met een kampwachter uit de Tweede Wereldoorlog te vergelijken.Achteraf vond hij het niet nodig excuses te maken. Hij zei dit immers wel vaker tegen mensen en nooit voelde iemand zich beledigd.
Dit alles leidde ertoe dat deze raad, die ethische standaarden voor het lokaal bestuur poogt te handhaven, tot de conclusie dat Livingstone tucht nodig had. Vier weken schorsing om af te koelen.
De schorsing is echter weer opgeschort. Zij had op 1 maart moeten ingaan, maar Livingstone is in beroep gegaan bij de Britse hoge raad. En dit appel heeft een opschortende werking. Een uitspraak kan nog maanden op zich laten wachten.
Het belangrijkste argument van ”rode Ken”, die al decennia bekendstaat vanwege zijn linkse ideeën, is dat hij als gekozen burgemeester niet mag worden geschorst of afgezet door niet-gekozen functionarissen. „Gekozen politici zouden alleen door de kiezers uit hun ambt mogen worden gezet of als ze de wet hebben overtreden”, stelde Livingstone. „Aan drie leden van een orgaan dat niemand ooit heeft gekozen, behoort niet te worden toegestaan de stemmen van miljoenen Londenaren aan de kant te schuiven.”
Met andere woorden: ook al zou deze disciplinaire raad in zijn argumentatie en overwegingen gelijk hebben, dan nog heeft hij simpelweg niet het recht zo’n beslissing te nemen. Niet de schorsing, maar het besluit was antidemocratisch.
Dit raakt een fundamenteel punt in discussies over democratisch bestuur, die ook in Nederland worden gevoerd. Livingstone is in Groot-Brittannië de eerste burgemeester die direct door de bevolking is gekozen. Dit ligt hem dus na aan het hart.
Voor velen is directe verkiezing door de bevolking de enige basis voor legitiem gezag. Ook in Nederland wordt verdedigd dat het „uit de tijd” (en zelfs „van de gekke”) is dat dit land geen gekozen burgemeester heeft. Terwijl de procedure voor de burgemeestersbenoeming een voorbeeld is van evenwichtigheid, waarin alle belangen -en niet alleen die van de burger- worden gewogen.
Dit lijkt een formele kwestie. Maar toch gaat deze dieper. Het is uiteindelijk een levensbeschouwelijk vraagstuk. Paulus stelt in de Romeinenbrief (13:1) dat er „geen macht (recht, overheid) is dan van God.” En de dichter van Spreuken (8:15-16) belijdt: „Door Mij regeren de koningen, en de vorsten stellen gerechtigheid. Door Mij heersen de heersers en de prinsen, al de rechters op aarde.”
Het is daarom niet verrassend dat in een samenleving waarin Gods recht op Zijn schepping niet algemeen wordt erkend, vroeg of laat deze vraag zich aandient. Bij gebrek aan Gods soevereiniteit is er dan de volkssoevereiniteit.
Maar er is ook een andere, meer praktische kant aan de discussie. En dan blijkt Livingstone helemaal niet zo principieel, maar vooral ook pragmatisch. De rechters uit de hoge raad staan immers in dienst van Her Majesty Queen Elizabeth II. Ze zijn benoemd door de regering, en niet gekozen door het volk. Waarom zouden zij dan wel, in tegenstelling tot die disciplinaire raad, geldige en gezaghebbende besluiten kunnen nemen?
Het kan natuurlijk gebeuren dat de regering stelselmatig de verkeerde mensen benoemt. Het is dan de taak van het parlement in te grijpen. En pas bij de stembus oordeelt de kiezer of-ie tevreden is.
Oké, Livingstone heeft er een persoonlijk belang bij niet-gekozen rechters te gebruiken om zijn schorsing op te heffen. Maar voor het overige hopen we erop dat de regering de juiste burgemeesters en politieagenten aanstelt.
Evert van Vlastuin